Het is geen makkelijk jaar voor de grote junifestivals, zo bleek ook dit weekend opnieuw op Down The Rabbit Hole. Nadat Pinkpop en Best Kept Secret werden geteisterd door respectievelijk de dreiging en de gevolgen van noodweer, kreeg ook het driedaagse festival op de Groene Heuvels bij Beuningen behoorlijk wat nattigheid te verduren. Het was zelfs zo erg dat de campings en het terrein op de donderdag nog onbegaanbaar waren, en dus een dag later dan gepland open gingen. Parkeerweilanden bleken niet bruikbaar na weken regen, dus werd er uitgeweken naar verharde parkeerplaatsen rondom Nijmegen en een heleboel pendelbussen. Voor festivalmanager Ide Koffeman en zijn team een hele kluif dus. In gesprek met Roosmarijn Reijmer op de zondagmiddag van het festival was hij desondanks tevreden over de verloop: 'Turbulent was het zeker. In de voorbereiding waren er natuurlijk heel spannende scenario's, kunnen we open of kunnen we niet open, parkeerplaatsen verplaatsen... We hebben ontzettend veel uit de kast moeten trekken met het team om het allemaal voor elkaar te krijgen, en now we're here and it's all good.'
De regenval in de weken voorafgaand aan het festival heeft het groene terrein van Down The Rabbit Hole behoorlijk geschaad, zo erg zelfs dat er nog even getwijfeld werd of het festival überhaupt wel open kon: 'We hebben heel vaak overleg gehad, twee- of driemaal daags, om op basis van de weerbeelden te bepalen hoe te handelen. Op een gegeven moment was het duidelijk dat de parkeerterreinen in ieder geval niet bruikbaar zouden zijn tijdens het festival. Dan ben je drie dagen voor het festival, en moet je op de een of andere manier organiseren dat 22.000 mensen op een goeie manier naar het festivalterrein kunnen komen.' Dat werd nog een hele onderneming, met verschillende verharde parkeerplaatsen in de buurt van Nijmegen en daar vandaan weer pendelbussen naar het terrein. 'Op vrijdagmiddag om zes uur was geloof ik 95% van ons publiek binnen. Natuurlijk zijn de wachttijden voor sommigen echt wel opgelopen en dat vonden we ook echt heel vervelend, maar er was echt geen bus te krijgen in Nederland, Duitsland of België, ze waren er gewoon niet. Dus we moesten roeien met de riemen die we hebben, tering naar de nering.'
Een belangrijk onderdeel van Down The Rabbit Hole is de randprogrammering: kleine, gekke feestjes die zich in alle hoeken en gaten van het terrein bevinden en niet in het blokkenschema te vinden zijn. Daar zaten misschien nog wel de grootste moeilijkheden wat het terrein betreft: een hoofdpodium houdt het nog wel in een regenbui, maar een verscholen bosrave kan makkelijk verdrinken. Koffeman: 'Ik was daar wel een beetje bezorgd over, hoe gaat dat terrein zich houden? We hebben relatief veel ruimte voor onze bezoekers op het veld, maar als dat niet begaanbaar is en iedereen moet over de gebaande paden manoeuvreren, dan ben je van tevoren best een beetje zenuwachtig. Maar het gekke is dus dat in de praktijk op de kleinste veldjes soms de grootste feestjes plaatsvonden, het publiek wist het uiteindelijk prima te vinden.'
Net als Lowlands legt Down The Rabbit Hole veel nadruk op sfeer, aankleding en randprogrammering van Down The Rabbit Hole. Die vergelijking is niet heel vergezocht; beide festivals komen uit de koker van organisator Mojo. Koffeman over de gelijkenissen tussen de twee: 'Lowlands is toch het moederfestival als het gaat om scherpe muziekprogrammering en daar omheen ook andere disciplines presenteren, zo simpel is het. Wij zijn drie jaar geleden met een initiatief gekomen met uiteraard overeenkomsten maar ook heel veel verschillen.' Koffeman denkt echter ondanks de gelijkenissen dat de twee elkaar niet zullen gaan kannibaliseren: 'Dat blijkt op dit moment dus niet uit de kaartverkoop. Ik denk dat kwaliteitsfestivals nu wanted zijn en dat mensen daar graag een kaartje voor kopen. En of dat er dan twee of drie zijn, dat hoeft niet per se het verschil te maken. Misschien dat Jazzfestival Gouda daar dan een beetje onder lijdt, dat gun ik ze niet maar mensen maken hun keuzes.'
Die nadruk op randprogrammering maakt dat mensen al lang niet meer alleen naar Down The Rabbit Hole komen voor de muziek. Bij haar zusterfestival werd het 'Lowlandsgevoel' op een gegeven moment zo belangrijk dat het al uitverkocht voordat er ook maar één naam op het programma stond. Maar het publiek op Down The Rabbit Hole afdoen als feestgangers in plaats van muziekliefhebbers vindt Koffeman te ver gaan: 'Uiteindelijk kopen mensen toch een kaartje voor het muziekprogramma. Als daar een mooie sfeer omheen gezet wordt is dat mooi meegenomen. Als ik kijk hoe mensen intens meezingen met Glen Hansard zie je toch dat er inhoudelijk niets mis is met de kennis en het enthousiasme van de mensen voor wat er op het podium gebeurt.' En die touwtjespringers achterin de tent bij Sun Kil Moon dan, waarover hij een dag later zei dat hij er 'zelfmoord' om wilde plegen? 'Ik weet niet of het regende op dat moment of hoe dat zat. Zoiets als Sun Kil Moon, wat wij heel graag willen laten zien, daar geldt voor dat een deel van het publiek dat misschien niet kent. Andere acts zijn misschien ook nieuw, maar dat wil niet zeggen dat mensen daar niet voor open staan. (…) Ik ben niet anti-touwtjespringen en hoepelen hoor. Ik vind dat allemaal prima, je komt ook drie dagen om te genieten en plezier te maken. Hoe iedereen dat invult mag ie zelf weten, of je nou een klein kunstwerk staat te maken of een hoepeltje waagt. En vijf minuten later denk je 'nu wil ik iets heel goeds zien', en dan ga je daar naartoe.'
Voor volgend jaar is Koffeman al weer druk bezig met nieuwe ideeën, maar hij is ook blij met de gevaren koers: 'Ik ben nu heel erg aan het rondkijken geweest, welke hoeken, welke gaatjes, wat is er nog mogelijk? Wat zijn ideeën die nog heel goed werken en welke moet je misschien loslaten? We blijven bij drie podia, we geloven heel erg in die dynamiek, en we gaan zien wat we daar weer voor geks bij gaan verzinnen.'