Het gebeurt niet vaak dat een producer die evenveel vocalisten als synths gebruikt een lang leven als artiest heeft. Andy Butler lukt het wel. Alweer negen jaar geleden debuteerde hij met Hercules & Love Affair, een fantastisch album dat oude house en disco uit legendarische New Yorkse clubs als The Loft en Paradise Garage liet herleven. Zo’n beetje op de helft van de tracks hoorden van Antony Hegarty, die net daarvoor groots doorbrak als Antony & The Johnsons en in een klap een wereldberoemde transgender kunstenaar was. Doet die seksualiteit ertoe? Zeker, want zowel in Antony’s eigen werk als in Hercules draaide het daar regelmatig om: het onderzoeken van de (seksuele) identiteit.
Natuurlijk kon Andy Butler goede vriendin Antony (inmiddels bekend als ANOHNI) niet meenemen op tour, maar zelf was ie ook niet echt een artiest-artiest. In eerste instantie had de producer zelfs moeite überhaupt het podium te betreden, maar verscholen achter een paar flamboyante vocalisten kwam hij een heel eind. Sterker nog: tien jaar later is hij er nog steeds en verschijnt album nummer 4, met vocale bijdragen van onder andere Faris Badwan (The Horrors), de IJslandse zusjes Sísý Ey en de Libanese band Mash’rou Leila.
Nee, er is opvallend weinig Amerikaans aan dat nieuwe album van Hercules & Love Affair. Misschien niet zo gek, want Butler werkt inmiddels alweer een paar jaar met vaste Belgische en Franse vocalisten (Gustaph en Rouge Mary), en hij woont zelfs al drie jaar in België. Ja, echt. De liefde trok hem erheen, maar ook los daarvan was het niet zo’n gekke move, vindt hijzelf. Hij belandde in eerste instantie in Brussel, maar kon daar lastig aarden. ‘Ik ben meerdere keren letterlijk een winkel uit gejaagd omdat ik geen Frans sprak. Sinds twee jaar woon ik in Gent, een mooie en fijne stad om te wonen. Ik heb er veel met Belgische muzikanten gewerkt, ook aan Omnion. Ik ben dol op Gent.’
Zeer waarschijnlijk zal Hercules & Love Affair aanstaande vrijdag de boeken ingaan als een uitbundig, frivool en kleurrijk hoogtepunt van Into The Great Wide Open. Maar vergis je niet: als de band rond Andy Butler ons ergens aan herinnert, dan is het wel dat disco en house voortkomen uit de worstelingen van de New Yorkse gayscene. Binnenkort verschijnt het vierde album van de groep: Omnion.
Hercules and Love Affair
2004 Opgericht door dj en producer Andy Butler
2008 Hercules and Love Affair
2011 Blue Songs
2014 The Feast Of The Broken Heart
2017 Omnion
Misschien dat die break van de intense stad waar hij de eerste jaren van zijn carrière woonde wel hielp aan het bredere perspectief dat hij nu in zijn muziek probeert te leggen. Want dat benadrukt Butler keer op keer. ‘Tot nu toe schreef ik eigenlijk altijd over mezelf. Ik schreef in een universele taal, zodat iedereen zich ermee kon vereenzelvigen, maar het kwam neer op mijn verhaal, de zoektocht naar mijn eigen identiteit, mijn worstelingen. Dit keer had ik het gevoel dat ik meer verantwoordelijkheid wilde nemen en oog wilde hebben voor "the bigger picture". Dat kwam onder meer doordat ik weer eens tijd doorbracht met ANOHNI. Zij is altijd een enorm voorbeeld van me geweest, en de manier waarop ze haar eigen ego opzij gezet heeft om belangrijkere zaken aan de kaak te stellen vind ik super inspirerend. Ik probeer betekenis te vinden in een wereld die meer en meer op een race naar de afgrond lijkt. Dat klinkt nogal pretentieus hè, maar wat ik bedoel is dat het eens niet over mij, mij en mij moest gaan.’
Je noemt het zelf een ‘spirituele exercitie’. In de video van het titelnummer zien we een vrouw die het hele nummer lang trappen beklimt. Het is vast geen toeval dat die trappen omhoog gaan en niet naar beneden?
‘Zeker niet. Die video was inderdaad een metafoor voor een reis. Er zijn allemaal herinneringen uit mijn jeugd in verwerkt. Nare herinneringen, maar ook mooie. Zo zie je op een gegeven moment een meisje met een pop gemaakt van papier. Het is maar een shot in de verte, maar voor mij heeft het betekenis, want ik maakte vroeger altijd van die poppetjes van papier dat ik om me heen vond. Gewoon om de tijd te doden.’
Je werkt met veel verschillende vocalisten. Vaak als artiesten zo werken, schrijven die gast-artiesten hun eigen teksten. Hoe gaat dat bij jou?
‘Het hangt er een beetje vanaf. Soms lever ik een kant en klaar liedje af, soms schrijven we iets samen. Maar als je met zo’n groot poëet als ANOHNI werkt heeft het weinig zin om zelf te schrijven. Haar heb ik destijds een track gegeven die muzikaal helemaal af was, en ik was benieuwd wat er terug zou komen.’
Sharon van Etten zingt in ‘Omnion’ dat ze probeert ‘the best man I can be’ te zijn. Nu weet ik dat gender geen eenduidig concept is, maar dat lijkt me een tekst van jou.
