1998: Napster
Begin 1998 start PTT Telecom met een ADSL-test in Amsterdam onder de noemer SnelNet. ien keer zo snel als ISDN, wat op dat moment de snelste optie is. Mijn ouders maken deel uit van de testgroep en als 11-jarige jongen gaat er een wereld voor mij open. Online Nederland 1, 2 en 3 on demand kijken, net als de clips van TMF. Midsomer Murders mag ik nooit afkijken omdat het te laat op tv is, dus de tweede helft van de aflevering kijk ik stelselmatig na school met vriendjes voor we beginnen met huiswerk. Tijdens het huiswerk staan de video’s van de Top 40 aan. Soms worden we afgeleid door de dansjes in Baby One More Time of de intrigerende teksten van My Name Is, vaak skippen we Frans Bauer. Precies wat wij willen. Een jaar later wordt SnelNet landelijk ingevoerd. Door de schaalvergrotingen worden de verbindingen minder snel en verdwijnt de on demand-functie. We zullen zes jaar moeten wachten tot YouTube start. Gelukkig is er voor het muzikale deel in de tussentijd een alternatief ontstaan: Napster. Gratis downloaden van liedjes, binnen een minuutje binnen als je de juiste bron kiest. De namen van de files kloppen niet altijd (een paar jaar later blijkt Popcorn toch echt niet het commerciële hitje van Kraftwerk te zijn), maar op de portable MiniDisc speler klinken ze er niet minder om. Zolang je ze niet op 96 kbps had gedownload natuurlijk. En voor Midsomer Murders? Daarvoor moet ik nog maar even opblijven. (CW)
Het downloadtijdperk is voorbij, wat rest is nostalgie
De geschiedenis van het downloaden in tien platforms
Zeg eens eerlijk: hoeveel muziek download jij nog? Een album per week? Een paar losse tracks? Of nog complete oeuvres, zoals je dat tien jaar geleden deed? Hoewel je nog steeds vrij eenvoudig alle muziek kunt vinden die je wilt, zijn de meeste mensen inmiddels overgeschakeld op veilige en gebruiksvriendelijke legale diensten. Wat tien jaar geleden nog onmogelijk leek, is nu al gebeurd: downloaden is net zo uit als roken in een restaurant, net zo ouderwets als cassettebandjes en minidiscs. Wat rest zijn herinneringen aan de platforms die elkaar in vijftien jaar tijd rap na elkaar opvolgden. De 3voor12-redactie blikt terug op hun persoonlijke openbaringen en fascinaties uit de downloadtijd.
2002: Kazaa
En opeens was de hele muziekgeschiedenis binnen handbereik. Of nou ja, zo voelde het met het installeren van Kazaa. Waar ik voorheen op de fiets naar de bibliotheek sjeeste om cd’tjes te huren, kon ik begin jaren nul opeens online inbellen om liedjes te ontdekken als Eric Clapton, Jimmy Page, Carlos Santana, Slash, John Mayer, BB King guitar solo- All Along The Watchtower (no virus).mp3 en Madonna -Girls Just Wanna Have Fun.m4a. En dan was er nog het vriendje dat de nieuwe videoclip van Nelly Furtado downloadde, om erachter te komen dat het een hardcore pornofilm betrof met een jongedame die een hoogstens een vagelijke overeenkomsten had met de Canadees-Portugese zangeres. Maar Kazaa betekende ook het branden van de eerste verzamelcd’s, die dienst deden als liefdesbrieven voor een vroege vlam. Daarop fluisterde Chris Martin haar toe hoe mooi de wereld was, en smeekte ik via de zoon van Tim Buckley om haar liefde, altijd vergezeld van een gigantisch begeleidend schrijven en met Paint gemaakte hoesjes. Tjongejonge, wat een pathetiek was dat. Het Nederlandse bedrijf Consumer Empowerment introduceerde peer-to-peer-programma Kazaa in 2001, in hetzelfde jaar dat Napster offline werd gehaald. Waar die laatste één algemene server en bibliotheek had - en als aanbieder van illegale content al snel strafbaar bevonden werd - haalde je met Kazaa de bestanden rechtstreeks van de computers van andere gebruikers. Kortom: Kazaa wist zogenaamd van niets, wat het voor auteursrechtenorganisaties moeilijk maakte actie te ondernemen. ‘We willen juridische duidelijkheid scheppen. Want na KaZaa komen wel weer nieuwe internetdiensten die hetzelfde doen’, voorspelde Buma/Stemra al in 2002. En daar hebben ze gelijk in gekregen, kunnen we nu stellen. (TP)
2003: Soulseek
