Het ritme van de West-Afrikaanse goden klinkt door het hele Caribisch gebied, tot in de Verenigde Staten en zelfs in moderne hiphopnummers. Voodoo – ook wel santeria, candomblé, winti of vodun genoemd – is overal, het is actueel en het leeft in de muziek.

Dat is wat muziekjournalist Leendert van der Valk  wil vertellen met zijn boek Voudou. ‘Ik hou me al jaren bezig met Afrikaanse en Afro-Caribische muziek, ik houd van alle muziek met een groove,’ vertelt hij in zijn huis in de Utrechtse wijk Lunetten. ‘Eerder schreef ik het boek Duivelsmuziek: Op de fiets van Memphis naar New Orleans, over de muzikale traditie in het zuiden van de vs. In bluesnummers komt vaak de term hoodoo voor, en zeker in New Orleans zie en hoor je veel voodooreferenties. Daar wilde ik meer over weten.’

Met crowdfunding financierde hij zijn zoektocht naar de oorsprong van voodoo: hij ging naar de Verenigde Staten, Haïti, Suriname, Togo en Benin. ‘Ik heb de zoektocht vanuit de muziek benaderd. Die vond ik altijd al heel mooi, maar ik wist dat anderen er meer uit haalden dan ik: een bepaalde spirituele, religieuze laag. Ik hoorde de muziek wel, maar anderen voelden haar ook echt. Daar was ik een beetje jaloers op.’

Slavernij

Dus bezocht Van der Valk concerten, voo­doopriesters en rituelen. Hij danste om zichzelf in trance te brengen en offerde zelfs dieren. Zo kwam hij steeds meer te weten over de alomaanwezige, maar vaak nog verborgen voodoocultuur. ‘In veel gebieden is het taboe. Dat heeft alles te maken met de manier waarop voodoo naar de Nieuwe Wereld is gekomen: de slavernij. Met de slaven kwamen Afrikaanse religies en spirituele stromingen mee naar Noord-Amerika, maar de witte kolonisten was er alles aan gelegen om de cultuur uit die mensen te halen, ze zo min mogelijk mens te maken. Alles wat mensen zou kunnen verenigen, werd verboden, uit angst voor een slavenopstand. Het christendom werd de dominante stroming, en alles wat met voodoo te maken had werd verboden en des duivels verklaard. De onderdrukking van de religie is ook de reden dat wij een heel verkeerd beeld van voodoo hebben: dat het zwarte magie zou zijn waarmee men een ander op afstand probeert te controleren.’

Toch bleven sommige uitingen bestaan, waarschijnlijk omdat de slavenhouders daarvan niet doorhadden dat ze religieus waren. ‘Muziek is daarom een belangrijke bewaarplek van voodoo geweest. Eigenlijk zijn voodoo en muziek sowieso één. De manier van bidden en in trance raken, waar voodoo eigenlijk om draait, gaat via de muziek. Voodoosi zeggen zelf dat er eigenlijk geen onderscheid bestaat tussen muziek maken en een religieuze ervaring hebben.’

Kippenvelmoment

Het soms duistere imago van voodoo bleek onterecht: Van der Valk werd over het algemeen hartelijk ontvangen. ‘Het zijn heel open gemeenschappen, wat niet wil zeggen dat ze met hun geloof te koop lopen. Een van de heftigste trancerituelen die ik heb gezien, was bij de Surinaamse gemeenschap in Zaandam, heel dicht bij huis dus. Zoiets gebeurt elk weekend in Nederland, maar binnen een circuit waarvan je als witte Nederlander meestal geen weet hebt. Als je laat zien dat je niet komt voor sensatie en oprechte interesse hebt dan krijg je veel te horen. Ze willen je echter niet bekeren, integendeel. De gelovigen reageerden eerder afhoudend als ik vertelde dat ik wilde onderzoeken of voodoo iets voor mij was. Zo van: kijk eerst maar wat je ervan vindt. Dat vond ik juist wel sympathiek.’

Is het de nuchtere Hollander gelukt om de schroom van zich af te gooien en geraakt te worden door de voodoogoden?
‘Ik ben er niet als een mogelijke bekeerling in gegaan, maar wilde me wel openstellen. Daarvoor ben ik behoorlijk uit mijn comfortzone gestapt. Ik wilde kijken hoe ver ik mee kon gaan met zo’n ritueel en of het mij ook op een spirituele manier kon raken. Ik vind de muziek en cultuur nog steeds erg mooi, maar ik ben niet religieus geworden. Ik ben gewoon niet in de wieg gelegd voor spiritualiteit. Maar het is ook maar net hoe je het benoemt. Iedereen heeft tijdens een goed concert wel eens een kippenvel­moment of gaat volledig op in de muziek. Je kunt dat ook zien als een vorm van een trance. Het ligt maar net aan je achtergrond hoe je daarover denkt.’

Beyoncé

Toch lieten de rituelen de journalist niet helemaal koud. Van der Valk bezocht de bakermat van de voodoo met ­Leopold Messan, een Togolees die hij in Utrecht leerde kennen. Hij kreeg voodoo met de paplepel ingegoten. ‘Ik had het geluk dat Leopold mij kon mee­nemen naar voodooplaatsen en -rituelen in Togo en Benin. Hoewel het niet mijn geloof is, geeft het me toch een goed gevoel dat er nu in een tempel iets staat wat voor mij is gemaakt tijdens een ritueel waaraan ik heb deelgenomen. Mensen hebben toch altijd behoefte aan rituelen, zeker op reis, als je meer op jezelf aangewezen bent.’

In zijn verder modern ingerichte huis pakt de schrijver een beeldje van een Haïtiaanse slangengod van een plank. ‘Ik had dit beeldje in Haïti gekocht en ik merkte dat ik tegen dat beeldje ging praten als ik alleen op mijn kamer was. Dat nam ik zelf ook niet helemaal serieus, maar het gebeurde wel.’

Op festival Into the Great Wide Open ­cureert Van der Valk een programmalijn rondom voodoo. ‘Mijn doel is om te laten zien dat voodoo niet obscuur en eng is, maar juist heel dichtbij. Veel mensen haken meteen af als je het over Afrikaanse muziek hebt, die denken dan aan traditionele drums en superingewikkelde ritmes. Maar voodoo speelt waarschijnlijk een ­grotere rol in je platenkast dan je beseft. Santeria uit Cuba heeft bijvoorbeeld een grote invloed op jazz gehad. Zelfs Simon & Garfunkel hebben een voodooliedje. Het is ontzettend belangrijk in de popcultuur, maar het wordt alleen nooit benoemd. Heel veel popmuziek komt voort uit zwarte gospel. Die gospel is ontstaan uit een verboden Afrikaanse manier van aanbidden, maar dat verhaal botst zo met de dominante opvatting dat het niet lijkt te landen.’

Gelukkig lijkt er dankzij moderne artiesten meer ruimte voor voodoo te komen, zegt Van der Valk. ‘Beyoncé verwijst bijvoorbeeld veel naar voodoo op haar album Lemonade en in haar beroemde zwangerschapsfoto’s beeldt ze yorubagodin Oshun uit. Dit laat zien dat voodoo ondanks die onderdrukking altijd in de popcultuur en in de zwarte cultuur is blijven leven. ­Volgens mij komt er nu eindelijk een generatie artiesten die zegt: Amerika kan ons dat christendom wel opleggen, maar voor ons zijn de Afrikaanse wortels heel belangrijk. Daar hoort ook religie bij en daar is jarenlang een verkeerd verhaal over verteld. Ik vind het mooi dat dit verhaal tegenwoordig wat eerlijker verteld wordt.’