Klinkt als een tekst die de Xenos op een kussen zou drukken, nietwaar? Maar op Motel Mozaïque voltrekt de zoektocht zich juist op uiterst subtiele wijze, worden vragen gesteld zonder dat daar altijd een antwoord op wordt verwacht. Niet voor niets hanteert het festival dit jaar het programmathema 'Liquid'. Aan de hand van muziek, dans en performance onderzoekt het wie we zouden zijn zonder grenzen. Veel kunstenaars gaan gedurende drie dagen op zoek naar hun identiteit. Niet bij voorbaat overtuigd van hun eigen gelijk, maar met open vizier.
Zo zwart-wit als MoMo's artwork is, zo kleurrijk is zijn programma: het reikt van de Taiwanese psychfolkband Prairie WWW tot de Keniaanse americanagitarist J.S. Ondara en van Zuid-Koreaanse indieband Say Sue Me tot Bendik Giske, een Noors-Deense saxofonist die jazz en techno combineert om een ode te brengen aan queer nachtleven. Inderdaad, de meest diverse stad van Nederland - die tijdens het festival verkend kan worden middels een selectie guided tours - groeit daadwerkelijk uit tot een soort motel, waarin op allerlei plekken reizigers en grensverleggers een gezamenlijke thuisbasis vinden. Al is het maar voor even. Dat gebeurt niet alleen op de plekken waar altijd al muziek te vinden is, maar ook in het Groot Handelsgebouw, op het Schouwburgplein (voor de gelegenheid Plaza Mozaïque) en op zaterdagmiddag in gallerie MAMA (Media and Moving Art).
Daar presenteren programmeurs Eva Verboon en Ilana van den Berg in samenwerking met curator Maria Lamslag, performer Robin Block en muzikanten Maurits Westerik (bewilder) en Jason Köhnen (Bong-Ra) Hallo, Halo, Hello Bandung een multidisciplinaire en aangrijpende reflectie op hun gedeelde Indische achtergrond. In geluidsfragmenten gaan de leden van de derde generatie met elkaar in gesprek over hun cultuur, wat die betekent en tot in hoeverre die de hunne is. Westerik en Köhnen remixen materiaal van hun gezamenlijke album als Giants of Húsavík en de bewilder-frontman leest voor uit een emotionele brief van Köhnens opa. 'Thuisvaart', heet -ie.
Later peinst ook Helado Negro in de Arminiuskerk over thuis. En dan met name over wat of waar dat precies is. In de liedjes van zijn verstilde nieuwe album This Is How You Smile wisselt de in Brooklyn gevestigde zoon van Ecuadoriaanse ouders moeiteloos tussen Spaans ('Pais Nublado') en Engels ('Running'). Maar net als Hallo Bandung wordt Roberto Lange's show nooit zwaarmoedig of hoogdravend: beide shows zijn juist opvallend speels. Met behulp van zijn bandleden vermengt Lange zijn traditionele folkliedjes met stiekeme elektronica en zalvende saxofoonmelodieën. Zelfs (of juist) op de meest intieme en persoonlijke momenten mag gedanst worden, zo blijkt.
Dat zulke ernstigheid en dans elkaar niet in de weg hoeven staan, blijkt ook bij Obongjayar, wiens moves een onwaarschijnlijk James Brown-gehalte hebben. Springend, dansend, hurkend verkent hij alle uithoeken van het podium, begeleid door de jazzy instrumentals en afrobeatritmes afkomstig van zijn band. Zulke deinende grooves slaan een onwaarschijnlijk contrast met de beladenheid van zijn vocalen: zo scandeert hij spoken-word verses over het hyperpersoonlijke en het politieke, om vervolgens met zijn gruizige stem uit te breken in strijdlustige uithalen: 'These motherfuckers took away my innocence. I won't let them do the same to you!'
Kinderlijke onschuld is eveneens ver te zoeken bij de Syrisch-Amerikaanse K Á R Y Y N, bij wie slechts een handjevol mensen zijn op komen dagen. Ook bij haar drukt het verleden een stempel op haar beladen muziek: haar album The Quanta Series vertaalt een traumatisch rouwproces - de dood van twee van haar familieleden in Aleppo - naar futuristische R&B, waarin een hoofdrol is weggelegd voor haar adembenemende stem. Die klimt van de warmste dieptes naar ijzingwekkende hoogtes, nu weer gewikkeld in de reverb, dan kraakhelder en zonder poespas. Prachtig is het, en vanwege de lage opkomst des te intiemer, alsof je mee staat te kijken bij een ceremonieel afscheid.