“Zo’n iPod, denk je ik dat moet kopen?” Van downloaden had ik natuurlijk wel gehoord, maar zelf werkte ik in een platenzaak, dus al te serieus nam ik het tot dan toe niet. Maar toen een collega me die vraag stelde, rond 2003, wist ik dat mijn baan op de tocht stond. De iPod bestond weliswaar al twee jaar, maar om nou te zeggen dat iedereen er zonder nadenken een paar honderd euro voor op tafel legde, nee. Voor mij begon het downloaden toen pas, in een studentenhuis vol illustere types. Er was er een die eens in de twee dagen koffie zette (de eerste dag vers, de tweede dag de waterkoker), een die een loempia frituurde als ie eens groente wilde, en een met een internetaansluiting en een drukke baan. Die laatste was uiteraard mijn favoriet. Via de hopeloze chaos van Kazaa en eDonkey belandde ik bij het eerste fatsoenlijke alternatief: Soulseek, een echte undergrounddienst waar echte muziekliefhebbers op zaten. Je kon er niet alleen hitjes van nu vinden, maar ook albums zoeken en de geschiedenis in duiken. Ik pluisde de harde schijf leeg van een jongen die de complete Pitchfork top 100 albums of all time keurig in mapjes gestopt had. Een gammel trappetje op weg naar de hemel. (AdV)
2004: Limewire
In 2004 gaat de techniek razendsnel. Als je geluk hebt krijg je voor Sinterklaas je eerste mp3-speler, zo'n veredelde USB-stick met een schermpje, om een half jaar later al weer hopeloos achter te lopen als je klasgenoot een flitsende iPod Nano of Creative Zen onder je neus duwt. Een hele gigabyte aan muziek heb je ineens te vullen. Dat kan natuurlijk met geripte cd's, maar LimeWire is spannender. Net als Kazaa en Napster was LimeWire een peer2peer-network. Wat dat precies inhield begreep in mijn directe omgeving niemand, maar dat gaf niet. Iemand anders ver weg zette er liedjes op, en die zette ik weer op mijn knalroze mp3-speler. Mijn meest “foute” vriendin moest me uitleggen hoe het werkte, die ene die ook wel eens een sigaret rookte of een vijfje pikte van haar moeder. Een half uur later was ik een expert. Ik downloadde een lelijke zwart met roze skin (want: punk) en elke losse track van Fall Out Boy en Iggy Pop die ik kon vinden. Hele albums luisteren, daar deden we niet aan. Je zocht gewoon op The Ramones en downloadde de eerste vijf nummers die boven kwamen drijven. Dat daar ook My Sharona van The Knack tussen zat – verkeerd gelabeld door de uploader – daar deed je niet moeilijk over. Het was tenminste niet voor de zoveelste keer een imitatie van Bill Clinton die je een gratis Gucci-tas aan probeerde te smeren. (CvW)
2007: Oink
Paniek, ergens in 2007. Oink.cd was offline. De kranten stonden er vol mee: Interpol en FBI leggen torrentsite, waar als eerste alle albums lekken, plat en doen door heel Europa huisinvallen. Ook in Nederland worden er servers in genomen en het ergste van alles: gebruikers zouden worden aangeklaagd. Zit je dan als scholier met veel te veel mp3’s. Je roze muziekparadijs verdwenen, bang dat je voor moet komen en het je ouders moet uitleggen. Zo ver kwam het uiteindelijk natuurlijk niet. En hebben Oink-gebruikers geen strafblad aan hun favoriete dienst overgehouden, maar enkel zoete herinneringen. Je kon niet zo maar op Oink komen, iemand moest je uitnodigen. Vervolgens moest je je aan allerlei regels houden. Rips moesten perfect zijn en je moest lief zijn. Op het forum waar je elkaar tipte en hielp, maar ook offline. Oink organiseerde namelijk inzamelacties voor goede doelen: geld bij rampen, speelgoed voor arme kinderen. Als je kon bewijzen dat je gedoneerd had, kreeg je een digitale sticker voor terug. De belangrijkste regel: je upload/downloadratio moest in balans zijn. Dat betekende dat je uren met je router zat te klooien om poorten te openen. Het zorgde er ook voor dat er een buzz op school rondging als er ‘free leech’ was: straks alle discografieën van obscure avant-garde, jazz en noise artiesten downloaden! Sprintend naar huis. (RHH)
2008: DC++
Na losse tracks met programma’s als WinMX en voor het eerst volledige albums met IRC, wat nog een heel gehannes was met bots en wachtrijen, was DC++ de volgende stap qua downloaden. Je kon er alles vinden. Van mp3 tot boekverslag en als je iets gevonden had kon je direct bladeren in de mappen de deler. Zo kwam je erachter dat de echte pro’s al hun bestanden ordenden. Muziek op alfabet, genre of zelfs waardering. En dus ging je zelf ook maar je computer zo inrichten. Als iemand een vergelijkbare smaak had kon je zo op de gok andere dingen proberen en zo de beste ontdekkingen doen. Of je kwam er achter dat die user met die enorme collectie Franse componisten een nog veel grotere collectie heftige porno had. Keurig encyclopedisch gerangschikt. Grootste probleem was de drempel voor de verschillende kanalen, hubs, waar je op moest inloggen om aan de slag te kunnen: je moest een minimum aantal GB’s sharen. Bij het ene kanaal was dat weinig, maar bij de écht interessante kanalen al snel 30 gb. Onmogelijk veel in het vroege internettijdperk. En dus deelde je maar je hele windowsmap, en kopieerde je willekeurige grote bestanden zodat je veel meer leek aan te bieden dan je in werkelijkheid had. (RHH)
