Met hun nieuwe nummer ‘Was ik maar dood’ laten Stippenlift en Aafke Romeijn horen: gedachten aan de dood zijn voor sommige mensen heel normaal, en het is belangrijk om daarover te durven praten. ‘Als het taboe eraf gaat, denk ik echt dat er uiteindelijk minder mensen zelfmoord plegen.’

‘Was ik maar dood’, zingen Aafke Romeijn en Stippenlift simpelweg op het gelijknamige nummer dat vandaag is verschenen. Misschien ervaar je die woorden als een stomp in de maag die je alle lucht beneemt, maar er is ook een grote kans dat je het eigenlijk wel herkenbaar vindt: voor sommige mensen is zo’n gedachte eigenlijk heel alledaags. Ja, het gedragen pianonummer klinkt triest, maar ook wonderschoon.

Aafke Romeijn en Hugo van de Poel (Stippenlift) proberen thema’s als depressie zowel binnen als buiten hun muziek bespreekbaar te maken, maar dit is voor het eerst dat ze samenwerken, en voor het eerst dat ze zó helder zingen waar het op staat.

’Je had me gewoon getagd dat je wilde samenwerken’, zegt Hugo aan de telefoon met Aafke. Aafke: ‘En toen hadden we al snel een date.’

Hugo: ‘Ja, op Eurosonic Noorderslag zijn we een biertje gaan drinken. Toen ging het al heel snel over dit soort thema’s. Als je gedachten hebt zoals “was ik maar dood”, dan doet dat iets met je. Als je daarin dezelfde energie hebt, er redelijk nuchter in staat en de gedachten niet problematiseert, dan is het helemaal niet raar om daar tijdens een eerste ontmoeting over te praten. Of is het onzin wat ik zeg, Aafke?’
Aafke: ‘Helemaal niet. Toen we in gesprek raakten, viel mij ook meteen op dat we allebei een hele open houding hebben tegenover depressie, en het praten over zelfmoord. Mensen vinden dat vaak een beetje gek aan mij: moet je daar nu de hele tijd over praten? Ik doe er niet luchtig over, maar maak er wel graag grappen over en schrijf erover. Ik zie het als een onderdeel van mijn leven, praat er net zo gemakkelijk over als wat ik gisteravond heb gegeten. Veel mensen lopen daar met een grote boog omheen, voor mij is het absoluut geen taboe. Heel fijn als dat voor je gesprekspartner ook geldt, dan hoef je iemand niet continu gerust te stellen. “Maar het gaat nu heel goed met me, hoor.”’

Aafke Romeijn

(Tekst gaat verder na de video)

Sommige mensen die met suïcidale gedachtes worstelen, schrikken heel erg wanneer ze voor het eerst realiseren dat ze dood willen.
Aafke: ‘Ik denk er al van kinds af aan over na. Ik was verbaasd dat mijn leeftijdsgenoten dat helemaal niet hadden. Zij zagen de dood als iets wat hun opa of oma kon overkomen, maar ik dacht: ik kan ook gewoon dood. Het voelde als een reële optie: je kunt altijd stoppen met leven, dat is een keuze.’
Hugo: ‘Ik heb daar zelfs een nummer over geschreven: “Leven is een Keuze”. Ik heb vaak de gedachte: “Als ik dit nu doe, dan is alles voorbij.” Soms dagelijks of heel vaak per dag. Ik heb daar zelf geen waardeoordeel meer bij: als mens ben je in leven, maar daar heb je niet per se voor gekozen. Je kunt gaan wegkwijnen in een hoekje, maar je kunt ook denken: “Oké, ik kies ervoor om te blijven leven en probeer er dan ook wat van te maken, ook al zie ik het nut er soms niet van in en doet het me heel veel pijn.” Die gedachten zijn voor mij heel gewoon, op een manier ook wel geruststellend. Maar dit nummer gaat meer over het moment dat je het niet rationeel bekijkt en wordt overgenomen door het gevoel: “Er klopt hier iets niet.”’

