The Bigger Picture: hoe een Nederlandse jongen de grootste hit van Kygo schreef

Songwriter Martijn Konijnenburg over Firestone en het geld dat hij nog niet heeft gezien

Timo Pisart ,

De Noorse producer Kygo staat deze zomer op Pinkpop met dank aan monsterhit Firestone. Hoe een Nederlandse jongen het prijsnummer schreef, en nog altijd wacht op het geld.

Volgens de Buma Awards was Firestone in 2015 het meestverkochte nummer binnen Nederland. Buiten Nederland ging de song minstens zo hard: bij Spotify staat de teller inmiddels op zo’n 411 miljoen streams en wereldwijd werd het een radio-hit. Firestone staat op naam van de Noorse tropical house-producer Kygo, maar is werkelijk geschreven door de ‘voor het publiek onbekende’ Martijn 'Tienus' Konijnenburg. In wat voor ’n huis zou de schrijver van zo’n monsterhit kunnen wonen? Een flinke villa? Een mooi grachtenpand? Een gigantische etage? Nee, toch een flatje om de hoek van Station Muiderpoort. Eens aanbellen. Een studentikoos uitziende jongen in zijn onderbroek (!) zwaait de deur open. ‘Martijn?’ Hij lacht. ‘Nee joh, die zal wel weer met z’n koptelefoon op zitten. Kom maar binnen. Kan ik een slow juice voor je maken?’

Inderdaad blijkt Tienus - vlassig ringbaardje, komisch hoedje en tropisch bloesje - in zijn kamer te zitten pingelen op een keyboard in een mini-studiohoekje. ‘Hee dude, leuk dat je er bent!’ Nee, dit is bepaald geen villa, maar eerder een lekker rommelige studentenkamer van hoogstens twintig vierkante meter. Er hangt kerstverlichting, overal staan geinige curiosa en op de tv loopt via Netflix continu een natuurdocumentaireserie door. Tienus stelt zich al direct op als een heerlijke droogkloot, maar hoe hij zijn vingerafdrukken achterliet op de grote hit van Kygo? Laten we maar gewoon beginnen bij het begin: hoe hij in de wondere wereld van schrijvers is terechtgekomen, en hoe mogen we die wereld noemen? Een schaterlach: ’We noemen deze wereld gewoon planeet aarde, ik ben hier geboren dankzij mijn moeder en mijn vader. Nee, dat is flauw, hè?’

Tienus was als kind altijd al gefascineerd door muziek, vertelt hij, en uiteindelijk besloot hij daar een opleiding in te gaan volgen: de Rockacademie in Tilburg. Daar ontstond ook Leaf, zijn eerste echte bandje. Tienus speelde toetsen, maar schreef ook alle songs. Belangrijk was natuurlijk wel dat zangeres Annemarie zich in de teksten kon verplaatsen, dus ‘op de meest random ass-momenten’ belde Tienus haar op, soms met serieuze filosofische vragen en soms met een welgemeend ’wat is eigenlijk je favoriete snoepje?’ Hij bleek een gave te hebben: single Wonderwoman werd een onverwachte feel good-hit, in 2007 het meestgedraaide liedje op 3FM. Een jaar later speelt geen enkele Nederlandse act op zoveel festivals als Leaf. 

Toen de band in 2009 uit elkaar viel, dacht Tienus: ‘Ik blijf gewoon liedjes schrijven.’ Zijn manager stelde hem vervolgens voor aan een jonge zangeres die hij net had getekend: Krystl. Of hij eens met haar wilde gaan schrijven? ‘Of course, man!’ En ook Krystl bleek bijzonder succesvol. ’Als je met Leaf succes hebt gehad, en het daarna nóg een keer kan doen?’, blikt hij nu terug, ‘dan begin je ook een beetje te geloven dat je het kan.’ Zo rolde hij er gewoonweg in, en ging hij ook nummers schrijven met en voor Nina June, Rachel Louise, Anouk en Ferry Corsten.

Hoe dat precies in zijn werk ging? Dat verschilt heel erg per project, zegt Tienus. Soms schrijft hij alleen de zanglijnen en de tekst, soms de hele structuur inclusief akkoorden en een pianoriedeltje. Soms praat hij lange tijd met artiesten over hun motieven en esthetiek ‘om te kijken uit welk hout iemand gesneden is’, soms zit hij in zijn uppie in zijn kamertje nieuwe nummers te schrijven die via zijn publishers kunnen worden geplaatst. Soms laat hij oude ideeën aan artiesten horen, soms gaat hij met een, twee of drie anderen ‘from scratch’ zitten schrijven. 

