SXSW16: Miles Davis vs. Chet Baker op het grote doek

Nieuwe biopics van liefst twee legendarische jazztrompettisten

Timo Pisart ,

Op SXSW draaien maar liefst twee nieuwe biopics over een legendarische jazztrompettist: Born to be Blue over Chet Baker (gespeeld door Ethan Hawke) en Miles Ahead over Miles Davis (door Don Cheadle). Ze volgen beiden een vergelijkbare verhaallijn: een zwart gat waarin trompet spelen onmogelijk is en onze protagonist - gekweld door flashbacks - alle pijn probeert te verstikken met overmatig drugsgebruik. Ja, en natúúrlijk probeert een meisje de toeterende held te redden. Maar welke moet je écht zien?

“Come back once you lived a little”, sist Miles Davis tegen Chet Baker - dan nog nat achter de oren - in Born to be Blue. En dat gebeurt, zien we in de film geregisseerd door de nog vrij onbekende regisseur Robert Budreau. De film ging in première op SXSW en focust op het jaar 1968 waarin Baker - west coast jazz-pionier en fenomenale zanger - zijn tanden verliest nadat hij als ’s werelds bekendste junkie in elkaar wordt geslagen. En een trompettist zonder tanden, die is als een pianist zonder handen: je embouchure is dan helemaal weg en het wordt onmogelijk een zuivere noot te produceren.

Acteur Ethan Hawke - die op SXSW ook al schittert in de speelfilm In a Valley of Violence en zijn vele samenwerkingen met regisseur Richard Linklater - vertolkt Baker waanzinnig: zijn blikken zijn intens en somber, maar nergens over the top. Het meisje dat hij op een filmset leert kennen, probeert hem door het diepe dal heen te slepen en hem na een baantje als pompbediende te overtuigen toch weer te gaan oefenen. Op het strand, in de bergen met een camper en uiteindelijk in een lullige pizzeria, waar hij zijn eerste shows weer doet met een nogal gezichtsloos combo. Maar weet hij het vol te houden zonder weer aan de heroïne te gaan, zijn werkelijke muze, waardoor hij “in iedere noot weet te kruipen”? In de film kom je er pas in de emotionele slotscène achter, maar wij weten natuurlijk wel beter. Eigenlijk het ligt eigenlijk zelfs al in de titel Born to be Blue besloten: waar de film eindigt verhuist Baker naar Europa en uiteindelijk overlijdt hij in Nederland. Baker valt in Amsterdam high van de heroïne en coke uit het raam van Hotel Prins Hendrik.

Manische achtbaan
Zeker zo indrukwekkend is Miles Ahead, het regiedebuut van Don Cheadle, die we al kenden als hoofdrol in Hotel Rwanda en kolonel James Rhodes in de Iron Man-serie. Voor de vertoning zit zelfs de zoon van Davis in de zaal (met zijn zonnebril op, nota bene!), die toestemming heeft gegeven voor het maken van de film. In Miles Ahead zien we hoe Rolling Stone-journalist Dave Brill (Ewan McGregor) probeert binnen te dringen in het extreem chaotische leven van Miles Davis in de late jaren ’70, wanneer hij vijf jaar lang geen noot uitbrengt. Brill wordt al in de eerste scène tegen de grond gemept wanneer hij het huis van Davis binnendringt, om vervolgens tezamen op zoek te gaan naar dope en te zien hoe de paranoïde trompettist een pistool tegen het hoofd van zijn A&R-manager drukt. 

“Als je een verhaal wil vertellen, doe dat dan met attitude”, zegt Miles Davis al vroeg in de film tegen de journalist. En dat wordt in Miles Ahead ook zeker gedaan, niet chronologisch maar als een gigantische coke-trip met razendsnelle scènes en hak-op-de-tak gemonteerde flashbacks die soms zo lang duren dat je de draad bijna zou kwijtraken. Naast veel werk van Miles is de uitstekende soundtrack gecomponeerd door de Grammy-winnende jazz-pianist Robert Glasper, die de vertelstijl van de film perfect aanvoelt. Don Cheadle zelf vertolkt de flamboyante Miles Davis ietwat oppervlakkig, maar ook manisch en angstaanjagend. En vanzelfsprekend met die krakende, sissende stem die zo typisch was voor de trompettist.

Maar wie wint er?
“Who do you like better, Miles Davis or me?”, vraagt Chet Baker wanneer hij het podium bestijgt in Born to be Blue. Nou, op het grote doek doet Miles Ahead het vele malen beter dan Born to be Blue. In die laatste film ligt het er af en toe wel wat dik bovenop, met tacky zwart wit-flashbacks, clichématige dialogen en het wat magere spel van zijn geliefdes Jane en Elaine (beiden gespeeld door Carmen Ejogo). Ethan Hawke redt de film met zijn ijzersterke vertolking van Baker.

Op SXSW vertelde Don Cheadle al dat hij niet zozeer “een film wilde maken óver Miles Davis, maar die voelt als Miles Davis, een meer impressionistische film die geïmproviseerd aanvoelt, elektrisch en die gaat waar hij wil gaan”. En zo word je inderdaad heen en weer geslingerd in de achtbaanrit van Miles Davis z’n leven: een heerlijke, chaotische, komische en vernietigende film met een unieke vertelstijl. Na de eerste vertoning op SXSW kreeg Cheadle al een staande ovatie van het overvolle theater - uitzonderlijk op het filmfestival in Austin -, en dat is geheel terecht.