In de Groningse Martinikerk gebeurde vorig jaar iets geks. De postpunkband Dry Cleaning trad op, een van de zoveel in een hele golf aan Britse bands in die hoek. Maar waar je normaal gesproken energiek rond stuiterende frontfiguren over het podia ziet gaan, stond hier Florence Shaw, de ongemakkelijkheid zelve. Het contrast tussen de praat-zingende frontvrouw en haar gejaagde postpunkband kón niet groter zijn. Terwijl de band vol energie over het podium bewoog, stond Florence, haar lange haar over haar schouders vallend, stokstijf voor een lessenaar met teksten. Ze keek er niet één keer op, op die vellen met teksten, maar ze tuurde voortdurend in de verte. En wat deed die Walkman in haar hand? Haar blik was niet te plaatsen: was ze nu verveeld of verdrietig? In die afstandelijkheid zit wederom een contrast. Want als je dieper in de teksten van debuutplaat New Long Leg duikt, besef je dat Florence juist enorm observerend naar haar omgeving is. Ze is niet afwezig, maar ziet en hoort juist meer dan de meeste mensen. Dáár ligt precies de fascinerende kracht van Dry Cleaning: het alledaagse blijkt een portaal naar veel diepere zaken.
Soms vallen de meest triviale dingen haar op in het dagelijkse leven. Een bak met ovenfriet kan iets met haar doen. Die reuzeneik waar ze langs loopt. Of het verloren winkelwagentje op de hoek van de straat. 'Hartverscheurend', vindt Florence Shaw. 'Als ik zo’n winkelwagentje in de rivier zie liggen? Dat is toch verschrikkelijk!'
Kijkt Florence naar zulke levenloze objecten, dan ziet ze er al gauw gezichten in, voelt ze medeleven. Dat is een bestaand fenomeen, dat zelfs een ingewikkelde naam heeft: pareidolie. 'Ik kreeg eens een telefoon-oplader van mijn vader, die al de eerste avond stuk ging. Ik was er kapot van. Elke dag is tragisch en vreselijk als je iets voelt voor objecten.' Ja, dat meent ze echt, ze was er kapot van. Bewust is ze zich er wel van, dat dat ietwat vreemd kan klinken.