Na 25 jaar keert VPRO-legende Lotje IJzermans terug als radio-dj in een podcast vol alternatieve muziek van toen en van nu. Vanaf vandaag verschijnt Psychocandy elke donderdag op onze site en alle podcast-apps. Luister nu al naar de eerste drie afleveringen!

Luister nu

Wil je de Psychocandy podcast luisteren? Dat kan natuurlijk via je podcast-apps: abonneer je hier op iTunes. Hier op Stitcher. Hier als RSS feed.

Psychocandy Aflevering 1 

We gaan van start met een bomvolle eerste aflevering! Lotje vertelt daarin over haar ontmoeting met Sonic Youth en over de liveopnames van dEUS in de studio. Daarnaast is Jasja Offermans, bassiste van de Nederlandse band Indian Askin, ook nog eens te gast in de rubriek Muzikanten Muziek. Kortom: luisteren dus.

Psychocandy Aflevering 2

Deze week is DJ Mason te gast bij muzikantenmuziek. De duizendpoot Mason scoorde onder andere hits die te horen waren in Engeland, Spanje en Nederland, richtte zijn eigen platenlabel Animal Language op en vormt sinds dit voorjaar samen met DJ Joost van Bellen en DJ/Rapper Willie Wartaal het trio The Rad Pack.  

Naast gast Mason ook oude liveopnames van The Cramps in de Jaap Edenhal in 1990. En een prachtverhaal over hoe Lotje de band destijds ontmoette.

Psychocandy Aflevering 3

De gast deze week behoeft eigenlijk geen intro meer, het gaat namelijk om singersongwriter Tim Knol. Lotje neemt een sprong in Bluegrass en praat met Tim over zijn diverse projecten. Verder gaan we terug naar 1986 toen de Australische band The Triffids een sessie deed in de VPRO studio.

Lees hieronder het interview met Lotje IJzermans uit de VPRO Gids.

‘Mag mama niet een hobby? Een uurtje plaatjes draaien?’ Zo formuleerde Lotje IJzermans het sluimerende verlangen jarenlang tegenover haar toenmalige baas Gerard Walhof, hoofdredacteur radio bij de VPRO. IJzermans was na haar jaren als dj bij onvergetelijke VPRO-shows uit de jaren tachtigtig en negentig, zoals De Wilde Wereld, Villa 65 en Nozems-a-gogo uitgegroeid tot documentairemaker, presentator en uiteindelijk eindredacteur van de cultuurradioprogramma’s De avonden en Nooit meer slapen. Maar ze bleef tussen de bedrijven door in de ban van eigenzinnige rock en pop, en hield alle nieuwe releases bij. Voor ‘mama’s hobby’ was alleen nooit plek – totdat ze het al niet meer verwachtte. ‘Toen werd het ineens in mijn schoot geworpen,’ vertelt IJzermans. Met die stem, waar fans van het eerste uur nog altijd door opveren.

Hoe kwam dat zo?
‘Willem van Zeeland, die nu over de VPRO-radio gaat, vertelde me: 'We mogen op Radio 2 podcasts maken; ik dacht aan jou, en dan een beetje met dat gevoel van vroeger.' Ik zei meteen ja – ik zeg altijd graag eerst ja, dan zie ik daarna wel wat het precies wordt. En nu hebben we al een paar proefuitzendingen klaar. Het is niet nostalgisch hoor, ik heb een hekel aan nostalgie. Ik vind het heden leuker dan het verleden, en als dat niet zo is, moet je er wat aan doen. Al was het stiekem best wel heel leuk vroeger.’

Vertel!
‘Bij het woord rock-’n-roll denk je nu aan vetkuiven of zo, maar toen was het echt een houding. In 1977 was ik achttien en ging ik naar Amsterdam. Punk werd mijn grote liefde. En dat gevoel van young, loud and snotty, dat “maakt niet uit dat jullie het allemaal al gedaan hebben, nu ga ík het doen”, dat vind ik nog steeds heel aantrekkelijk. Muziek met een attitude, dat is wat je in Psychocandy hoort. Van nu en van toen.’

Hoe kijkt u terug op uw tijd als een van de weinige vrouwelijke dj’s?
‘Ik ben blij dat er inmiddels veel vrouwen op de radio zijn, maar ik heb het niet als lastig ervaren destijds. Eerst wel, toen wilde ik net zo stoer zijn als de mannen. Tot ik me realiseerde: ik moet gewoon zijn wie ik ben, een vrouw. Ik ontdekte ook dat je best afschuwelijke dingen kan vragen als je er heel lief bij lacht. Met mijn ogen zei ik: vertrouw me maar, maar met mijn mond was ik dan heel kritisch. Er waren in die tijd wel écht weinig vrouwelijke dj’s, naast mij was er op Radio 3 alleen Jeanne Kooijmans. En dan was ik dus ook nog een vrouw die van ruige muziek hield. Voor mij heel gewoon, maar toen echt ongebruikelijk.’

