Het is ongelofelijk maar waar: The Duffer Brothers, Matt en de twee broers die verantwoordelijk zijn voor hitserie Stranger Things, zijn geboren in 1984. Dat is zes jaar na John Carpenter’s horror-klassieker Halloween, vijf jaar na Dario Argento’s occulte meesterwerk Suspiria. Het is een van de dingen waar hun serie om geroemd wordt: het is echt een uitstekende ode aan de klassieke horrorfilms van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, tot in de puntjes uitgevoerd. Natuurlijk zien we dat in de kleding van de hoofdrolspelers en hun walkie talkies. Stranger Things draait om de verdwijning van een jongetje van een jaar of twaalf en het opduiken van een mysterieus, verwilderd meisje dat over superkrachten blijkt te beslissen. Een freaky verhaal dat zich grotendeels afspeelt in de donkere bossen rond het dorpje.
Dat zo’n setting zich uitstekend laat combineren met galmende elektronische drums en vol-vet geproduceerde synthesizers, dat hebben de Duffers natuurlijk niet zelf bedacht. De uitvoering is subliem: de aflevering van elke aflevering - met het thema van Kyle Dixon en Michael Stein - oogt als een verloren klassieker.
De Duffer Brothers zijn net een paar jaar ouder dan Gaspard en Xavier van Justice, het Franse duo dat deze week terug is met hun derde album Woman. Ook zij laten ze zich overduidelijk inspireren door de elektronisch getinte soundtracks van begin jaren tachtig. Dat deden ze al op hun eerste album, toen ze in 'Phantom II' een sample gebruikten uit Dario Argento-film Tenebre. Ook op hun derde album hoor je de typische nerveuze, gelaagde synths, onder andere in 'Heavy Metal'. Dat Justice geïnspireerd is door de filmmuziek uit die tijd is niet zo gek: er zitten vaak (prog)rock elementen in, en die combi - elektronica en rock - is precies wat Justice opnieuw uitvond.
En toch bestond die iconische muziek van vroeger min of meer bij toeval. Of beter: uit noodzaak. John Carpenter zelf legde het uit aan 3voor12: ‘Synthesizers waren in die tijd nog niet voor algemeen gebruik, ze waren duur en ingewikkeld. Maar je kon wel met een enkel keyboard een orkestraal geluid creëren, en dat sprak mij alleen al budgettechnisch enorm aan.’ Een budgetkwestie dus, die Carpenter per toeval aan de voorhoede van de popmuziek bracht. Het waren de Duitsers die op dat moment volop experimenteerden met elektronische muziek.
‘Ik was erg onder de indruk van de Duitse groep Tangerine Dream,’ merkt Carpenter op. ‘Zij maakten in 1977 een fantastische score bij de film Sorcerer, een soundtrack die ik tot op de dag van vandaag draai. Ik hoorde in die muziek iets heel nieuws, maar tegelijk de oude bluesriffs. Dat elektronische muziek in die tijd eerder wetenschap dan pop was, klopt inderdaad. Zelf werkte ik in de studio van Dan Wyman, een professor elektronische muziek van de UFC. Hij had een studio vol met buizenversterkers, draden, synthesizers. De hoeveelheid tijd die het hem kostte om alles te installeren en stemmen, was gigantisch. Ik had daar in die tijd geen idee van. We hadden budget om de studio een paar dagen te huren. Voor Halloween had ik precies drie dagen de tijd, voor Assault On Precinct 13 zelfs maar een dag.’
Begin 2015 bracht John Carpenter zijn eerste van twee album genaamd Lost Themes uit. Het zijn op zichzelf staande stukken, niet gemaakt voor een film. De timing kon niet beter. Op dat moment is er al sprake van een trend van jonge producers die zich door de soundtracks van Carpenter en zijn tijdgenoten laten inspireren, en die trend heeft zich alleen maar verder ontwikkeld. De toetsenist van Black Mountain maakte een klassieke elektronische soundtrack onder zijn alias Sinoia Caves. De Engelse producer Brassica maakte een elektronische progrocktrack die in de sets van Maceo Plex belandde. Een andere producer genaamd Cluster Buster inspireert het ene na het andere album op oude horrorfilms als Class Of Nuke Em High en Maniac. En zo is het eenvoudig om een hele playlist te vullen met eerie sci-fi elektronische muziek om je weekend mee te beginnen.