The Cure en Pinkpop hebben een geschiedenis. Het ging in de jaren tachtig helemaal niet goed met het festival in - toen nog, Geleen. Pijnlijk weinig bezoekers, financiële problemen. En toen kwam The Cure in 1986, er werden 50.000 kaarten verkocht en het festival was gered. Het is niet ondenkbaar dat de Britse proto-gothics hier vandaag ook weer staan om de boel te redden. Eigenlijk stond Eminem heel lang al met potlood ingevuld als derde headliner, maar die zei behoorlijk laat af. Armin van Buuren werd ingevlogen, om samen met The Cure de bovenste regel van de zondagposter in te vullen. Van Buuren moet nog beginnen, maar als die ook maar in de buurt komt van The Cure heeft Pinkpop een beter slot van hun tweede dag dan Eminem ooit bij elkaar had kunnen rappen.
Kijk ze staan dan. Allemaal zo rond de zestig. Wat bij Robert Smith eigenlijk helemaal niet veel zegt, ondertussen kun je nauwelijks meer zien hoe oud hij is. Het zou ook best twintig jaar jonger kunnen zijn, en dat ie dan net vandaag een gigantische kater had. Ze zien er nog steeds uit als pubers die net wat ongemakkelijk erachter komen dat ze hun prille weemoed en neerslachtigheid ook kunnen uiten in hun uiterlijk. Donkere vegen onder de ogen, ongestreken, oversized overhemden of juist een tanktop en legging zoals de bassist. Alles zwart natuurlijk, het liefst de lippenstift ook nog. Daar is niks sarcastisch aan, het laat alleen maar mooi zien hoe tijdloos die hele stijl was die The Cure zich al in de jaren tachtig aanmat. Tuurlijk haakten ze daarmee aan bij bands als Siouxsie and the Banshees, maar The Cure vertaalde het naar iets waar de massa zich ook mee kon relateren en naar liedjes die stadions konden vullen zonder ook maar iets van de lading te verliezen. Smachtende liefdesliedjes, eindeloos eenzaam navelstaren, gezwelg en quasi filosofische weerspiegelingen, maar ook refreinen die je dagenlang achteloos op de fiets fluit.