Noem hem gerust old school, want dat is Terrence Dixon ondertussen. Al sinds 1994 brengt hij platen uit. Met rauwe, compromisloze machinale dansmuziek waarbij het onderstel gemaakt is van funk, gesmeerd met een klodder futurisme. In plaats van een dominante kickdrum zet Dixon graag een stel kronkelende baslijnen vooraan in het spectrum, aangevuld met ongewone arrangementen en gefragmenteerde fluisterzang. Onmiskenbaar Detroit techno, maar niet per se bedoeld voor verduisterde betonnen bunkers. Muziek voor het hoofd en de heupen. Liefst tegelijkertijd.
Lange tijd was de Afro-Amerikaanse producer voor veel technofans een enigma. Iemand die zelden interviews gaf, nooit toerde en vooral goede platen uitbracht. Totdat hij in 2014 onverwacht en voortijdig zijn pensioen aankondigde. 'Ik was in die tijd depressief,' zegt Dixon later over die periode.
Zijn goede vriend Juan Atkins trekt hem overeind, waarna later dat jaar het toepasselijk getitelde Theater Of A Confused Mind verschijnt. Op Rush Hour, het Amsterdamse platenlabel dat deze maand ook zijn nieuwe album Reporting From Detroit uitbrengt. 'Ik beschouw Antal van Rush Hour als familie,' klinkt het met een sonore basstem door de trans-Atlantische telefoonlijn. 'Iemand bij wie ik altijd terecht kan. Ook in slechte tijden.'
Tekst loopt door na de foto.