‘De vorige keer dat we in Amsterdam waren, stonden er een heleboel mensen manisch hun middelvinger naar ons op te steken.’ Aldus Robin Wright, helft van Giant Swan. ’Zo van: “FUCK YOU! YEAH! DIT IS SICK!” De hele tijd. Echt een techno-dingetje,’ zegt hij, voordat hij zijn gezicht vertrekt in een grimas, een imitatie van de hard boys vooraan. Zeg maar, techno viking, maar dan met een hogere hooligan-factor. Ja, de sets van Robin Stewart en Harry Wright maken nogal wat los bij mensen. Met name een heleboel naaktheid, maar ook vooral een primitieve reactie. Met hun hardware set-up, waarin ze hun gruizige en rauwe elektronica manipuleren met de uitrusting van een stel shoegaze gitaristen, is het duo – bestaande uit Robin Stewart en Harry Wright – één van de meest opwindende live-techno acts van het moment. Het type dat in één uur met 130km/u over je heen dendert alsof jij het stukje rails bent dat hun goederentrein naar de staalfabriek transporteert. En dat heeft dus z’n effect op mensen.
‘Ah, ja… Er is vooral heel veel naaktheid bij onze shows. Als mensen zomaar hun alles geven, daarvan wil je je toch helemaal laten gaan? Alles vergeten? Vergeten dat je ouders hebt,’ verzucht Robin. ‘En de dood,’ vult Harry aan. ‘Dat is het wel, hè? Anti-doodsmuziek.’ Robin kijkt hem even ernstig aan.
‘Ja,’ knikt Harry.
‘…Tja.'
Iemand heeft een keer een bierblikje op mijn hoofd ingedrukt,’ zegt Robin.
‘Haha. Dat was ik.’
‘Oh ja,’ grijnst Robin.
‘En iemand heeft een keer het geluid uitgezet,’ grinnikt Harry. ‘Ze vonden het niet zo leuk, denk ik.'
‘Ik denk dat we dat daaruit kunnen opmaken dat ze het niet leuk vonden.’
‘Het gekste dat er bij onze shows gebeurt is waarschijnlijk gewoon dat mensen ervan genieten. Een bloody good time hebben,’ zegt Harry met een uitgestreken gezicht.
Robin proest het uit. ‘Pfffff. Haha! Daar heb je je onderkop!’