‘Misschien was dat we een kantelpunt, ja…’ Tessa Douwstra start peinzend voor zich uit. Vanuit haar studio in Nijmegen, in een oud klooster vol galmende hallen, vertelt ze niet al te lang geleden met een filosofiecursus is begonnen. Van The School of Life, zegt ze, zo-eentje waarin je in tien weken tijd door de hele geschiedenis van de filosofie heen zoeft. ‘Ik heb een constante fascinatie voor meta-vragen. Bestaat er zoiets als een lot? Kun je authentiek jezelf zijn? Of is dat eigenlijk altijd iets anders? Maar dat is een deel van mezelf waar niet iedereen zich altijd in kan vinden. In deze colleges zie ik dat er mensen door de jaren heen al veel over dit soort dingen hebben nagedacht. Dat geeft het gevoel minder alleen te zijn daarin.' Ze grinnikt. ‘Het is ook helemaal niet handig om áltijd met zulke vragen bezig te zijn, dat moet je niet met je meezeulen.’
En toch voerden die grote vragen de afgelopen jaren de bovenhand in haar persoonlijke leven, en dat als muzikant. Eigenlijk al vanaf het moment dat Luwten haar titelloze debuutplaat uitbracht, waarmee ze lovende recensies en een contract bij het Amerikaanse label Glassnote (Phoenix, Mumford and Sons) in de wacht sleepte. Dat debuut was een ingetogen ode aan de introversie. ‘Maar je hebt gelijk, ik vond het ook best eng om anderen erbij te betrekken. Ik liet liedjes eigenlijk niet aan anderen horen tot ze vrijwel af waren, en opgenomen moesten worden in de studio. Toen ik die eerste plaat maakte, dacht ik: als ik alleen ben, dan kan ik maken wat ik wil. Dan ben het dichtst bij de “echte versie” van mezelf. Ergens dacht ik dat als ik anderen erbij betrok, dat dat ten koste ging van mijn werk, en mijn authenticiteit als muzikant. Dat dat me ervan weerhield zo dicht mogelijk bij mezelf te komen. Maar doordat ik niemand toeliet, werd ik ook een beetje eenzaam. Er zit iets in mij dat zich wil verstoppen. Dat was ook een vraag die ik mezelf stelde de afgelopen jaren: ben ik mezelf aan het opsluiten omdat het me iets oplevert, of ben ik bang dat mensen zien wie ik ben?’
Waardoor ben je daarover gaan nadenken?
ik heb me een tijdje niet zo goed gevoeld. Dan ga je wel nadenken waardoor dat komt. Over-afzondering, bleek. En ook het gevoel te hebben dat ik vastzat. Ik dacht: dit is hoe ik ben. Een afgezonderd, kluizenaar-achtig type. Dat is hoe ik het beste werk. Terwijl ik nu besef: als iets niet meer werkt, dan mag je het best veranderen.’
Tekst gaat verder na de video...