Mikey Casalaina en Arie van Vliet van Naive Set zijn neergeploft in Casalaina’s vaste stek in Amsterdam-Noord. Slechts tien minuten lopen vanaf zijn huis, tien minuten de andere kant op sta je middenin de weilanden. ‘Dat vond ik echt zo wonderlijk de eerste keer dat ik hier kwam,’ vertelt de uit Amerika afkomstige frontman, ‘in de VS ben je uren onderweg eer je een keer uit die suburbs bent.’ Casalaina ontmoette de basgitarist Casper Stalenhoef tien jaar geleden in Philadelphia, waarna hij redelijk impulsief zijn biezen pakte en zich in Amsterdam nestelde. Hij is nooit meer vertrokken. In 2012 werd Naive Set geboren, sindsdien is het multi-nationale vijftal de stille kracht van de Nederlandse scene. Ze leverden twee overheerlijke albums af die bol staan van de zonnige, nonchalantie indiepopliedjes à la Real Estate en The Feelies en speelden ruim negentig shows: allemaal in Nederland.
Naive Set surft al een tijdje rond op onze radar. Ze gooien de zonnigste momenten van de jaren ’60 in een blender met lichtvoetige jangle-rifs en persen hier ijzersterke nummers uit. Ze trokken hiermee de aandacht van bands in dezelfde hoek: het Canadese Nap Eyes en het Britse Ultimate Painting staken de vijf mannen al de welverdiende veren in de reet. Weet het regenachtige Nederland deze zonnige sound niet te waarderen? Ligt hun succes misschien over de grens? Dit jaar wil Naive Set met hun derde, titelloze album op de internationale toer. Gewapend met misschien wel de beste nummers die de band tot nu toe op de wereld heeft gezet, bijvoorbeeld het funky doch laid-back 'Easy Jesus', ultieme zomervakantiejam 'Green & Blue' en melancholisch pareltje 'Feminine Ending'. Een muzikale vakantie, afkomstig van een band die de DIY-scene in Nederland als comfortabele thuisbasis heeft.
Casalaina kijkt glimlachend de ruimte in waar het IJ ons vanachter de ramen tegemoet glanst. ‘Ons album is zoals dit café,’ hij gebaart om zich heen. ‘Alles is schoon, staat op z’n juiste plek en heeft een fijne, lichte, comfortabele sfeer. Maar tegelijkertijd zijn deze tafels ineens gemaakt van rare karretjes. Het hoeft allemaal niet perfect te zijn: dat was ons doel. Ik vind het fijn wanneer dingen well thought out zijn, maar niet té. We wilden mooie nummers schrijven, maar op gevoel. Niet alsof we in een laboratorium staan: een snufje van het D-akkoord, een beetje F-majeur en voilà: een perfect nummer.’