‘Klopt, ik heb lang getwijfeld over die zin. Er zit er nog een in dat liedje. Ik wist dat ik een vrouwelijke stem in die song wilde, maar ik had deze tekst. Is het niet raar, dacht ik? Nee, zeiden mensen tegen me: "Het draagt bij aan het mysterie van het liedje, en het is gewoon heel cool zo." Voor mij klopt het nu. Als je goed naar de video kijkt, zie je ook dat de hoofdrol gespeeld wordt door een volwassen vrouw, maar dat aan het einde een jonge jongen uit het water omhoog komt, als een soort wedergeboorte.’
Je werkt al een paar jaar veel met Rouge Mary, een Parisienne die zichzelf gender-non-conformist noemt.
‘Precies, het past binnen het verhaal dat Hercules & Love Affair door de jaren heen verteld heeft. Rouge heb ik een paar jaar geleden backstage bij een show in Parijs ontmoet. Ik kwam half dronken van het podium - ik dronk toen nog - en zag in de gang een schim staan. Een zwarte cowboyhoed, lange zwarte regenjas, zonnebril, lang zwart haar, alsof ze een rockster was uit een eighties goth band als Sisters Of Mercy. Het eerst wat ik tegen haar zei was: wat is jouw verhaal? Binnen vijf minuten waren we in een diep gesprek verwikkeld, en even later nam ik Rouge mee naar de kleedkamer om de rest te ontmoeten. Ik vroeg haar wat voor ons te zingen. Ze zei: wil je een liedje dat alle geesten uit de kamer verdrijft, of een dat de duivel oproept? Ik zei: doe maar het eerste. Ze zong een prachtig gospelnummer. Dat is haar achtergrond: gospel.’
'Een zwarte cowboyhoed, lange zwarte regenjas, zonnebril, lang zwart haar, alsof ze een rockster was uit een 80s goth band als Sisters Of Mercy.'
Haar roots liggen in Algerije toch? Een islamitisch land.
‘Dat is een van de vele contradicties die Rouge in zich meedraagt. "Hoe ben jij als Frans-Algerijnse persoon terecht gekomen waar je nu bent?" Dat is een vraag waar je een hele avond zoet mee bent, al stuit je daarmee ook meteen op vooroordelen die wij als Westerse mensen hebben over de Arabische wereld. Dat merkte ik ook toen ik werkte met Mash’rou Leila, een band uit Libanon. Met hen maakte ik ook een nummer op het nieuwe album. Ik ontmoette in Beirut vijf jongens met hele verschillende achtergronden en met verschillende religies, die toch samen een geheel vormen. Hamed, de zanger van Mash’rou Leila, zingt in een heel formeel accent in het Arabisch, Rouge Mary zingt ook een paar zinnen in een heel ander dialect. Het was heel interessant om een nummer in het Arabisch te maken. Wanneer ik maar zijdelings betrokken ben bij een tekst, ken ik normaal gesproken in elk geval de taal. Nu stelde ik soms voor een klemtoon te wijzigen en kreeg ik te horen dat dat de hele betekenis zou veranderen. De taal die we gebruikten bepaalde zo het ritme van het liedje.’
Waar gaat dat liedje over?
‘Het is een soort oproep aan mensen die denken dat ze antwoorden hebben en meer weten dan jij, of geloven dat ze zelfs direct in contact staan met God omdat zij de boeken gelezen hebben. Dat gebeurt natuurlijk in alle religies op de hele wereld. Ik zet liever mensen op een voetstuk die zeggen: ik weet het niet.’
Ben je zelf religieus?
’Nee, ik beschouw mezelf als zoekende.’
Je zegt zelf dat het feit dat je nu in België woont helpt om weer met beide benen op de grond te staan. Ik denk dan meteen aan ‘Fools Wear Crowns’, het enige nummer op het album dat je zelf zingt. Het is een soort verontschuldiging voor allerlei domme dingen die je gedaan hebt. Moest je dat achter je laten met een liedje?
‘Het gaat over de periode in mijn leven dat ik in de ban was van allerlei verslavingen. Ik was verslaafd aan medicijnen en verdovende middelen in het algemeen. En dit is inderdaad typisch zo’n liedje waarin ik muziek maken inzet als therapie. Dat deed ik al toen ik klein was. Als ik me ongelukkig voelde, kroop ik achter de piano. Met dit nummer heb ik mezelf een beetje open willen breken over wat er gebeurd is.’
Wat me opvalt in dat nummer is dat je expliciet niemand anders de schuld geeft, alleen jezelf. Dat lijkt me iets dat alleen na afloop kan, niet als je er middenin zit.
‘Ik zie het als een kans om mijn verlies te erkennen, zodat ik van daaruit opnieuw kon beginnen. Ik ben er echt trots op. In de tien jaar dat ik nu muziek maak ben ik in allerlei staten van gezondheid geweest, zowel geestelijk als lichamelijk. De liedjes vertegenwoordigen verschillende versies van mij.’
Welk liedje laat jou van je beste kant zien?
‘Wat een moeilijke vraag. Ik denk het nummer ‘Iris’ van mijn debuut. "Today is a day for someone else", gaat de tekst. "This moment is yours and you can give it to someone else." Dat was een moment van volkomen onbaatzuchtigheid, en dat is het hoogst haalbare in het leven.’
Gaat het nummer Rejoice op je nieuwe album daar ook over?
‘Precies. Ik heb Rouge Mary alle ruimte gegeven op die track: doe het maar, predik maar. Overtuig de mensen maar die jou vertellen hoe je moet leven. Je moet altijd zoeken naar een manier om het leven te vieren, hoeveel uitdagingen er ook te overwinnen zijn. Dat leert Rouge Mary me elke dag opnieuw. Dit is meestal het nummers waar we onze shows mee eindigen, en hij werkt altijd. Rejoice!’
Hercules & Love Affair sluit aanstaande vrijdag het hoofdpodium af op Into The Great Wide Open.