'Weet je wat, ik ga nog een keer iets geks doen. Ik ga er weer in!’ Het is even over half vier en niet alleen staat Braz in het eerste blok op het hoofdpodium van WOO HAH!, hij is ook nog eens de opener van een blok ‘Fresku & friends’. Maar WOO HAH! heeft knaldrang en gooit er meteen een crazy moshpit in. Dit belooft wat voor de eerste dag van Nederlands belangrijkste hiphopfestival.

Het is een maf gezicht, zo middenin de stad. Aan de ene kant rijden Intercity’s traag station Tilburg binnen, aan de andere staat een oud fabrieksgebouw waar vroeger treinen gemaakt werden maar waar nu een skatebaan in zit. Midden op het terrein er tussen staat nog een groot stalen overblijfsel aan de tijd dat hier machines reden die bovenleiding nodig hadden. WOO HAH! is een echt stadsfestival zoals je ze nog maar zelden ziet. Zeker van dit formaat: twee keer 15.000 mensen komen er dit jaar af op een festival met alleen maar rappers. Ongelofelijk hoe snel WOO HAH! de afgelopen twee jaar gegroeid is, maar ook wel logisch. Mojo Concerts, 013 en de provincie Brabant hebben dik geïnvesteerd in een festival met alleen maar relevante internationale namen, en vorig jaar stond de programmering zo stevig dat de organisatie de stap naar twee dagen aandurfde. 

Zoals gezegd: eerst met local hero Fresku. Weliswaar uit Eindhoven, maar da’s ook Brabant, en WOO HAH! heeft er de afgelopen jaren veel effort in gestoken artiesten uit de regio hun plek te geven. Nu heeft Fresku zijn sporen natuurlijk wel verdiend, maar voor bijvoorbeeld Pietju Bell is dit echt een mooie kans. Brabant’s favoriete kwajongen wordt hier gretig onthaald, ondanks dat zijn mic veel te zacht staat is er al een aardige turn-up voor zijn neus. Fresku zelf komt net even wat harder en minder emo dan normaal, met Mocromaniac als zijn compagnon. Maar het meest kijkt iedereen toch uit naar Killer Kamal, de mysterieuze rapper met de bivakmuts die voor de Blitzkrieg methode gaat. Pas de allerlaatste 34 seconden van het blokje Fresku & Friends knalt hij het podium op, voor de keiharde anti-Wilders track. 

We zijn begonnen! Ongelofelijk, wat een gulzigheid in het publiek. WOO HAH! stond al bekend om zijn fanatieke aanhang, maar met de groei van het festival is die harde kern zeker niet aangelengd met passieve toeschouwers. Je merkt aan alles dat dit publiek voor de muziek komt, goed op de hoogte is en alles in de strijd wil gooien om zelf de show te maken. Dat moet natuurlijk ook, want zonder een fantastisch publiek is de gemiddelde rapshow niet half zo tof. Zeker niet het type rap dat het hier goed doet. Zo is Tasha The Amazon te traag voor de meesten. De Vlaamse Coely heeft een super solide band bij zich, maar de energie vinden we binnen bij Ray Fuego, de charismatische frontman van SMIB. Hij blijkt ook stuntman. Fuego neemt in zijn zilveren skinny niet alleen een duik in zijn publiek, hij laat zich ook op de handen tillen en staat zo bovenop de kolkende mosh-pit. Echt sensationeel. Een uurtje later doet ook Yung Nnelg het heel goed in diezelfde hal. Ook hij is betrokken bij het mode- en kunst-collectief SMIB. Waar Fuego de energieke frontman is, is Nnelg wat meer introvert. Maar hij vergeet de turn-up niet, geholpen door een super coole toetsenist met een piepkleine synthesizer. 

Voor de meeste fans lijkt lyricism hier niet de crux. Het gaat om de vibe, om het springen. Dat maakt de voorste linies van het festival wel een testosteron-aangelegenheid. De verhouden zijn toch al niet helemaal 50-50, maar de deelname vooraan is echt 90-10. Maar laten we daar niet over zeuren, al was het maar om de dames die er wel zijn minstens zo opvallen als alle mannen samen, met plateauzolen, blauw haar, felle kleuren, veel eigenwijze keuzes. Hiphop is fashion, altijd al geweest, maar zeker ook vandaag. Ook op het podium zien we van die opvallende keuzes: Gucci Mane bijvoorbeeld staat de hele show met een peperdure rugzak op zijn rug op te treden (waarover later meer), en de grootste buzznaam van de dag - Playboi Carti - heeft de eerste paar nummers zijn jas omgekeerd aan.

