Een jaar of zes had Olaf Boswijk meer dan een fulltime baan aan Trouw. Hij was eigenaar, programmeur, hij wilde de nachten zelf ook meemaken in het weekend en de club stond ook nog eens vol met vrienden. Het liep allemaal door elkaar. En hij draaide zelf ook nog. Hij kijkt er vol verbazing op terug, op een zonnig terras in Nederland. Het is inmiddels traditie dat hij en zijn vrouw elk jaar in de zomer een paar maanden in Nederland zijn. Vrienden en familie bezoeken, een beetje werken.
Resetten
De reis is inmiddels veranderd in een langer verblijf – er wordt gewerkt aan een voorlopige verblijfsvergunning – en ze zijn al zo lang weg dat het telkens weer wennen is in Amsterdam. ‘Hoe deed ik dit ook al weer? Hoe doen jullie dat?!’ verwondert Boswijk zich. 'De eerste maanden in Canada moest ik echt uitrusten. De jaren Trouw verwerken, slapen, bedenken hoe ik me tot alles verhoud. Maar na een half jaar kwamen we er echt in. Op reis is het heel anders. Sowieso hebben we nooit buitenlands simkaarten genomen, dus we zijn alleen online als er ergens Wi-Fi is. Maar negen van de tien plekken waar we staan, hebben dat niet.'
'Meestal worden we ergens wakker in de in de bergen, bossen of aan zee. En dan weet ik nog niet helemaal wat ik ga doen. We ontbijten, misschien gaan we een wandeling maken of ga ik met een podcast bezig. Tegelijk denken mensen vaak dat het reizen alleen maar vakantie is. Maar je bent heel veel tijd kwijt aan triviale dingen. We reizen in een camper, dus we zijn altijd bezig met een slaapplek zoeken. Hoe langer de reis duurde, hoe meer onderhoud we hadden. In Latijns-Amerika gaat dat toch allemaal anders met garages. Je moet kijken of ze überhaupt tijd hebben. Of ze het ook echt gaan doen in de tijd die je afgesproken hebt. We staan meestal in de natuur, zijn vrijwel zelfvoorzienend. Het levert twee waardevolle dingen op: tijd en ruimte om op onze westerse, stedelijke manier van leven na te reflecteren.’
Tussen al die regelzaken door dacht Boswijk ook na over wat–ie nu verder moest. Hij wist sowieso al vroeg dat hij geen eigen club meer wilde. Zoals hij na Club 11 kon doorgroeien naar Trouw, wilde hij ook dat de jonge generatie binnen Trouw kon doorgroeien naar De School. Bij het opstarten van De School hielp hij op de achtergrond nog met vergunningen, het team, de locatie. Maar sinds twee jaar is hij helemaal weg bij die club. 'En een restaurant beginnen zag ik al helemaal niet zitten. We schreven tijdens de reis aan ons plan. We hadden er al lange tijd ideeën voor, maar het moest nog rijpen. Eerst de reis afmaken. Het bereiken van het uiterste puntje van Zuid-Amerika in januari van dit jaar was een symbolisch einde.’