Na twintig jaar compromisloze breakcore zet Jason Köhnen een punt achter zijn hectische bestaan. Geen drank meer, geen drugs, en ook geen nekbrekende dj-sets. ‘Ik ben inmiddels aan de vierde generatie 23-jarigen toe, terwijl ik zelf inmiddels 45 ben. Dat gaat niet meer.’ Wat wel?

Het heeft iets van een verslaving, de drang naar extremiteit die Jason Köhnen al zijn hele muzikale leven voelt. Hij voelde het die eerste keer toen uit de autoradio van zijn moeder Iron Maiden klonk. Hij was hooked toen hij de eerste EP van Slayer kocht en voelde een nieuwe opwinding toen de hectische jungle zijn intrede deed op de dansvloer. ‘Muziek moet me een klap op mijn smoel geven, me totaal omver schoppen. Dan pas heb ik het gevoel dat ik iets ontdek. Ik ben dankbaar, want ik heb het begin van de metal meegemaakt, het begin van de jungle en breakcore. Wat dat betreft heb ik wel te doen met jongeren die nu uitgekauwde muziekstromingen moeten aanhoren.’

Jason Köhnen groeide op als zoon van een krokettenpionier in Spanje. Geen grap, zijn vader was een slager die een aardig woordje Spaans sprak en een kans zag in het oprukkende toerisme aan de Costa’s, begin jaren tachtig. De restauranteigenaren daar zaten met een probleem: klagende Nederlanders die geen paella en tapas moesten. En dus gingen de slager en zijn vrouw in het schuurtje achter hun huis kroketten staan draaien. Jason en zijn broer vulden de dozen. Daar, in een dorpje in de buurt van Benidorm, was natuurlijk nauwelijks metal te vinden, maar als zijn moeder een paar dagen naar Amsterdam ging gaf hij haar al zijn zakgeld mee om alles mee te brengen dat ‘metal’ was. En dan was er nog zijn oudere nichtje, die het virus ook te pakken had, compleet met een jasje vol patches. Zij hielp hem aan cassettebandjes vol harde gitaren. 

Zo groeide Köhnen langzaam een undergroundscene binnen. Eenmaal terug in Nederland, na de scheiding van zijn ouders, speelde hij in bands. De meest meest prominente was Celestial Season, een soort stoner metal-band avant la lettre, precies in de tijd dat het grote Kyuss die muziekstroming ook uitvond in de Californische woestijn. Maar halverwege de jaren negentig raakte Köhnen een beetje uitgekeken op de rock, kocht hij een sampler en begon hij te sleutelen aan een nieuw alias: Bong-Ra. ‘Ik vond het wel een goed idee om hier af te spreken’, zegt Köhnen terwijl hij om zich heen wijst. Achter hem verrijst het immens Tivoli-Vredenburg, een poppodium nieuwe stijl. Het oude Utrecht, waar zijn roots liggen, is er niet meer, en toch wil hij ‘de oude Bong-Ra’ hier ten grave dragen. ‘Hier drie minuten fietsen vandaan had ik mijn studentenkamer, hier kocht ik mijn eerste sampler. Ik heb eerst drie jaar zitten proberen hoe het moest. Dat ging in die tijd natuurlijk niet zo snel, zonder internet. Ik kwam er bijvoorbeeld pas jaren later achter dat je cd’s had vol met drum-samples. Ik heb hier in dB’s studio nog jungle beats zitten opnemen met een drummer. In 1998 kwam mijn eerste album uit bij Djax Records. Dat beschouw ik als het echte begin van Bong-Ra.’

Een paar jaar later ontstond pas de term breakcore, een soort verzamelnaam voor dj’s die extreme vormen van jungle maakten, met uitstapjes naar bijvoorbeeld metal, ragga of disco. Voor die term bestond was Bong-Ra ‘gewoon’ de hardste dj in de junglescene in Utrecht, een scene die thuis was in club PLF en later Tivoli. Headhoncho in die scene was DJ Carlton, bijgenaamd ‘The Problem Child’. Een norse man, herinnert Bong-Ra zich, maar zonder dat ie het doorhad wel een soort mentor voor het broekie dat hij was. ‘Hij was altijd bang dat ik te hard zou gaan. In die tijd maakte ik er ook echt wel eens een sport van om de zaal leeg te draaien. Zo van: kom maar op, ik ga hiervoor, volg me maar. Dat is een paar keer leuk, totdat je bedenkt dat je toch wel een carrière wilt opbouwen. Op die avond in Tivoli wilde ik echt heel graag draaien. Op een avond gaf ie me de kans, het laatste halfuur van de nacht. Ik draaide onder meer een Alec Empire remix van Björk die toen net uit was, een kneiterharde plaat. Het ging helemaal los, en na afloop kreeg ik een knuffel en zei ie dat ik me bewezen had.’

