Vertel dat eens over de samenwerkingen. Hoe kwam je bijvoorbeeld bij die Braziliaan Arthur Verocai uit en hoe kreeg je het voor elkaar dat ook Steve Kuhn, een behoorlijk grote jazznaam, op je plaat mee deed?
‘Kees Heus, van Kindred, werkt natuurlijk ook als programmeur bij Paradiso. Hij vertelde me dat ze Arthur gingen boeken, dus dat als ik iets met hem wilde, ik hem gewoon een berichtje moest sturen. Dat heb ik gedaan, hem wat dingen laten horen en toen kwam het goed. We hebben in een studio in Den Haag gezeten. We hebben het al even geleden opgenomen, maar ik was nu op het punt dat ik het respectvol kon gebruiken. Met Steve Kuhn ging het heel anders.’
Hoe anders, ben je nerveus als je met zo’n grote naam werkt?
‘Dat probeer ik te vermijden. Maar het was wel een heftige ervaring. Ik moest hospiteren. Hij gaat natuurlijk niet zo maar met iemand werken, hij heeft met Coltrane, Stan Getz en Kenny Dorham gespeeld. We hadden al negen maanden mailcontact, om te kijken of het wel of niet ging gebeuren. Na een poos zei hij, kom maar langs in New York, dan bepalen we dan of we het gaan doen. Ik dacht, ik probeer het wel gewoon. Hij vroeg me of ik naar de Jazz Standard wilde komen, een bar in Manhattan. Hij speelde eerst een show, en daarna moest ik bij hem aan tafel zitten. Hij zat daar met Buster Williams, de oude bassist van Herbie en Miles, en met Joey Baron, de drummer van onder andere John Zorn. Ik moest uitleggen wat ik wilde.’
Op audiëntie bij de Godfather.
‘Ja, een apart gesprek. Ik wilde het niet heel Amerikaans maken en alles ophemelen. Maar het is heel simpel, hij heeft gewoon mijn favoriete album gemaakt. Dus dat vertelde ik hem. Steve Kuhn, self titled, uit ’71. Ik maak muziek, hij is mijn favoriete toetsenist en ik wilde graag opnemen. Meer is het niet. Het was awkward, totdat ik begon over Stockhausen, Ravel, dat soort dingen. Dat vond hij wel tof. Hij zei “ok, in de tweede set vanavond ga ik het nummer spelen dat jij wil coveren. Dan kijken we daarna of we het gaan doen.” Dus hij speelde het, en ik bleef daar de hele nacht maar zitten wachten en zei hem daarna: “Oké Steve, ik wil het doen.” Toen werd het een heel gedoe wanneer we het gingen opnemen. Hij zei dat het op maandag moest, maar dan kon ik niet, want dan zat ik in Austin voor SXSW. “Kan het niet donderdag Steve?” “Nee, donderdag is geen fijne dag. Ik heb geen andere plannen dan, maar het kan gewoon niet.” “Nou Steve, het zou mij echt goed uitkomen.” Een heel lang verhaal nog, dit en dat, maar hij kon uiteindelijk toch. Ik ben toen vanuit SXSW op en neer gevlogen. Hij kwam de studio binnenlopen, ging zitten, nam op. Het ging allemaal heel snel. Ik ben toen ’s nachts in slaap gevallen op het vliegveld, met een junkie die aan mijn been aan het trekken was, omdat ik geen hotel meer kon vinden. Maar het was het helemaal waard. Ik had gewoon met Steve Kuhn opgenomen.”
Leer je dan nog wat van zo’n artiest, of komt hij binnenlopen en is hij snel weer weg?
'Zeker wel. Je praat met zo’n man. Ik ben hartstikke geïnteresseerd in wat hij te vertellen heeft. Alleen, zijn scene is geen scene waar ik me aan kan relateren. Ik heb niet in het New York van de jaren zeventig en tachtig gewoond. Dat was een andere cultuur, ze maakten daar echt iets mee. Hij heeft met Kenny Dorham gespeeld, een heftige gozer. Hij heeft het rauwe New York nog meegemaakt. Wij kunnen dat niet bevatten, muziek is iets heel anders voor ze. Het was bizar, echt, het was bizar Ralph. Lees de verhalen er over, zo heftig. Het was ook het Mekka van de jazz. Zo'n levendige scene, veel situaties, maar ook veel drugsgebruik. Charlie Parker zat aan de heroïne, iedereen wilde zoals hij spelen, en dus ging iedereen gebruiken. Iedereen, Miles, Coltrane, noem ze maar op, heeft wel een periode aan die shit gezeten. Het was fucking crazy.’
Het is nu niet de jazz, maar in andere genres hoor je het nog steeds. En altijd hoor je nadat iemand gestopt is met drugs, dat ze erachter komen ook creatief zonder te kunnen zijn.
‘Zeker. Je kan onder invloed van drugs natuurlijk wel muziek maken, maar het vreet je op. In gedachten word je er beter van, in het echt niet. Ik snap wel hoe dat gaat, maar het is een gevaarlijk ding.'
Maar het blijft bizar dat ze zoveel goede muziek hebben kunnen maken in die staat. Terwijl er toch ook genoeg lelijke shit gemaakt wordt.
‘Dat is natuurlijk een utopie. Eigenlijk is alle muziek gewoon kut. De ene spreekt net iets meer tot je dan het andere. Het is bizar, maar ik kan daar ook echt van genieten man. Hele, hele slechte muziek. Ja, echt. Ik stel me dan zo’n heel romantisch beeld voor. Dat iemand dat achter zijn computer gemaakt heeft, en zo helemaal los aan het gaan is. Man, dan zie ik weer zo’n video van Hardwell in de studio, dat hij allemaal neonbalken daar heeft hangen. Ja man, fucking sick. Hij leeft gewoon die jongensdroom. En ze maken gewoon allemaal verschrikkelijke shit.’
Ik vind het vaak ook enorm lelijk, maar het boeit me enorm. Ik ben wel eens bij zo’n show geweest, en ik snap het gewoon niet.
‘Ik denk dat ik weet wat het is. Ik heb er namelijk lang over nagedacht. Het is een musical, van hoe je ouders denken dat een dansfeest is. Pretty spot on, right? Handen in de lucht als de drums komen, iedereen doet mee. Het is een geprepareerde dansshow. Een Disney-dansfeest-ervaring. Je wordt bij de hand genomen. Het hoort allemaal bij die Disney-ervaring die mensen voor zich zien bij dance. Er zijn mensen die die als ze naar me vragen, zeggen “Hey, hoest met diejie? Ajo, je draait net als Tiësto toch, jonge.” Logisch, zij zien natuurlijk Tomorrowland op tv, dat is echt een musical.’
Gek hoe zoiets voor de buitenwereld een en het zelfde ding is. Het is een totaal andere kunstvorm.
‘Het is niet erg. Het heeft gewoon het meest weg van een theaterstuk, een modeshow. Laatst zag ik zo'n EDM-dj op tv. Toen zeiden ze, “And now, he is going to do something that he never did before…” Zie hem zo om zich heen kijken bij een meeting, zegt ie: “Ik wil twee CO2-kanonnen.” Haha, kuuuuut. Dat slaat helemaal nergens op, zij maken zich hier druk over. Dat heeft ook niets meer met muziek te maken. Het heeft niet eens de kenmerken van muziek. Het is de begeleiding van de Disney-ervaring, dat is het.’