Het werd niet The Division Between Us, maar The Thread That Keeps Us. Een statement tégen de verdeeldheid in de wereld, want het zijn verontrustende tijden, vindt gitarist Joey Burns. Aanslagen met auto’s, zelfmoordterroristen; Burns is er zelf als de dood voor. ‘Het is eigenlijk mijn favoriete moment van de dag: je staat op, loopt naar de keuken, zet het nieuws aan en maakt koffie. Tegenwoordig zet ik het nieuws vaak gauw weer uit. Ik wil niet dat mijn kinderen voor het ontbijt al horen over de laatste aanslagen.’ En dat maakt Burns kwaad. ‘En tegelijkertijd bang. Ik maak mij er druk om. Welke vorm van diplomatie kan de Amerikaanse regering nog aanwenden? Alles en iedereen in mijn land is verdeeld.’
Burns dook uit frustratie niet in de reageerpanelen van Facebook, maar begon zijn woede en twijfel van zich af te schrijven in vijftien liedjes. Het werd de negende langspeler van Calexico, een band die muziek maakt die stevig tegen Mexico aanleunt, net als het grensplaatsje waar de groep zich naar vernoemde. Indierock, americana en tex-mex zijn de hoofdingrediënten van hun oeuvre. Een oeuvre vol gitaren – vaak akoestische – soms met blazers en zo nu en dan zelfs met een Spaanse tekst. Veel muziek die de band maakte, is moeiteloos onder de halve filmografie van Sergio Leone te plakken. Elke twee, drie jaar doet Calexico ons land even aan om het nieuwste werk te laten horen of in de pers een teken van leven te geven. Samen met John Convertino vormt Joey Burns de spil van de band. De twee zijn niet alleen doorgewinterde muzikanten, mogelijk zijn ze ook de aardigste. Er straalt altijd iets van begrip en mededogen uit hun ogen en wie hen ooit ontmoette, weet dat de twee net zo veel interesse in jou tonen als omgekeerd. Calexico, je beste vriend in slechte tijden. Als hij op internet leest dat Joey Santiago van The Pixies recentelijk weer in een afkickkliniek is opgenomen, is Burns geschokt. ‘Daar moeten we gauw naartoe. Ik ga hem meteen bellen.’