Suuns: 'Het is niet per se complex, eerder overrompelend'

Canadese band over nieuwe album, techno en logica

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Al bij de eerste seconden van Hold / Still, het nieuwe album van Suuns, weet je dat de Canadezen het je niet makkelijk gaan maken. Nee, het dit is niet zo’n band die steeds milder wordt en bij het derde album hun geluid naar een groter publiek gaat proberen te brengen. Gelukkig maar, want het levert een ongelooflijk spannende plaat op.

Ze zijn bekaf, frontman Ben Shemie en drummer Liam O’Neill. In een café in Amsterdam-Noord maken ze het zichzelf nog een beetje leuk, speciaalbiertje na specialbiertje. Maar bij het allerlaatste interview van een perstour van drie dagen gaat het toch echt allemaal niet meer vanzelf. Niet gek, als je ziet hoe bedachtzaam ze over elk antwoord nadenken, zelfs als ze opveren van enthousiasme. Dat bedachtzame, precieze hoor je ook terug in hun muziek. Hoewel veel nummers klinken als jams, merk je tegelijk er een enorme focus vanuit gaat. Eng haast, hoe geconcentreerd het klinkt. Donkere elektronica, dreigende gitaren, desolate zang. Muziek voor de nacht, maar dan zeker geen idyllische nachten.

Arbitrair knopen doorhakken
‘Het belangrijkste was dat we op dit album impulsiever wilden werken,’ vertelt Shami achterover leunend. ‘Dat is iets dat we meenamen van ons vorige project samen met Jerusalem In My Heart. We wilden vooral de vibe vangen en niet per se de beste opname maken. Wat bepaalt of iets goed is? Is het die take met die perfect gespeelde gitaar, of waar de meeste diepte in de opname zit? Tegelijker maakt dat het ook lastig, want een technisch perfecte take is duidelijk aan te wijzen. Maar wanneer is de vibe perfect? Het is grappig, na een concert hebben we het ook. Ik heb niet altijd het gevoel dat het goed was, en dan blijkt iemand anders uit de band het juist de allerbeste show te vinden. Als je het terugluistert is het al makkelijker, hoor je wel welke mood domineerde. Daarom is het ook goed dat we in de studio er een producer bij hebben. Iemand die niet in de band zit en dus er niet al zo lang bij betrokken is als wij zelf. Hij is een stuk objectiever en kan zo heel arbitrair knopen doorhakken. Soms wil je zo graag een bepaalde sound, dat je op gegeven moment echt denkt zo te klinken. Ook als dat niet zo is. Het is goed om dan feedback van een buitenstaander te krijgen.’

‘Uiteindelijk is de hele plaat in een week of vier opgenomen en gemixt. Vrij snel, maar nog steeds heel veel tijd als je er over nadenkt. Sommige bands vinden het idioot lang, punkbands zetten soms een album in twee dagen in elkaar. Ik zou dat ook zo graag willen, zo cool.’ O’Neill schatert het uit en slaat Shamie op zijn schouder. ‘Kom op. Zij hebben liedjes van anderhalve minuut. Haha, wij hebben jams van zeven minuten. Geef ons wat tijd dude.’ 

Techno
Hoe abstract het album ook is, toch doet het album bij vlagen denken aan kale dansmuziek. Voor een deel zit in de droge, strakke sound en door de krautdrive die door het hele album verweven zit. Het maakt het album een David Lynch-achtige kijk op het nachtleven. ‘Het is minimaal, in de zin dat er weinig aan geknutseld is,’ verklaard Shamie na lang peinzen. Er gebeurt weinig. Weinig overdub of andere studiotrucs. De complexiteit zit hem in het feit dat de nummers een eigen logica volgen, zeker als je het vergelijk met pop, rock of indie. Onze nummers volgen die conventies niet. Het is eigenlijk niet per se complex, maar overrompelend. Je moet het gewoon omarmen, dan volgt de logica wel.’ Drummer O’Neill vult zijn frontman aan. ‘We luisteren veel naar techno. Ik zou niet zeggen dat we het zelf maken, maar we verwijzen er zeker naar. Daarover gesproken, is er vanavond nog wat te doen?’ Opeens lijkt alle vermoeidheid na drie dagen vragen beantwoorden verdwenen. ‘Wat?! Beatrice Dillon? Dat meen je niet!  Ben, hoor je dat? Wij hebben er de laatste tijd vaak over gehad om haar te vragen voor een remix. Misschien moeten we haar vannacht maar gaan opzoeken dan.’