Een paar keer heeft Jorn Canrinus het gedaan, vooral tijdens de eerste echte lockdown: usb erin, volume omhoog. Daar stond hij dan, in een lege club, hij en een vriend. Gewoon, om de muziek te voelen. Want iedereen die weleens in een club komt weet: die fysieke ervaring is onmisbaar. Nee, natuurlijk is het niet helemaal wat je wilt, want bij de echte clubervaring komt natuurlijk nog veel meer kijken. Toch zal menig danceliefhebber jaloers zijn op de mede-eigenaar van club OOST in Groningen, een van de meest inspirerende nachtclubs van Nederland.
We zijn een jaar verder in de crisis, en OOST bestaat nog. Dat is op zichzelf goed nieuws. Dat komt door de generieke steunmaatregelen van het kabinet, en door de andere rol die het pand ook heeft: een veganistisch restaurant, dat een redelijke zomer heeft kunnen draaien toen het even mocht. Jorn Canrinus is een van de vele nachtondernemers van Nederland die met lede ogen moet aanzien hoe bekaaid het nachtleven er elke keer vanaf komt. Op de prioriteitenlijst voor heropening van de maatschappij staan clubs helemaal onderaan. Bij de steunmaatregelen voor de cultuursector worden ze overgeslagen, want nachtleven, dat is geen kunst, dat is entertainment, platte horeca. ‘We vallen een beetje tussen wal en schip’, zegt Canrinus, ‘Mensen gaan naar de club om hun sores te vergeten, te dansen, mensen te ontmoeten, nieuwe muziek te ontdekken. Je moet niet onderschatten hoe belangrijk dat voor mensen is.’
Let op: Deze inhoud kan niet getoond worden omdat deze mogelijk strijdig is met de gekozen cookiesettings.
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?