To Love Is To Live: het klinkt haast als een tegeltjeswijsheid. Op het eerste gezicht lijkt het geen voor de hand liggende leus voor Jenny Beth, frontvrouw van de intense noiserockband Savages. Een hyperintense liveband was dat, niet bepaald gezellig. Hun shows, die ze speelden op festivals als Down The Rabbit Hole en vooral thuisbasis Le Guess Who? waren hard en meedogenloos. En toch: ondanks die strenge blik, waarmee Beth alles bezag, zong ze toch vooral over het leven en de liefde. Een optimistische boodschap in een kille omlijsting.
Maar Savages, dat wilde Jehnny Beth even niet meer. De projecten van de band waren te trefzeker, het wist té goed waar het mee bezig was. ‘Het zat de creativiteit in de weg,’ vertelt Beth, een week nadat haar solodebuut uit is gekomen. In de periode na Savages en vóór de geboorte van Jehnny Beth als solo muzikante zat ze niet stil. Ze acteerde, hostte een radioshow, tourde met Gorillaz de wereld rond. Ze schreef een boek in samenwerking met Johnny Hostile, over seksuele uitspattingen en relaties die net buiten de norm vallen. En hoe woedend ze ook nog steeds op deze plaat klinkt sijpelt ook die fascinatie voor seksualiteit en de liefde ook door in deze plaat. Daardoor zit het vol contrasten. Op 'Flower' is ze 'a flower filled with murder', iemand die zich woedend kan uitlaten en tegelijkertijd wijfelt over wat ze haar partner ze bieden is. Kil, venijnig en tegelijkertijd kwetsbaar.