Terug naar begin jaren zeventig. Het Eurovisie Songfestival is dan al een evenement met een lange traditie. Al sinds 1956 - zo’n beetje direct met de intrede van de televisie - vindt het plaats. Begin jaren zeventig is het Eurovisie Songfestival nog een bijzonder statige aangelegenheid, waarbij alle deelnemers min of meer standaard in galakleding optreden, begeleid door het huisorkest van de competitie. Prachtig ook om te zien hoe de zaal vol zit met typische bobo’s in pakken en jurken, opgedoft voor de avond van het jaar. De bijdragen zijn op dat moment over de hele linie behoorlijk chique en braaf.
Een groot deel van de Oost-Europese landen zoals we die nu kennen viel natuurlijk onder Joegoslavië, een ander deel hoorde bij de Sovjetunie en deed om die reden niet mee met het Eurovisie Songfestival. Wel sloten in de loop van het decennium Griekenland en Turkije zich aan. Hun inzendingen zijn stuk voor stuk opvallend keurig, zelfs traditioneel vergeleken met de andere landen. Van de gedragen ballade van Eva Sršen in 1970 tot het spetterende koper bij Korni in 1974 tot de luchtige shoobidoowop van Aska uit 1981: er gebeurde in die hoek van het deelnemersveld niet al te veel om je over op te winden.
Dit waren de pioniers van de wansmaak op het Eurovisie Songfestival
En nee, het was niet het Oostblok
Al jaren wordt over het Eurovisie Songfestival even hard gelachen als geklaagd. De decennia oude liedjescompetitie is nauwelijks serieus te nemen met al die wanstaltige acts. Het draait om liedjes die eerder grappig bedoeld zijn dan serieus, als ze maar opvallen, en wij blijven het maar proberen met serieuze bijdragen. Maar al te vaak gaat de beschuldigende vinger naar het Oostblok, maar wie waren nu werkelijk de pioniers van de wansmaak in het Eurovisie Songfestival?
Nou, dat valt best mee toch? Toch veranderde er tussen 1970 een heleboel in het Eurovisie Songfestival. Als je alle deelnemers achter elkaar bekijkt, zie je het deelnemersveld veel vrijer, kleurrijker en modieuzer worden. Flauwer ook. Zeker in de jaren nadat het orkest de deur uit gaat, komen actuele trends veel sterker naar voren. Van ‘lichte muziek’ naar ‘popmuziek’. ABBA leidde het Songfestival wat dat betreft in 1974 overduidelijk naar de moderne tijd en kreeg ongelofelijk veel navolging, maar ook de opkomende disco en new wave vinden hun weerklank in de liedjes. Maar wie begon er in die tijd nou met de gekkigheid? Hou je vast, dit zijn de pioniers van de wansmaak in het Eurovisie Songfestival in de jaren zeventig.
De Oostenrijkers kwamen in 1977 met een ongelofelijk catchy deuntje, nota bene een protestsong tegen de muziekindustrie. Ja ja, ook toen al. Het liedje zelf was niet veel soeps, maar hun performance viel op: de groepsleden hadden een masker op hun achterhoofd, en de mannen hadden van voren een wit pak aan, van achteren een smoking. Ze worden er een-na-laatste mee. Zwitserland had dat jaar een liedje met een alpenhoorn, een piccolo en een jodelahitie bruggetje, maar dan kun je met enige goede wil nog wel onder folklore scharen.
In die jaren zien we meer 'malle' artiesten, zoals de Deense glampop parodie Mabel en de ook al Deense popkoning Tommy Seebach. Op zijn minst 'apart' als je het vergelijkt met het begin van het decennium, maar echt over de top wordt het pas in 1979 met de Duitse disco-act Dschinghis Khan, die de blauwdruk vormt voor alle kul van de laatste jaren. Het is een ode aan een Mongoolse strijder in een gouden broek waarin de vodka rijkelijk stroomt. Boney M style!
Daarmee waren de Duitsers niet eens de meest lachwekkende act van het jaar. Die eer ging naar deze Zwitsers, die twee jaar eerder ook al opvallen met een licht curieuze act. Kijk die arme dirigent nog waardig aftikken, en vervolgens die malloten staan met hun wapperende kussenslopen. Da's nog maar het begin, want even later gaat de complete gereedschapskist open.
Ook Papa Pingouin van de Luxemburgse tweelingzusjes Sophie & Magaly riekt naar novelty hit, al kun je het natuurlijk ook zien als een ironische knipoog ten opzichte van alle stijve pingiun smokings in de zaal bij het Eurovisie Songfestival. Enfin, het ziet er natuurlijk niet uit, maar het werd uiteindelijk wel een grote hit: meer dan een miljoen singles verkochten ze ervan. Een paar jaar later werd wel duidelijk dat ze daar praktisch geen cent van gezien hadden. Het kwam nooit meer echt goed met de zusjes. Een van de twee overleed in de jaren negentig aan AIDS, de ander kwijnt naar het schijnt sindsdien weg voor de tv in Zuid-Frankrijk.
De Denen lopen hard voorop bij het ontheiligen van het Songfestival. Ze stuurden twee keer Tommy Seebach en ook nog eens deze dikkige man in een tuinbroek. Zijn outfit was een duidelijk statement, maar verder was het Bamses Venner wel degelijk ernst: de groep bracht maar liefst 29 albums uit. Pas in 2011 kwam er een einde aan, toen de man van de tuinbroek - Flemming Jørgensen - overleed aan een hartaanval.
Een soort Trans-Eurovision Express, dit cheesy nummer van de Belgen van Telex. Of Belgen: Walen, want de Vlaamse en Franstaligen wisselden elkaar keurig elk jaar af. Waar alle 18 andere deelnemers dat jaar keurig met orkest speelden, zette Telex het podium vol synthesizers. Dat is eigenlijk best dapper als je er nu op terugkijkt, maar ook surrealistisch qua performance. Telex werd dat jaar een-na-laatste, en daarmee was hun missie mislukt. Het idee was namelijk om laatste te worden. De band kreeg vervolgens de nodige problemen, omdat fans vonden dat ze commercieel geworden waren. Ook wel ergens begrijpelijk, want synthpop was toen volstrekt revolutionair, en Telex was een van de belangrijkste en serieus te nemen pioniers van de elektronische popmuziek in Belgie.
Deze teenpopinzending van Oostenrijk is best wel verklaarbaar na het megasucces van de film Grease in 1978 en de al bijna even corny discofilm Saturday Night Fever een jaar daarvoor. Het zijn allebei typische musicalfilms, en deze twee overacterende liefjes horen ook in die traditie thuis. Niet de meest wanstaltige inzending die je kunt voorstellen, maar wel het definitieve bewijs dat de Oostenrijkers de echte schuldigen zijn van het afglijden van het Songfestival.