Ze viel in herhaling, was haar leven in België beu, en al die liedjes over zichzelf hoefden ook niet meer zo nodig. Dus verhuisde Roos Rebergen voor haar man naar de Verenigde Staten, in de hoop dat de muziek daar weer zou komen. Ze haalde er haar rijbewijs en kreeg er een kind, maar eigenlijk ontstond het album Lucky pas toen ze weer terugkeerde.

Zo’n maffe gedachte: Roos Rebergen emigreerde naar de Verenigde Staten terwijl Barack Obama nog president was, en de eerste nacht daar aan de overkant van de oceaan werd Donald Trump verkozen tot president. ‘Dus ik zei de volgende dag tegen de bovenbuurmeisjes – de ene zat op zo’n Kunstacademie-achtige school – zoiets als: ja sorry, in plaats gefeliciteerd toch eerder gecondoleerd met deze uitslag. Zij: “Wat bedoel je?” Bleken ze heel erg pro Trump te zijn. Je ziet niet aan mensen of ze voor of tegen zijn. Dat was heel vermoeiend aan Amerika: het nieuws weegt continu op je schouders, maar op een gegeven moment volg je het gewoon niet meer. Anders krijg je echt ruzie met elkaar.’

Eigenlijk was Roosbeef net lekker bezig in België. Derde album Kalf (uit 2015 alweer) werd goed ontvangen, ze had een band van stermuzikanten om zich heen verzameld (met Tom Pintens en Tijs Delbeke in de gelederen, naast mede-oprichter Tim van Oosten), ze kon er uitgebreid toeren en werd serieus genomen terwijl ze voor haar gevoel in Nederland toch nog altijd werd gezien als dat gekke meisje met roze haar. En toen vloog Roos Rebergen haar man Paul achterna, een Nederlandse kernfysicus die twee jaar onderzoek ging doen in Lexington, Verenigde Staten. Een stad met grote bluegrassfestivals, een burgermeester die openlijk gay is en heel veel paardenraces. Nu is er een mooi nieuw album, Lucky, dat niet in Amerika tot stand kwam maar toch wel echt over Amerika gaat.

CV Roosbeef

2003: Roos richt op 15-jarige leeftijd Roosbeef op
2005: Roosbeef wint Grote Prijs van Nederland
2008: Debuutalbum Ze willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten op Excelsior
2009: De Speeldoos, samenwerking met Torre Florim van De Staat
2011: Tweede album Omdat Ik Dat Wil 
2013: De Tweede Speeldoos 
2015: Album Kalf in eigen beheer
2016: Dichtbundel Ik ben al 11 jaar geen 16 meer
2020: Album Lucky

Met welke verwachtingen stapte je op dat vliegtuig richting Kentucky?
‘Ik wilde een nieuw leven. Ik was het een beetje beu, ik viel in de herhaling in mijn eigen… mijn eigen alles. Ik had een romantisch idee over leven in Amerika, ik luisterde al mijn hele leven naar country-muziek. Maar ik had een beetje onderschat hoe hard het is om te emigreren, en hoe belangrijk het is om in de buurt van familie te zijn. Ik was plots zwanger, ging daarheen en het veranderde heel veel in ons leven. Ik had het gevoel dat ik er heel veel muziek zou gaan maken, maar dat lukte eigenlijk pas toen ik weer terug was.’

Waarom lukte dat niet?
‘De melodieën komen altijd wel, maar tekstueel sleutel ik altijd heel lang. Toen ik naar Amerika vertrok, wist ik niet zo goed waar ik over moest schrijven. Daarom wilde ik misschien ook wel weg. Ik was uitgeschreven over mezelf, ik wilde niet meer de hele tijd ikke ikke ikke.’

Als artiest draait het leven vaak om jóú. Op het moment dat jij achter je man aan reist en een kind krijgt, zijn de rollen totaal omgedraaid. Hoe was dat voor je?
‘Je hebt gelijk en dat was wel even wennen. Ik kan heel goed volgen, maar wordt daarin heel fanatiek en vind mezelf dan niet meer zo leuk. Maar het kon niet anders, met dat moederschap. Als je thuisblijft en met het huishouden bezig bent, voel je je toch een beetje nutteloos. Het was moeilijk om daarin een balans te vinden, en het werd ook een excuus om maar niet aan mijn muziek te werken. 'Nee, ik moet eerst boodschappen halen. Hoe ouder Jackie wordt, hoe beter ik het kan loslaten.’

