Het is feest bij de muziekscholen: sinds vorige week zijn ze weer open. Hoe is het om weer fysiek les te hebben en hoe overbrugden ze de afgelopen vijf maanden? En staat het er eigenlijk voor met het muziekonderwijs in Nederland? Een rondje langs muziekscholen.

De vlaggen hangen uit bij Muziekschool Amsterdam in Oud-Zuid. De sfeer is uitgelaten in lokaal twee, waar vijftien leerlingen van elf en twaalf jaar, waarvan één jongen, elkaar vol enthousiasme in de armen vliegen. Het sfeervolle lokaal staat bomvol instrumenten en even is er complete chaos voordat iedereen zijn instrument heeft gevonden en ingeplugd. Elke woensdag spelen ze onder begeleiding van vier docenten in bandformatie popliedjes die zij zelf aandragen. Ze trappen af met One Direction en spelen vol gas een nummer van Dixie D'Amelio. Ze hebben de afgelopen tijd veel geoefend, maar hier en daar moet een leraar toch even ingrijpen. ‘Hier moet je niet door blijven spelen, hier valt een stilte!’. klinkt vanuit de drumhoek. Daar hebben de meisjes al kwasten in handen gekregen in plaats van stokken, maar door hun enthousiasme slaan ze soms nét te hard of te lang door. In een andere hoek van de ruimte kijkt een alternatief uitziend meisje verschrikt op wanneer ze een valse toon aanslaat op haar keyboard. Ja, het is weer effe inkomen. 

Pas sinds 19 mei is fysieke muziekles hier weer mogelijk, voor het eerst sinds december. Dit is pas de tweede fysieke les van dit jaar. En ook in de eerste lockdown van vorig jaar moest muziekles noodgedwongen via Zoom worden gegeven. En dat was ver-schrik-ke-lijk, vinden de leerlingen hier in Amsterdam. ‘In mijn kamer is de WiFI slecht. Ik verhuisde dan naar de woonkamer’, zegt een kleurrijk ogend meisje. En in de woonkamer kon ze zich juist weer moeilijk concentreren. Voor een andere leerling was de WiFi zó slecht dat ze de meeting moeilijk in kwam. Als ze daar wel in slaagde, zag ze de docent haperen. Bovendien was er een hoop afleiding voor de leerlingen: van dansende moeders tot broodjes tot spelende broertjes. Het instrument zelf was voor sommige leerlingen ook een uitdaging: een elektronisch drumstel speelt en klinkt toch wel anders dan een normale.

Dat leidde tot achterstanden en minder groei bij de leerlingen. Onwijs jammer, want op de muziekschool worden de bouwstenen voor het talent van de toekomst gelegd. Met de leerlijn die al op de muziekschool al op jonge leeftijd wordt ingezet, leg je de basis voor je hele muzikale leven. En misschien ga je daarna wel naar het conservatorium. Of word je gewoon rockster. En dat vuur houdt je moeilijker brandend wanneer je elkaar niet fysiek ziet.

De motivatie verdampte in 2020

Samen spelen kon dus niet, de afgelopen maanden. Het werd een kwestie van voor- en naspelen. Vooral bij de drumlessen was dat een probleem. ‘Elkaar horen was ingewikkeld tot onmogelijk, de juiste knopjes vinden om het geluid te dempen was even lastig’, zegt drumleraar Olaf Keus. Ook specifieke dingen uitleggen is ingewikkeld via Zoom. ‘De songtekst uitleggen kan wel, maar je ziet niet hoe de leerling ademt, dat is uit beeld', vertelt zanglerares Gerlinde Esser. Vooral met oefening hebben we een flinke inhaalslag te maken.’ Keus bevestigt dat. ‘Je kunt in de les véél beter bijsturen.’ In de Zoom-lessen focuste keyboardleraar Remy de Boer meer op theorie, vertelt hij. ‘Dat ging met sprongen vooruit. Toch loop je tegen een plafond aan: de interactie mist. Dan wordt muziek iets theoretisch.’ 