Wanneer komen die gedachtes opzetten? Is er een trigger van buitenaf?
Hugo: ‘Nee, het zit dieper dan dat. Voor mij komt de gedachte dagelijks wel even hoi zeggen. Ik heb het er in het verleden veel moeilijker mee gehad, maar met hulp van professionals heb ik nu meer zelfkennis. Het is onderdeel van mij.’
Aafke: ‘Bij mij wisselt het heel erg. Er zijn periodes dat ik veel angstaanvallen heb en in paniek ben. Dan is het er constant. En er zijn periodes dat het veel beter gaat. Dan is de gedachte er nog steeds dagelijks, maar dan neutraal. Ik woon op de vierde verdieping. Dan ben ik me er altijd van bewust: “Als ik hieraf spring, ga ik dood.” Maar die gedachte is vrijwel nooit alarmerend. Ik ben 95 procent van de tijd heel tevreden en blij, minder dan 5 procent niet. Zelfs in die heftige periodes kun je de afweging maken: het leven is vooral heel leuk.’

Hoe is het voor jullie om erover te zingen en dat naar buiten te brengen?
Aafke: ‘Ik vond het alleen eng wat mijn omgeving ervan zou denken. Die hebben zich periodes enorm veel zorgen over me gemaakt, voor hen is het meer beladen. Ik heb hen gewaarschuwd, ze zijn er oké mee.’
Hugo: ‘En de nuance is belangrijk: het gaat om gedachten, niet om een levensstijl. Ik heb daar 20 jaar over nagedacht, ik heb de gedachten geanalyseerd en heb er vrede mee. Daardoor verdwaal ik er niet in als ik erover zing, voor mij is het juist rustgevend.’

Stippenlift

(Tekst gaat verder na de video)

Er is natuurlijk meer muziek die dit soort thema’s aansnijdt. Is dat voor jullie een troost geweest?
Hugo: ‘Zeker. Vroeger dacht ik: “Oh, wat fijn dat iemand anders zich ook zo voelt.” Via muziek wilde ik kijken hoe diep deze put is en wie er nog meer in zit. Nu ik wat meer levenservaring heb – zonder als een boomer te willen klinken – voel ik me sowieso minder alleen. Als ik nu Nirvana of Joy Division of Lana Del Rey opzet, doe ik dat om er in te kunnen zwelgen. Het is “Aangenaam Depressief”, zo zou Tel Sell het verkopen. Maar als het echt slecht met me gaat, dan ben ik niet met muziek bezig.’
Aafke: ‘Precies. Als ik in paniek ben of depressief, dan is iedere prikkel me teveel. Alles komt dan te hard binnen. Maar als ik me goed voel, dan luister ik graag naar trieste muziek, muziek waar ik weemoedig van word.’

Wat hopen jullie te betekenen voor de mensen die zich herkennen in dit nummer?
Aafke: ‘Ja, dat mensen zich minder alleen voelen. Het kan heel erg helpen om erover te praten, en dat zonder schaamte te doen. Ik hoop dat dat gebeurt, dat het taboe eraf gaat. Ik denk echt dat er dan uiteindelijk minder mensen zelfmoord plegen.’
Hugo: ‘De voornaamste reden voor me om dit nummer te maken, is om het van me af te schrijven. Maar we nemen een zekere verantwoordelijkheid door hierover te zingen en praten. Die nemen we allebei heel serieus. Sinds ik deze muziek maak, merk ik hoeveel mensen hiermee worstelen. Ik krijg op social media vaak berichten van mensen die met zichzelf in de knoop zitten. Sommige berichten zijn lief, maar bij anderen gaat het helemaal mis. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Uiteindelijk is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen keuzes. Ik zeg dus altijd: zoek gewoon hulp, ga langs bij je huisarts en ga in gesprek met hen als je niet met je familie of vrienden kan praten. We zijn hier niet om depressie cool te maken.’

Zit je niet lekker in je vel of zie je het leven (even) niet meer zitten? Neem dan contact op met Mind Korrelatie of met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900-0113 (24/7 bereikbaar).