Na een tijdje begonnen zijn ambities te groeien en ging hij steeds groter denken. Tienus besloot zijn koffers te pakken en naar het Mecca van songwriters te vertrekken: Los Angeles. ‘Ik was wel ’n beetje zenuwachtig, hoor: misschien is het wel helemaal kut daar, of kan ik het niet goed genoeg? Maar ik wilde tenminste kijken hoe het er daar in Amerika aan toegaat. Mijn uitgeverij BMG Talpa heeft ook een kantoor in Los Angeles en kon vanuit daar een paar sessies voor me opzetten. Via bevriende schrijvers kwam ik aan adresjes. Ik ging het gewoon dóén. Ik weet nog precies hoe ik naar mijn eerste sessie reed, in de auto met Google Maps zonder verbinding, hopend dat ik goed zou rijden, want als je dan één verkeerde afslag neemt, vliegt de route eruit.’ Hij lacht. ‘Ja, ik heb daar hele fucking dagen rondgereden in die fucking stad, denkend: “Waar de fuck ben ik?!” Het was wel een avontuur, hoor. Ik leerde héél veel mensen kennen, en L.A. zelf natuurlijk. Telkens weer “Ga je mee naar die bar? Zullen we met hen uphooken?” Zo rol je overal een beetje in, als je je maar soepel opstelt.'

Zo stelde Dotan hem voor aan schrijver Jamie Hartman, die op zijn beurt weer werkte met de ‘Australische dude’ Conrad Sewell. ‘Of ik het cool vond om samen aan zijn project te gaan zitten? Tuurlijk, no worries. Het bleek een hele leuke sessie, het klikte écht, en zij hadden zoiets van: “Wie ís deze gast? Het werkt direct, wat doe je volgende week?”’ Zo hielden ze contact en verstreek er een jaar. In die periode fluisterde Tienus manager hem in: ‘Gast, wat ze nu in de dancewereld vooral zoeken zijn topsongs, die crossover-dingen. En die kun jij schrijven!’ Verdomd, ja, dacht Tienus, daar zit wel wat in.

Toen Tienus in februari 2014 weer in Los Angeles was, gebeurde er iets wonderlijks. ‘Ik had heel veel homies langs, die ik even terugbracht naar het vliegveld nabij Venice. Op de terugweg stond ik voor een rood stoplicht, en dat duurde wel even. Ik ging dus maar om me heen zitten kijken, en toen zag ik links van me een gigantische reclamezuil met rode neonletters, van een grote autofabrikant. “Firestone”, las ik. Al direct kwam de zin in mijn hoofd: “Hearts are like firestones.” Op de weg terug bleef dat hangen, dus thuis ben ik meteen achter de piano gaan zitten, en toen heb ik het nummer geschreven.’

Hij liet het nummer aan zanger Conrad Sewell horen, die het vervolgens inzong. Via diens management kwam het eerst bij Steve Angelo van de Swedish House Maffia terecht, en vervolgens bij de Noorse producer Kygo. ‘Eerlijk gezegd kende ik Kygo op dat moment nog niet,’ bekent Konijnenburg. Terug in zijn Airbnb in Venice Beach vertelde hij het aan zijn Franse huisgenootjes. Een van hen reageerde euforisch: ‘FUCK! Kygo?!’ Ze bleek een gigantische fan en liet Tienusalle remixes zien die de Noorse producer al had gemaakt, van Coldplay tot Ed Sheeran, met miljoenen en miljoenen plays. ‘Toen dacht ik: “Oh, dit is wel een dingetje.” Kygo en zijn label Ultra bleken het nummer fantastisch te vinden en te besluiten dat het zijn eerste single zou worden. Dat was wel bijzonder: hij had al een gigantisch publiek, maar hij had nog nooit zelf een nummer uitgebracht. Al zijn fans keken dus naar hem: “Waar zou hij mee komen?” Firestone bleek het perfecte nummer voor hem.’

Het contact met Kygo verliep over de mail, pas veel later zou Tienus hem eens de hand schudden op een feestje in Los Angeles. ‘Het was maar een heel kort gesprekje,’ grinnikt Tienus. ‘Meer een hoi-doei-situatie. Het was een beetje een rare setting en heel druk. Ik ken hem verder dus helemaal niet, en hij mij al helemaal niet. Droog hè?’

En dat terwijl Kygo een groot deel van zijn carrière aan Tienus te danken heeft, met een nummer vernoemd naar een autobandenfabrikant. ‘Een Amerikaanse vriend van me zei: “Dude, it’s so weird!” Het is hetzelfde als dat ik een nummer zou schrijven dat Albert Heijn heet, ofzo. Voor Amerikanen is het zo’n bekend bedrijf. Ik ben wel benieuwd wat ze er bij de Firestone Company van vinden, of ze het nummer überhaupt kennen.’

