Mac DeMarco is een man met de lach aan zijn kont. Maar op zijn derde album toont de indieclown zich van zijn serieuze kant, met onder meer een serie liedjes over de vader die hem nooit opvoedde. En wat blijkt: hij heeft die aanstekelijke lach van hem helemaal niet nodig om te overtuigen.

’Heeft Mac al wat geks gedaan?’ De vraag viel op de 3voor12-redactie minstens tien keer in het uur dat Mac DeMarco vorig jaar op Down The Rabbit Hole speelde. Het was zijn grootste Nederlandse show ooit, op het hoofdpodium. Ongelofelijk voor de rommelige sjacheraar waar we twee jaar eerder kennis mee maakten. Heeft Mac al wat geks gedaan? Daaronder zou kunnen vallen: crowdsurfen tot de bar en terugkomen met bier voor de hele band. Of: vijf minuten uittrekken om zijn met plankjes bij elkaar gehouden gitaar weer in elkaar te zetten, terwijl de band covers van Rammstein en Tool speelt. Of in een gekke bui: poedelnaakt met een drumstokje in zijn kont een cover van U2 spelen.

Leuk al die gekkigheid, maar je zou er haast door vergeten dat de Canadees een begenadigd liedjesschrijver is, met een laconieke, half valse stijl die inmiddels volop gekopieerd wordt. Door die guitige lach met giga-spleet tussen zijn tanden ziet het er allemaal extreem simpel uit, maar juist dat gemak is de kracht van de zanger. En toch - hou je vast - begint ook Mac Demarco langzaam maar zeker volwassen te worden. Hij opent zijn derde album met een blik in de spiegel en de constatering dat al die gekkigheid on the road zijn tol begint te eisen. Hij constateert waar zoveel mensen, maar hij zeker, van schrikken: hij lijkt steeds meer op zijn pa.

Waarom dat bij hem nou juist zo gevoelig ligt? Omdat zijn vader zijn gezin verliet toen DeMarco een paar jaar oud was. En dat was maar goed ook, vond de zanger zelf. Vader DeMarco was namelijk een drugsverslaafde en alcoholist die zijn vrouw sloeg. Mac zag hem sindsdien nog een handvol keren, vertelt hij in interviews. Eén van die keren is in een online documentaire te bekijken. Vader DeMarco meldt zich voor een optreden van zijn zoon in Californië, maakt een babbeltje en vertrekt weer, nog voor het concert begint. Een ongemakkelijk moment dat DeMarco zelf besluit met de woorden: ’nou, dat was dus mijn pa, my old man’. 

‘My Old Man’ heet ook het openingsnummer van This Old Dog. En hoewel er ook gewoon mooie liedjes op het album staan over wankele liefdesrelaties, blijft die ouwe maar terug keren. Sterker nog: de allerbeste liedjes van het album zijn die waarop de man een hoofdrol speelt. De allerbeste is ‘On The Level’, door Mac DeMarco zelf een zustersong van ‘Chamber Of Reflection’ genoemd. Dat nummer stond op zijn vorige album en was verrassend serieus en traag. Beide liedjes verwijzen naar de vrijmetselarij, een soort levensbeschouwing met eigen rituelen die moeten leiden tot persoonlijke groei en ontwikkeling. Het hoogste doel van die ontwikkeling is niet om hoger of beter te zijn dan de ander, maar juist om op gelijk niveau te komen. Gek natuurlijk, op hetzelfde niveau willen komen als iemand waar je eigenlijk geen goed woord voor over hebt. Maar DeMarco gaat in dit liedje wel degelijk het gesprek met zijn vader aan. Hij neemt zelfs even zijn perspectief aan: ‘Boy, this could be your year. Make an old man proud of you. Forget about the tears.’ 

Zoals veel nummers op This Old Dog drijft 'On The Level' op een akoestische gitaar en een opvallend aanwezige synthesizer, die hier het liedje echt maakt. Het past prima in de flow van de plaat. Het album begint kalm, schakelt in het derde nummer ‘Baby You’re Out’ wat op, maar zakt dan weer terug. Of zakt terug, dat klinkt te negatief. Nee, er heerst een fenomenale rust in de toch serieuze songs. Echt heel knap gedaan. ‘Dreams From Yesterday’ is zelfs een soort blote-voeten-bossanova-tune. Maar dan wel één over het feit dat wie zijn dromen zelf niet meer najaagt ook niet mag zeuren dat ze niet uitkomen. Het is het type gedachten dat hoort bij iemand van 27 die langzaam maar zeker ziet hoe de ene leeftijdgenoot na de andere zich overgeeft aan het burgerlijke leven. ‘So why then, are you crying? It was you who denied them.’

En dan komt 'ie toch weer uit bij zijn vader, de man met wie hij eigenlijk nooit normale omgangsvormen heeft gekend. Wat moet je met een zin als ‘tot snel, ik hou van je’, als je niet weet of je elkaar nog eens ziet, laat staan of je van hem houdt? Het zijn overdenkingen aan een rivier bij maanlicht, die uitmonden in zeven minuten vol psychedelische tapeloops en effecten, zonder ook maar iets van die curieuze kalmte te verliezen. 'Moonlight on the River' is een fantastische apotheose van het album, nog slechts gevolgd door een soort epiloog. DeMarco alleen op een overstuurde elektronische piano, opnieuw over zijn aftakelende vader: ‘And even though we barely know each other, it still hurts watching him fade away, watching him fade away.’ Er valt weinig te lachen op dit derde album, de liedjes gaan niet meer over sigaretten en uit de hand gelopen drinkavondjes. Mac DeMarco verschuilt zich ook niet achter rommelig gespeelde punkindie. En dat geeft eigenlijk alleen maar meer vertrouwen voor een grote, serieuze toekomst.

Makkelijk op de hoogte blijven van alle nieuwe muziek? Abonneer je op de 3voor12 #NIEUWEMUZIEK playlist op Spotify. Nog meer #nieuwemuziek vind je in ons dossier.