De populaire dj Hardwell zet vandaag voorlopig een punt achter zijn dj-bestaan. Dat doet hij met een speciale show samen met het Metropole Orkest in de Ziggo Dome, met een bloemlezing uit veertig jaar dance. Maar het voelt allemaal als een overhaast slotstuk.

Het was dringen - eerder op de dag, in de piepkleine pop-up store van Hardwell aan de Prinsengracht. Je kon er bomberjacks kopen met zijn logo erop, shirts, sweaters, zonnebrillen en… een action figure. Hardwell in zijn klassieke pose: de armen wijd gespreid, een guitige lach, sympathiek maar toch een beetje stoer. Vijftien piek, nette prijs voor zo’n ding, toch? En voor je het weet is ie niet meer te krijgen, want de 30-jarige dj heeft aangekondigd zijn krankzinnige carrière een halt toe te roepen. Vanavond in Ziggo Dome zal Hardwell voorlopig voor het laatst optreden. Zou het geen mooie herinnering op je nachtkastje zijn?

Het kwam als een verrassing, dat afscheid. Hardwell werkte de afgelopen jaren keihard, en hij leek van geen ophouden te weten. Van Avicii bijvoorbeeld - zijn naam kan in dit stuk niet vroeg genoeg vallen - wisten we voor het mis liep al een tijdje dat het niet goed ging. Hij zag er slecht uit, trok zich terug uit het tourleven, keerde vervolgens terug met hits maar kwakkelde en kwakkelde. Hardwell niet. Hij maakte de indruk een onuitputtelijke bron van positieve energie te zijn. Twee keer werd hij gekroond tot DJ Mag’s nummer 1 van de wereld, het hoogst haalbare in zijn segment, die hypercommerciële EDM. Ook nadat hij afstand moest doen van de troon leek zijn carrière niet echt in te zakken. Tot ie anderhalve maand geleden dus aangaf ruimte voor andere dingen in zijn leven te willen. De agenda moest leeg, ADE zou zijn laatste kunstje worden.

Het kan bijna niet anders of de tragische dood van Avicii moet een rol gespeeld hebben bij Hardwells abrupte beslissing. Er is nog een reden dat het overhaast voelt: deze show in de Ziggo Dome is geen normale show. De fans zien vanavond geen Hardwell set in volle glorie, maar een bijzonder project: de dj met het Metropole Orkest. Het is het type mid-carriere show dat veel succesvolle acts doen. Zoals een rapper die eens een theatertour doet of een rockband die unplugged gaat. Hardwell rekruteerde ’s lands bekendste pop-orkest om een bloemlezing te maken van veertig jaar elektronische muziek. Een project dat hij stiekem een beetje jatte van de Brit Pete Tong, maar vooruit. Het voelt in ieder geval als een raar project om je loopbaan mee af te sluiten.

Hardwell met orkest, kunnen we ons daar iets bij voorstellen? Om eerlijk te zijn niet. Want hoe ga je het ambacht - platen rangschikken, inspelen op het publiek - combineren met een door en door gerepeteerd orkest-arrangement? Zo krijgen we de onwerkelijke situatie dat de dj voor het orkest plaatsneemt en net doet alsof hij de tracks aan elkaar mixt, terwijl het orkest met ze meespeelt. Te beginnen in 1978, bij Donna Summers ‘I Feel Love’, en via ‘Sweet Dreams’ en ‘Thriller’ naar het begin van de house. Het gaat in een gigantische rotvaart, maar dat zijn we bij dj-sets van Hardwell ook wel gewend. Hij is het type dat de muziek zijn werk niet laat doen, maar om de anderhalve minuut een nieuwe piek wil creëren. Dance met de kortst denkbare aandachtsspanne. Maar daar komen de 18.000 mensen hier dan ook voor. Bij Robin S’ ‘Show Me Love’ veert het publiek voor het eerst op, maar eigenlijk gaat de show pas echt leven als het trance-tijdperk aanbreekt. Het is de geboorte van de big room house zoals we die nu kennen.

Het mag dan een aaneenschakeling van AAA-hitknallers zijn die we op ons afgevuurd krijgen, het is wel een zinnige canon die Hardwell hier uitrolt. Opvallend bijvoorbeeld zijn de 'alternatieve' keuzes in zijn selectie: de psychedelica van Underworld, de subtiliteit van Paul Kalkbrenner, de flexible melodieën van Booka Shade, het iconische housegedicht ‘The Realm’, allemaal pioniers die ergens hun weg gevonden hebben in de volkomen dichtgetimmerde sound van Hardwell zelf. Wat we ook horen in die twee uur: de producties worden steeds voller en groter, van de symfonische trance-producties naar de volvette kicks en drum rolls uit het EDM tijdperk. Je kunt niet anders dan ontzag hebben voor de immense wall of sound van Avicii, Martin Garrix en Hardwell zelf. Deze muziek is gemaakt om een stadion tot het laatste kiertje te vullen, en dat lukt je echt met geen enkel ander geniaal nummer uit de historie. Het orkest komt er inmiddels totaal niet meer aan te pas. Hier kan niemand tegenop, ook niet als je met zestig man op het podium zit. Je krijgt zo langzamerhand medelijden met die arme dwarsfluitiste die steeds op het scherm voorbij flitst, maar ach: ze wist waar ze aan begon.

Voordeel van deze opzet: we krijgen het zintuigenbombardement van Hardwell nu maar een minuut of twintig, terwijl hij je normaal gesproken minstens een uur helemaal murw beukt. De muziek lijkt daar ook op gemaakt. Van alles dat ie vanavond speelt voelt Hardwell als een logisch eindstation: de heftige bubbling ritmes, de mega-kicks, de meebrul melodieën, Fatman Scoop met zijn gebrul; het voelt alsof alle knopjes in de controlroom van je brein tegelijk ingedrukt worden. Het geeft de kick van een achtbaan, maar dan een uur lang. Maar vanavond krijgen we die intensiteit alleen als toetje, en dat leidt tot een ontlading in de zaal. Misschien niet zo gek dat je even stil moet staan als je daar jarenlang vol in hebt gestaan. Even rust aan het hoofd, ruimte voor wat anders. En dan, even voor elf uur, schiet het brok in de keel van de Brabander. ‘You make me cry,’ hakkelt hij naar de joelende zaal tegenover hem. Hij eindigt de avond met een belofte: ‘I will be back.’

Meer Amsterdam Dance Event in ons dossier.