Maar dat moederschap, daar wil Rebergen het vooral niet te uitgebreid over hebben. Want iedereen krijgt zo’n beetje kinderen. Laten we het liever over dat album hebben. Ja, Lucky dus. Toen Rebergen vorig jaar weer met man en kind naar België terugkeerde, stroomden de prachtzinnen opeens wel naar buiten en ontstond een album vol personages. Zoals de cowboy op ‘Rodeo’, die in het natte stro ligt uit te puffen, zijn botten weer eens heeft gebroken maar toch snakt naar de volgende rit op een volgende stier. Een nummer dat stiekem toch weer gaat over Rebergen zelf. ‘Dit is niet mijn eerste tegenslag, dit is niet de eerste klap die ik heb gehad. Dat zeg ik er eigenlijk mee.’ De fraaiste zin uit het nummer: Er branden bossen voor ons ogen af, het was het mooiste wat de mens ooit zag.

De cowboy fascineerde Roos Rebergen altijd al. Er zijn zelfs foto’s hoe ze als elfjarige cowboyliedjes zingt en in Amerika kon ze er bijna niet omheen. ‘We zijn naar heel veel paardenraces geweest, naar cafés waar de tijd heeft stilgestaan. Geweldig was dat, alles onder het stof, non-stop een videoband van Jaws op repeat, iedereen rookt met de kinderen erbij, heel veel eigenaardige mensen. Met nieuwjaarsnacht waren we in Memphis, en natuurlijk waren we vroeg wakker vanwege de baby. Dus om 6 uur ’s ochtends gingen we naar een ontbijttentje, waar grote vrouwen met enorme borsten stonden te schreeuwen terwijl ze eieren bakten. Een man met één oog zei: “Ik ga een liedje voor jullie dochter draaien.” Dus zette hij ‘I Got Sunshine’ op de jukebox aan. Het zijn de kleine dingen, maar als je ergens anders bent, heb je behoefte aan contact. Alles grijp je aan, je staat veel meer open voor andere mensen en culturen. Dat heeft me zoveel goed gedaan. Alles voelde intenser.’

Dan is er nog een lied voor het ‘Sterrenmeisje’: ‘Ze had een zeer moeilijke jeugd, een labiele moeder en een vader die niet deugt.’ En de western-ballade ‘Amerika II’ met zijn weelderige strijkers en melancholische gitaartokkel, waarin Amerika wordt voorgesteld als een goedkoop pak dat je wordt aangesmeerd. ‘Het staat je beeldig, ’t kleurt bij je haar, ’t zit als gegoten dat Amerika.’ Maar dan blijkt het te plakken en te schuren, krap te zitten en nauwelijks te passen. ‘Niet iedereen kan er tegen, niet iedereen kan in Amerika wonen,’ aldus Rebergen. ‘Door de grootsheid is het ergens ook benauwend.’

Roosbeef

En de allermooiste zinsnede van het album, die komt uit de single ‘Menselijke Mensen’ (wat meteen ook het allerbeste nummer is dat Roosbeef ooit maakte): ‘Toen ik nog jong en ongelukkig was – o ik verlang zo terug naar die tijd. Maar geef de schuld niet aan uw kinderen – want ook de kinderen spelen het kwijt.’ 

Waar verlangde je precies terug naar?
‘Nou…. het is iets onschuldigs om ongelukkig te zijn. Iedereen vind het goed dat je ongelukkig bent als je jong bent. Zodra je ouder wordt, vinden mensen het maar vervelend als je gaat zwelgen.’

Vroeger was je vaak somber, vertelde je in interviews. Is dat veranderd?
’Nou ja… het is wel zo dat ik een gevoelig type ben, maar ik heb het steeds beter leren gebruiken als kracht. Het gaat goed met me.’ 

En hoe kijk je nu je weer terug bent naar je muzikantenbestaan?
‘Iedereen in de groep had het gevoel dat we net lekker bezig waren toen ik wegging, maar voor mij was het noodzakelijk om even iets anders te doen. Toen ik wegging, dacht ik nog: misschien moet ik gewoon iets anders gaan doen. Maar ik kwam er ten eerste achter: ik kan niets anders. Wie zou mij nou aannemen? En ten tweede: ik heb dit héél erg gemist. Nu heb ik er weer zin in, ik heb heel veel energie en inzicht gekregen. We gaan weer vooruit, we vallen niet meer in de herhaling. Dit is het mooiste wat er is.’