Wat is er te horen in Psychocandy?
‘We openen altijd met een oude plaat. En we hebben leuke gasten, in aflevering 1 bijvoorbeeld Jasja Offermans van de band Indian Askin. Ik sta open voor allerlei gasten, daar is niet echt een criterium voor. Ja, misschien Gerard Joling niet... Hoewel, dat zou ik ook nog wel leuk vinden! Verder draaien we altijd iets uit het VPRO-archief, iets waar ik ook wat over kan vertellen. In de rubriek “Muzikantenmuziek” vragen we een muzikant om zijn geheimtip. Ook koppelen we een oude plaat aan een nieuwe. En als het eenmaal staat, wil ik graag wat publieksinteractie; het is niet meer van deze tijd om alleen maar te zenden. Het lijkt me leuk als luisteraars zich ermee bemoeien, van: waarom kiezen jullie hiervoor? Of: vertel dat verhaal nog eens. Ik kom dus ook met verhalen uit de oude doos: bijvoorbeeld over mijn allereerste muziekinterview, bij Sonic Youth op de hotelkamer, waar ik zo verlegen was dat ik na tien minuten wegvluchtte. Maar als de podcast alleen dát was, had ik het niet gedaan, dat zou ik te belegen vinden. En wat je qua muziek kan verwachten: niet alleen maar gitaarmuziek van witte jongens tussen de twintig en dertig. Ik wil ook hiphop, en dance, en iets wat ik nog nooit gehoord heb. Ik wil verrast worden.’

Misschien een diverser geluid dan in uw hoogtijdagen als dj?
‘Nee hoor, toen hadden we ook altijd veel hiphop, live in de studio ook, en americana, oude soul en blues. Alleen kwam op een gegeven moment de dance, en daar waren wij dus heel erg tegen. Wat natuurlijk heel stom was. Maar ja, in 1977 had je punk en disco, en punk zei: death to disco - daar bleef ik een beetje in hangen. Stom, want er is, nou ja, ook wel leuke disco. Een dancetijger ben ik weliswaar nooit geworden, maar er zijn wel danceplaten die ik heel goed vind.’

Psychocandy wordt aangekondigd als een muzikaal thuis voor mensen met een alternatieve popsmaak die na hun dertigste uitgekeken raken op 3FM. Zocht u zelf ook zo’n thuis?
‘Zeker. Want ja, ik ben écht te oud voor 3fm. Op Radio 2 gebeuren weliswaar meer leuke dingen dan ik dacht, maar mijn smaak is toch radicaler. Ik stuur mijn man nu alle proefuitzendingen en die roept steeds: ik vind het zó leuk, elke week Psychocandy! En dat zegt hij volgens mij dus niet omdat ik het presenteer, maar omdat het zo fijn is om weer op die manier muziek aangereikt te krijgen.’

Hoe ontdekt u zelf nieuwe muziek? Gaat u nog naar festivals?
‘Haha, nee man! Ik beluister op vrijdag gewoon urenlang nieuwe releases. Heerlijk! Van mijn achttiende tot mijn drieëndertigste ging ik drie, vier keer per week naar Paradiso. Daarna was het opeens klaar, genoeg geweest. Ik ga natuurlijk nog weleens naar concerten; laatst nog Sharon Van Etten, en ik heb al kaartjes voor Bill Callahan, en Fatal Flowers, en Tinariwen. Maar in een festivalwei liggen, daar moet ik echt niet meer aan denken.’

Welke drie nummers draai je op het moment grijs?

1. Little Simz - Boss

‘Krachtige vrouwelijke rapper uit de UK. Dit is het prijsnummer van haar album Grey Area. Kendrick Lamar is fan, ik ook. ‘I’m a boss in a fucking dress!’’

2. Dylan LeBlanc - Honor Among Thieves

‘Americana om je vingers bij af te likken. In dit nummer met breekbare zang, prachtige strijkers en een tekst die de American Dream onderuit haalt.’

3. Big Thief - Century

‘Hondenogen die oplichten in het schijnsel van de koplampen, de fluisterzang van Adrianne Lenker en die weemoed. Altijd weer die weemoed.’

Wie is je droomgast?

‘Iggy Pop. Toch wel. Niet omdat het zo’n goed geconserveerde oude man is, ook niet perse om zijn intellectuele overpeinzingen, maar omdat zijn band The Stooges in 1968 toch wel de muzikale blauwdruk creëerden voor alle interessante muziek die daarna kwam.’ 

Welke van het toneel verdwenen band verdient een reünie?

‘Bijna elke band waarvan ik dat zou willen heeft wel een dode in de gelederen. Weinig kans dus. Ik denk aan Big Star, Husker Du, The Velvet Underground, The Triffids, Sparklehorse, Stooges, Nirvana en the Gun Club. Ik zou ze allemaal (nog eens) live willen zien. Maar omdat dat onmogelijk is kies ik voor Sonic Youth. Kim Gordon, Lee Renaldo, Thurston Moore en Steve Shelley. Een unieke combinatie van kunstzinnige experimenteerdrift met een r’n’roll attitude. En daarbij: aardige mensen die tal van andere artiesten een “kontje” gaven, zoals Nirvana, Pavement, Catpower en Beck, bijvoorbeeld.’