Kwispelend rent Diablo om zijn baasje heen. Vrolijk springt de pitbull-pup van zeven maanden achter een stel bromvliegen aan, en hij laat zich maar al te graag aaien op het kantoor van het Haagse hiphop-label Wilde Westen. Het is ontroerend om Knaller met zijn hondje te zien. ‘Het is mijn allerbeste vriend’, zegt hij met een voorzichtig glimlachje, ‘mijn schaduw. Dankzij hem kan ik ook rust vinden als ik niet in de studio zit.’
Maar het moge duidelijk zijn: vooral in de studio vindt de 21-jarige rapper uit de Schilderswijk rust. Een studiosessie is voor hem als een therapiesessie. Daar in de booth kan hij opeens de gedachten en gevoelens verwoorden die er op andere plekken maar moeilijk uit komen. Zet een loeiharde drill-, trap- of boombapbeat aan, schuif de microfoon open, en opeens komt alle pijn van de afgelopen jaren eruit.
Dat hoor je dus ook op zijn ijzersterke debuutalbum Zonder Moeder Zonder Vader. Daar vertelt Dartell Mercera alias Knaller dat hij zijn vader nooit gekend heeft, dat hij zijn moeder vijf jaar geleden verloor aan leverkanker en hij daarna zijn eigen boontjes maar moest doppen. Zo zakte hij weg in het straatleven, hij belandde als 16-jarige in de gevangenis en daar deed hij een hiphop-workshop. ‘In de gevangenis begon ik teksten te schrijven’, vertelt Knaller vandaag. ‘Ik schreef over mijn moeder en ik schreef bars, veel boze dingen. Ik wist nog niet of ik wel rapper wilde worden, maar ik wist wel: ik wil dit aan de wereld vertellen.’