Firestone was bovendien een belangrijk schakelpunt in de ontwikkeling van het tropical house-genre, dat een bizarre vlucht nam. ‘Grappig genoeg snapte ik het in eerste instantie niet, mijn oren moesten er een beetje aan wennen: dat lage BPM, hoe gaan mensen hierop los? Werkt dat wel?’ 

Tienus giechelt: ja, dat werkt dus, en het was de gamechanger voor hem als songwriter. Vervolgens schreef hij onder andere voor de Duitse producer Robin Schulz en heeft Tienus een liedje gepitcht voor Britney Spears (het team was enthousiast, maar het werd uiteindelijk niets). Maar om nou te zeggen dat dit het vak was waar hij als piepjonge jongen over droomde? ‘Ik weet het niet, ik had geen droom. Als klein jochie wilde ik gewoon muziek maken. Ik weet nog - nou ja, nou ja, dit vertelde mijn moeder, ik kan het me maar vaag herinneren - dat onze buren een piano hadden. Mijn zus en ik kwamen daar vaak, en ik liep blijkbaar altijd gelijk naar die piano toe. Niet dat ik ging rammen op dat ding, maar voorzichtig die toetsen indrukkend. Heel treurig: de buurvrouw kreeg kanker en kwam te overlijden, en toen hebben wij die piano in huis genomen. Toen zijn mijn zus en ik pianoles gaan volgen. Ik heb nooit echt een idee gehad: “Ik wil iets worden,” maar altijd gedacht: “Ik wil dit doen.” Dat is nooit veranderd. Ja, en het grappige is: daardoor wórd je dus op een gegeven moment iets. Ik heb mezelf ook nooit als doel gesteld: IK MOET EEN HIT SCHRIJVEN, nog steeds niet. Ik schrijf gewoon wat er als vanzelf uit komt, en kennelijk zit er bij mij iets in dat commercieel gezien werkt. Dat is te gek, hoor, dan word je draagvlak groter en op energetisch level vind ik het ook een heel bijzonder ding.'

Een hele mooie instelling, natuurlijk, maar het geld is mooi meegenomen, zou je zeggen. Wat Tienus aan zijn grootste hit verdiende? ‘Nou, eh, ja, dat is een goede vraag.’ Firestone kwam in december 2014 uit, legt hij uit, Buma keert de auteursrechten altijd een jaar later in oktober uit, en het nummer werd pas redelijk laat aangemeld. ‘Dus eh, de vraag die jij mij nu stelt, die heb ik mezelf ook al meerdere malen gesteld, want ik eh… ik heb nog helemaal geen geld van deze track ontvangen. Ik heb nog nooit zó’n hit gehad, dus ik heb geen flauw idee om hoeveel geld dat gaat. Ik krijg het in oktober 2016.’

Dat het een flinke afrekening wordt, dat is duidelijk. Iedere keer dat Firestone wereldwijd op de radio wordt gedraaid, zal Tienus daar wat van terugzien. Iedere keer dat Kygo het nummer live speelt, zal Tienus daar geld aan verdienen. ‘Overal waar muziek geëxploiteerd wordt, wordt ervoor afgedragen. Dus ook als je het nummer hoort bij de dokter, de tandarts, de kledingwinkel en de kroeg, verdien ik daar in principe aan. Maar alleen op commerciële wijze, natuurlijk, niet als je over straat loopt met je walkman.’ Je walkman? Mensen luisteren tegenwoordig vooral via Spotify en YouTube, waarop Firestone in totaal meer dan 600 miljoen keer is gestreamed. ‘De afrekening van Buma wordt gespecificeerd, dus ik kan precies zien hoeveel ik aan streaming verdien. Dat wordt echt hilarisch: het is heel erg kut geregeld met Spotify, schrijvers delven echt het onderspit. Het leeuwendeel gaat naar de mastereigenaars, de labels. De auteurs krijgen echt 0,00000-nogiets cent. Bizar, vooral omdat er zometeen wel een paar miljoen omgaat in de streamingwereld. Het is een enorm onderwerp van gesprek in de community, er moet wel iets veranderen.’

En tegelijkertijd hoor je Tienus niet klagen, bezweert hij. Aan airplay verdient hij als schrijver verreweg het meeste geld: ‘It’s all good. En god, ik ken natuurlijk wel mensen die dit soort platen hebben gemaakt. Die zeggen allemaal: “Pfoeh, joh, daar kun je gerust een huis van kopen.” Maar ehm, ik heb geen idee man. En het maakt me ook niet zo uit, zoals je ziet woon ik niet echt heel groot, en dat vind ik ook helemaal niet erg. Ik vind het chill zoals het is.'