Die Playboi Carti is hier eigenlijk ‘maar’ als invaller voor Lil Uzi Vert, maar eigenlijk had WOO HAH! hem allang willen boeken. Deze rapper uit Atlanta (tegenwoordig woont ie in New York) staat bij dit publiek vol op de radar dankzij het titelloze album dat ie in april uitbracht. Carti is het type trap-rapper dat graag pocht met de chicks om hem heen en die het moet hebben van zijn immense energie. Het terrein - of vooral: de trechter rond het hoofdpodium - loopt er helemaal vol voor, en tot ver op het veld wordt volop gesprongen. Al blijkt een uur voor hem en zijn publiek toch echt te lang. Dit soort high energy rap hou je toch echt maar een half uurtje achter elkaar vol. 

WOO HAH! is inmiddels helemaal vol, en het terrein voelt nu toch echt een beetje claustrofobisch aan. Overal is het druk, en de helling links van het hoofdpodium is net te stijl om er op te zitten of lopen. Je doet er niet zoveel aan op een terrein als dit, dat eigenlijk helemaal niet zoveel mensen aankan. Eigenlijk niet te doen, en toch is het terrein wel degelijk verbeterd ten opzichte van vorig jaar, toen bij bepaalde shows de loods gewoon vol was. Dat gebeurt vandaag geen enkele keer, iedereen kan alles zien wat ie wil. Maar de downside van een stadsfestival op zo’n karakteristieke urban locatie ten opzichte van een veld met ruimte is duidelijk.

Naarmate de avond vordert komt er iets meer swing in de avond. Eerst met Franse MHD, een act met Afrikaanse roots die letterlijk de heupen los maakt. Echt een hele welkome afwisseling, die op Lowlands op een hele prominente plek terug gaat komen. Een welkome afwisseling is ook Post Malone, met zijn pop-rap cross-over, die opvallend genoeg toch wel credible overkomt bij dit hardcore hiphop publiek. Liefhebbers van het rauwere werk hebben niets te klagen, want zij krijgen een ware trap legende voorgeschoteld: Gucci Mane. Hij zat een paar jaar in de bak, kwam daar een jaar geleden uit en is daarna als een gek weer muziek gaan maken. Hij had wat in te halen, want de sound waarvan hij een van de pioniers was is in zijn afwezigheid uitgegroeid tot het belangrijkste geluid van de Amerikaanse rap. De rauwe straatvibe, de mechanische producties, je hoort het hier elke dj draaien. Gucci Mane stond dan ook bij heel veel mensen op hun verlanglijstje, maar zijn optreden is de grootste anti-climax sinds de Europa League finale van Ajax. Gucci is veel te traag, heeft totaal geen skills om energie te brengen en heeft een gastoptreden van Playboi Carti nodig om er nog iets van te maken. Zelden zie je een grote naam zo onprofessioneel optreden. 

Aan de andere kant van het terrein gaat dat heel anders bij Bryson Tiller, de man die twee jaar terug r&b en trap met elkaar verbond onder de titel ‘Trap Soul’. Briljante vondst natuurlijk, want dat maakt zijn muziek meteen een stuk vrouwvriendelijker. Tiller is net een stukje softer dan Drake - de man die die cross-over megasuccesvol maakte - en hij heeft een super slicke lichtproductie en een fonkelende Lambourghini op het grote scherm. Hij begint sterk, slaagt er als enige wel in WOO HAH! in te pakken met kalme tunes. Hij krijgt de telefoontjes te lucht in, laat de voorbijrazende trein voelen als een koel briesje, sleurt de meisjes naar de voorste rijen en zorgt voor een paar meezingmomenten. Toch wreekt het wel dat zijn pas uitgekomen tweede plaat niet zulke grote hits bevat als zijn debuut, en veel bezoekers kiezen toch liever de uitgang dan dat ze zijn slijper ‘Don’t’ nog afwachten. 

Ach, er komt morgen nog een dag. En voor wie nu alvast het laatste energie kwijt wil is er nog Flatbush Zombies, de scherpste rappers van de dag. De crew uit New York sluit de loods af en trekt hem helemaal vol. Hun horrorrap is soms bijna karikaturaal, ze zetten regelmatig cartooneske stemmetjes op in hun verses en refereren al even graag naar Stanley Kubrick-klassiekers als Dragonball Z. Ze combineren high energy tracks met af en toe a capella spoken words, om maar even te laten zien dat ze écht heel gefocust rappen. En het valt weer eens op dat de kids vooraan werkelijk alle teksten uit hun hoofd kennen. Maar eigenlijk kijken we daar al niet eens meer van op.