Twintig jaar Bong-Ra

1993 Debuutalbum doom metal band Celestial Season
1994 Celestial Season - Solar Lovers
1996 Köhnen verlaat Celestial Season en begint Bong-Ra
1998 Bong-Ra’s debuutalbum New Millennium Dreadz
2001 Start Clash Records, hardcore jungle 7 inches
2001 Peel Session, belangrijk voor Bong-Ra’s bekendheid
2003 Tweede album Bikini Bandits, Kill! Kill! Kill!, Lowlands
2004 Start Kriss Kross Records, releases o.a. Venetian Snares, Scotch Egg, Drumcorps
2005 Tour naar Japan 
2005 Derde album I am the God of Hellfire en vierde Warrior Sound
2006 Debuutalbum The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble, dat vier albums zou maken
2006 Album Soldaat Van Oranje, Lowlands
2007 Album Full Metal Racket
2012 Album Monolith
2014 Debuutalbum gabber-breakcore project The Hard Way, Lowlands
2015 Album Experiments in Nihilism
2015 Tour naar Japan
2017 Laatste tour als 'de oude Bong-Ra'
2018 De nieuwe Bong-Ra presenteert zich op Roadburn

Vanaf dat moment zat Bong-Ra in een rollercoaster, die hem twintig jaar lang naar de raarste plekken voerde. Hij draaide in een deftige rollerdisco in een afgelegen oliedorp in Siberië voor rijkeluiskinderen. Ook daar, tussen de grijze betonnen massa, onder toeziend oog van SUV’s onder de sneeuw-drab, kenden ze zijn hit ‘666 Miles Per Hour’. Hij ging drie keer naar Japan, onder meer voor een boeking in Fukushima, die hij na de kernramp toch maar liet verplaatsen. ‘Ik wilde liever geen fluorescerende sushi eten. Het optreden vond uiteindelijk veertig kilometer verderop plaats, dus dat zal wel niet veel uitgemaakt hebben. In Amerika belandde ik in een hele rare Blues Brothers-achtige bar in The Mid West waar ze de cast van One Flew Over The Cuckoos Nest losgelaten hadden. Er liep een vrouw in een tafelkleed, een man met een saxofoon op de dansvloer. Ik belandde op van die afterparties in je hotel waar je aan het eind van de nacht een crackpijp op je kussen aantrof. En wat je aangeboden wordt bij een gig in Colombia kun je zelf wel raden. Goed spul? Nogal ja!’

En daar komen we langzaam maar zeker bij de aanleiding voor deze ontmoeting terecht. Want aan die razende cyclus van bijna twee decennia komt wat Bong-Ra zelf betreft een einde. Een laatste tourtje zit er nog in, maar als 2018 aanbreekt is het klaar. Begin dit jaar keek hij zichzelf eens in de spiegel, en hij schrok van wat hij zag. ‘Hoe vaak kijk je nou echt in de spiegel? Even vluchtig als je tanden poetst misschien, maar echt kijken? Ik niet zo vaak. Wat ik zie? De wallen onder mijn ogen, mijn grijze haren. Dan komt de vraag in je op: "Wie ben jij?" Je voelt je jong, maar ondertussen kun je niet meer echt begrijpen hoe je was toen je 25 was. Ik was destijds onvolwassen, ik zat in mijn bubbel en was behoorlijk naïef in die tijd.’

"Hoe vaak kijk je nu echt in de spiegel?

Het was op dat moment behoorlijk mis met Jason Köhnen. De details houdt ie liever voor zich, maar hij noemt zichzelf een bijzonder disfunctioneel persoon. En daarin is hij niet de enige, merkte hij. ‘Ik las een uitgebreid stuk op website Helpmusicians.org.uk, een site die zich richt op disfunctionaliteit, angsten en depressies onder muzikanten. Want kennelijk komt het veel voor. Waar zich dat bij mij in uit? Mijn werkritme, om te beginnen. Als niet-commercieel artiest kun je met boekingen nooit verder kijken dan drie tot zes maanden. Heb ik een maand geen boekingen, dan zit ik zonder inkomen. Grote acts hebben misschien meer te eisen, maar voor mij is de zomerperiode rustiger, want ik kan niet elk jaar op Lowlands of Dour optreden. Een hypotheek of lening, daar hoef ik niet aan te beginnen. En wat betreft de middelen: als je doordeweeks nooit drinkt ben je geen alcoholist, toch? Maar ik hield van een borrel, dronk uit verveling of gewoonte. Ben je op een gegeven moment te dronken om te spelen, dan neem je iets anders. Voor je het weet ben je om vier uur klaarwakker. Het lastige van muzikanten is natuurlijk ook nog eens dat ze zich omringen met andere disfunctionele mensen, waardoor het eigenlijk niet zo opvalt.’

Allemaal prima, die druk, dat slapen op vloeren of banken, spelen in kraakpanden waar je uitbetaald wordt in passie in plaats van geld, het uitproberen van alles dat het leven spannend maakt. Daar teken je voor als niche-artiest. Maar nu is het genoeg. Na twintig jaar in de extremiteit moet het anders. Muzikaal slaat hij rigoureus een nieuwe weg in, weg van de manische breakbeats. ‘Ik wil zwaardere, loggere muziek maken, meer hypnotisch. Breakcore is geen uitdaging meer. Ik voel me niet meer verbonden met de muziek die ik mede ontwikkeld heb. Het is eigenlijk een soort omgekeerde midlifecrisis’, lacht hij. ‘Sinds vijf maanden drink ik geen druppel meer, geen drugs meer. Ik heb heel wat mensen uit mijn leven gewist. Mensen van wie niet meer duidelijk was of ze nu vrienden waren met Jason of met Bong-Ra. Om een echt vers begin te maken, moet je drastische dingen doen. Muzikaal is het een nieuw begin voor me, terug naar mijn oude liefde, de doom. In die zin is dit geen Alpha en Omega, maar Omega en Alpha.’

Bong-Ra gaat nog een keer op tour als breakcore artiest en komt zichzelf dan herboren presenteren op Roadburn 2018.