Een succesvolle vastgoedondernemer besluit zijn jeugddroom waar te maken: drummer worden in Herman Brood’s Wild Romance. De zanger zelf is er allang niet meer, maar de zakenman investeert duizenden euro’s om iedereen die dichtbij hem stond weer ‘on the road’ te krijgen. Het is het verhaal van de beste Nederlandse muziekdocumentaire in jaren, die zich als een lopend vuurtje onder muzikanten verspreidde. Nu is ie eindelijk officieel te zien, bij 3voor12.

Vastgoed vs oude rockers

‘Ik mag niet zeggen van wie ik hem heb.’ Dat is de vaste uitdrukking die je hoort van iedereen die je erover spreekt. ‘Het is iemand in de muziekwereld, maar ik heb gezworen zijn naam geheim te houden.’ Zo’n beetje iedereen die iets doet in de Nederlandse muziekwereld - van Barry Hay tot Kensington tot de complete Excelsior-stal - kreeg ergens in het afgelopen halfjaar een appje met een WeTransfer link: ‘Dit moet je echt zien. Echt.’ Die link leidde naar de film Buying The Band, gemaakt door Teus van Sintmaartensdijk, die de tv noch de theaters haalde. En dat is bizar, want iedereen die de link aanklikte en de eerste drie minuten bekeek, was hooked aan het verhaal van Jan ’t Hoen en de Romanza Brava. ‘Ik heb hem inmiddels een paar keer gezien’, zegt Matthijs van Duijvenbode, toetsenist en songschrijver voor onder andere Tim Knol en Douwe Bob. ‘Ik vind hem zo ontzettend goed gemaakt. Ik word er zowel vrolijk als treurig van.’

Het verhaal van Buying The Band begon toen tv-maker Teus van Sintmaartensdijk een locatie zocht voor het programma Metropolis. Het programma over stedelijk leven op allerlei plekken in de wereld zocht een uitzicht over de daken van Amsterdam en liet zijn oog vallen op een pittoresk torentje. ‘Op een gegeven moment zagen we Koos van Dijk, de oude manager van Herman Brood, daar lopen. We vroegen hem of hij wist wie daar woont. “Ik”, antwoordde hij. Hij gaf ons toestemming daar te filmen, en de laatste keer dat we daar waren vertelde hij over zijn plannen. De band zou weer bij elkaar komen, ze zouden gaan touren met Nina Hagen. Ik moest absoluut zijn partner eens ontmoeten. En dus zat ik even later op de Stadhouderskade met die excentrieke Koos van Dijk en een vastgoedondernemer met het Financieele Dagblad op de hoek van zijn bureau. Ik merkte dat die man de motor was achter het bijeen brengen van de band. Ik dacht: de wereld van het vastgoed en die oude rockers, dan kon nog wel eens gaan schuren.’

Papegaaien of huismussen

En schuren, dat deed het. Buying The Band is een geweldige clash tussen twee werelden die niets met elkaar te maken hebben. Matthijs van Duijvenbode: ‘Jan wilde iets dat helemaal niet kan. Hij heeft een stelletje papegaaien gekocht, en daar wil ie huismussen van maken. Hij haalt alles dat goed was aan het originele product eruit. De maker heeft dat waanzinnig knap geregisseerd. Hij was erbij op alle belangrijke momenten en heeft het verhaal met heel veel humor verteld. Zo’n muzikant in zijn keukentje met de poes en een fles Jack Daniels. Het is ook confronterend. Als ik straks zestig ben, word ik dan ook gevraagd voor een Tim Knol tribute band?’

‘We hebben het er vaak over gehad: is deze film nou echt zo goed, of doet het ons vooral wat omdat het zo dicht bij onszelf komt?’ Dat zegt Cedric Muyres, manager van Kensington en een groot liefhebber van muziekfilms. Met zijn project Chasing Reels probeert hij bijzondere films eenmalig de bioscoop in te krijgen. ‘Alleen al die scene waarin ze met een Nightliner tourbus naar een jongerencentrum in Emmen rijden. Ik weet natuurlijk wat zoiets kost. En dan kom je er ook nog achter dat die bus niet gehuurd is, maar gekocht! En toch: ik heb wel respect voor wat ie probeert. Wat zou jij doen als je heel veel geld had? In de basis is het gewoon fucking stoer, alleen werkt het zo natuurlijk niet. Jan denkt van die muzikanten te kunnen vragen dat ze stoppen met drinken, want bij hem op kantoor doen medewerkers dat ook niet. En om dat eventjes te bespreken met de zanger, spreekt ie gewoon af in het Okura. Dat is gewoon stranger than fiction.’

Buying the Band zit vol met quotable scènes. Koos van Dijk in een speeltuintje tijdens de ochtendgym, Nina Hagen op bezoek in Amsterdam, natuurlijk Wild Romance-gitarist David Hollestelle die zich afreageert op de strenge eisen van zijn nieuwe suikeroom. ‘Ik vraag toch ook niet aan hem waarom hij zoveel auto’s heeft?’ En als je vervolgens goed oplet, zie je dat Jan ’t Hoen daadwerkelijk in elke scene in een andere auto rijdt. Matthijs van Duijvenbode ziet al die grappige details natuurlijk ook. Maar, waarschuwt hij, ‘ik wil absoluut niet dat Jan de ‘laughing stock’ wordt. Ik geloof dat hij het goed bedoelt. The Wild Romance draaide natuurlijk om Brood. Hij was het die de band zo bijzonder maakte, niet al die andere gasten. En toch worden ze er allemaal bij betrokken. Zo sterk is kennelijk de aantrekkingskracht van Herman Brood.’