Niet alleen bij de leerlingen leidde dat tot een dalende motivatie, ook bij de docenten. Helemaal als je maandenlang tegen een ‘koud scherm’ aankijkt. ‘Dat was vier weken prima, na vijf maanden voelde ik de motivatie kelderen,' vertelt De Boer. 'En als jij dat al aangeeft als docent, voelen de leerlingen dat haarfijn aan.’ De docenten besloten de laatste twee maanden vanuit de muziekschool te livestreamen. Dat hielp, maar de interactie met leerlingen miste nog steeds.

Gezelligheid maar ook onbegrip in Groningen

Dat herkent ook Selim Boukhris van muziekschool Vrijdag in Groningen. In een kelder klinkt een hoop herrie vanuit studio drie: een bontgekleurde ruimte die net een nieuw likje verf heeft gekregen. De stoere bandleden van punkband The Next Call oefenen daar nieuw materiaal. Maar discussiëren doen ze ook, en dan graag over de kleinste details. Die drumfill bijvoorbeeld, waar moet die eigenlijk komen? Voorafgaand aan de eerste zanglijn, tijdens of erna? De jongens debatteren een eind weg, terwijl ze de diverse opties uitvoeren. Eigenlijk is het wel een stuk makkelijker om dit soort discussies fysiek te houden dan over Zoom. 

Boukhris vertelt bovendien dat leerlingen hier vooral komen voor de gezelligheid. ‘Op afstand was het lastig om dingen te verzinnen om ze erbij te houden.’ Een van de leerlingen had thuis geen drumstel staan, bij hem bleef de vooruitgang écht steken. ‘Hij had een half jaar niet gedrumd.’ Bij die leerlingen drijft vooral onbegrip naar boven: waarom mochten de scholen wel open en de muziekscholen niet? ‘Ik was boos dat Vrijdag dicht bleef’, zegt een stoer uitziende jongen. ‘Afstand houden in de muziekschool is makkelijker dan in de sportschool.’

Het belang van muziekscholen en dreigende bezuinigingen

In de coronacrisis haakten nog meer leerlingen af, maar de muziekscholen verkeren al langere tijd in zwaar weer. De afgelopen vijftien jaar daalde het aantal muziekscholen in Nederland: van 245 in 2007 naar 135 in 2016, en die lijn zette de afgelopen jaren door. Na protest werden in Buitenpost en Katwijk de muziekscholen gered, in Sittard-Geleen viel het doek. Gemeentes – die de muziekscholen financieren – kiezen bij dreigende tekorten liever voor andere sectoren, en bezuinigen telkens weer op muziekscholen. Zo wordt het muziekonderwijs steeds duurder, het wordt voor veel ouders bijna onbetaalbaar om hun kind naar gitaar- of pianoles te sturen. En daar komt de coronacrisis nog eens bovenop. 

Zonde, want juist de muziekscholen zijn het beginpunt voor een serieuze toekomst als muzikant. Eerst gitaarles, dan de vooropleiding aan het conservatorium en dan voor de echie voor popmuzikant studeren aan het Conservatorium van Amsterdam of de Herman Brood Academie in Utrecht. Het aantal aanmeldingen voor de conservatoria bleef de afgelopen jaren redelijk gelijk, het niveau ook. Maar Jack Pisters, studieleider van de popafdeling bij het Conservatorium van Amsterdam, onderstreept het belang van muziekonderwijs bij de muziekscholen. Vooral op jonge leeftijd: ‘Dan leer je initiatief nemen en ontwikkel je een kunstzinnige blik. Maar dat is moeilijk om in financiën te vatten.’ 

Terug naar Groningen, waar de plek van de drumfill is bepaald en de band voorzichtig vooruit kijkt: er komen al flink wat boekingen binnen. En ook al zijn de jongens nog volop bezig met de middelbare school, de drummer weet het zeker: hij wordt muzikant. 'Is dat niet ontzettend zonde van je gymnasium-diploma?', vraagt een ander. Nee joh, waarom zou dat zonde zijn? Geld, dat verdient hij wel door barman te worden. ‘Dan speel ik eerst wel een show in Vera en tap ik daarna wat biertjes.’