‘Look at me now. I’m a redhead and I’m raging,’ zingt Kreusch in de eerste zin van nieuwe single ‘Let It All Burn’. En inderdaad, in de filmische openingsscene zit Sylvie Kreusch zelfverzekerd kronkelend op een motor met donkerrode lokken. De kleur gaat over in haar wapperende kledij.‘Er is iets met mijn haarkleur,’ zegt de Vlaamse. ‘Altijd als er een crisis in mijn leven is, verander ik het. Dit was de eerste keer dat ik megaveel kwaadheid voelde. Dus ben ik voor rood gegaan.’ Grijnzend: ‘De kleurshampoo heette ook nog eens raging red. Het is leuk om daarmee te spelen. Maar ik laat het nu uitgroeien. De kwaadheid is weg. De roots komen weer boven. Ik ben ook blond geweest, de naïeve periode. Ook de Warhaus-periode, toen was ik de lolita op het podium. Toen ik lost was, was mijn haar roze en blauw. Ik ging op zoek naar mezelf en dat ging meteen heel extreem.’
Sylvie Kreusch woont in de Antwerpse wijk Zuid, in de schaduw van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Ze loopt met haar hond richting een rauw natuurgebied aan de rand van de stad. Kreusch heeft het dier uit een Pools asiel gehaald, waar hij al acht jaar vast zat. Nog even en ze hadden hem laten inslapen, vertelt de Vlaamse. ‘Hij is ontzettend hecht. Waarschijnlijk omdat hij bang is om weer achtergelaten te worden.’ De trouw van de viervoeter staat haaks op het thema dat Kreusch bezingt op haar recente singles en de langspeler die in november moet verschijnen. Kreusch: ‘Het is een break-up plaat. Ik ga alle fases door. Als je de songs luistert, voel je dat manische. Het was ook een manisch jaar. Als ik daarna aan de tekst en video’s werk, vind ik het belangrijk om het iets lichter te maken. Het drama blijft, maar ik stop er ook humor in. Vergelijk het met een dagboek: als je het later terugleest moet je altijd een beetje lachen. Tegelijk wil ik het wel eerlijk houden.’
In ‘Let It All Burn’ zoekt Kreusch ook het randje op. Als de muziek in het nummer stilvalt zegt ze recht in de camera: ‘The only reason why I will go this far, the only reason why I did it after all, all to be praised by a rock-’n-roll star.’ Kreusch: ‘Ik ben de hele tijd vrouwen aan het bashen die zich voor de voeten van m’n man hebben gesmeten. Maar eigenlijk ben ik ook die persoon geweest. Ik heb me ook laten vangen door iets oppervlakkigs als een rockster. Dat is maar een kleine waarheid. Natuurlijk zat er meer in onze relatie. Maar het is grappig om in de spiegel te kijken. Het is een nummer voor m’n 23-jarige naïeve zelf.’
Die rock-’n-roll star, dat is Maarten Devoldere. Hij is bekend van Balthazar en zijn solo-project Warhaus waarin Kreusch ook een rol speelt als muze, (achtergrond)zangeres, vast onderdeel van de live-show en als bezongen onderwerp. Kreusch leert Devoldere kennen als ze met haar vroegere band Soldier’s Heart in het voorprogramma van Balthazar toert. ‘Hij zag me bezig en werd verliefd op mij op het podium. Hij was geïnspireerd. Hij wilde mij als vrouwelijke muze in zijn show. Dat was nog voor we een koppeltje waren. Eigenlijk was het niet de bedoeling dat er een vrouw in de band zou komen. Hij was al twee jaar hiermee bezig. Het was ook echt zijn project. Ik vond het tof en spannend om mee te doen. Ik was en ben fan van Balthazar. Maar na bijna drie jaar toeren met Warhaus voelde ik me gefrustreerd. Ik stond achterop het podium maar wilde naar voren om m’n eigen verhaal te vertellen.’