2009: The Pirate Bay
Door de opkomst van torrents was het ein-de-lijk niet meer nodig om hele albums samen te stellen met nummers die je los moest downloaden. Niet alleen is The Pirate Bay het downloadplatform met de meest tot de verbeelding sprekende naam; de Zweedse oprichters zijn ook in werkelijkheid de zeeschurken/helden (streep door wat voor jou niet van toepassing is) van de piraterijgeschiedenis. Op zijn meest letterlijk waren ze dat toen ze – na talloze rechtszaken, invallen en blokkades – Sealand wilden kopen. Dat is een zelfuitgeroepen micronatie op een voormalig marineplatform, negen kilometer van de Engelse oostkust en eigendom van een - hoe toepasselijk - radiopiraat: ‘prins’ Paddy Roy Bates. Het inwonertal varieert tussen 1 en 5. Piraterij overal illegaal? Daar niet hoor. Helaas is het er nooit van gekomen, tot woede van degenen die het plan sponsorden in een crowdfundingsactie – zo fanatiek was ik nou ook weer niet. Oh, en weet u de blokkade in Nederland (XS4ALL en Ziggo) nog, en de vrienden van Brein die achter aanbieders van proxy’s aangingen? Die blokkade is uit de lucht, maar ga puur voor de nostalgie nog eens naar fucktimkuik.org en kijk waar je terechtkomt. De documentaire The Pirate Bay: Away From Keyboard over de drie Zweedse kopstukken (eerder uitgezonden door de VPRO) is te zien op YouTube. (SH)
2010: Usenet
Na de vernietiging van ons geliefde Oink begon het downloadlandschap eruit te zien als een stad in burgeroorlog. Een voor een verdwenen de kopstukken, doorzetters gingen meer en meer ondergronds. Neem bijvoorbeeld Usenet, een nieuwe techniek waar je net effe wat meer technische bagage voor moest hebben. Kijk, die poort op je router open zetten voor Oink, dat lukte nog wel, maar Usenet, dat was echt nerdstuff. Althans, het lukte mij maar niet überhaupt te begrijp wat het was. Ja, het bestond eigenlijk al sinds de jaren zeventig, dat begreep ik. Het was iets met nieuwsgroepen en gecodeerde bestanden, iets met betalen ook. De usenetters zelf vonden het overigens helemaal niet zo ingewikkeld. Ik sprak destijds Nederlander Ronald Sievers van FTD, een bedrijf dat het aan de stok had met Brein. Hele normale jongen, die dacht dat ie aan de goede kant van de streep stond. “De rechter neemt de retoriek van Brein over en noemde ons een soort coffeeshop. Downloaden is legaal, net als de verkoop van wiet. Maar wij zijn niet de coffeeshop. Wat FTD hooguit doet is een kaart maken van Amsterdam, waarop gebruikers wietblaadjes zetten om aan te geven waar coffeeshops zitten.” (AdV)
2010: Grooveshark
Waar luisterde je in 2013 voor het eerst de langverwachte comebackplaat Randon Access Memories van Daft Punk? Op Grooveshark natuurlijk, helemaal voor gratis. Want wie betaalt er nou voor streaming? Spotify kreeg het aanvankelijk maar moeilijk van de grond. Tot 2010 kwam ik daarom nog wel eens op Grooveshark terecht, een geweldig knullig vormgegeven site die (althans met de internetsnelheid in mijn studententhuis) ook nooit écht lekker liep. Ondanks die vormgeving, toen al retro, was de site in 2006 zijn tijd een paar jaar vooruit. Grooveshark presenteerde zichzelf als legaal alternatief voor P2P-netwerken als LimeWire. Dat was dus niet waar. Sterker nog: als gebruiker kon je zelf muziek uploaden. In zijn bestaan werd Grooveshark dan ook zo’n beetje door elk major label aangeklaagd en gooide uiteindelijk de handdoek in de ring. Dat werd begeleid door een uitgebreid mea culpa: “We hebben veel ernstige fouten gemaakt”, aldus Grooveshark in een statement op de site. Voor de echte conspiracy-liefhebbers: mede-oprichter Josh Greenberg werd vorig jaar op 28-jarige leeftijd dood gevonden in zijn huis, en de doodsoorzaak is nooit opgehelderd. Overigens al het tweede sterfgeval in de Grooveshark-geschiedenis: leidinggevende Eddy Vasquez werd in 2013 vermoord door een jeugdvriend. (SH)
2012: Megaupload
Je vraagt je soms af waar de echte rock ’n roll gebleven is. Je hoeft maar een aflevering van de (overigens superslechte) nieuwe serie Vinyl te kijken om terug te verlangen naar een tijd waar je zelf nooit bij gehoord hebt. Maar hey, wij hebben Kim Dotcom, een steenrijke Duitse Fin die het grootste huis van Nieuw-Zeeland bezat en Megaupload runde. Zijn platform groeide zo rond 2010 uit tot de grootste cyberlocker ter wereld. Dat was ineens het nieuwe ding: digitale kluisjes waar iemand anders iets voor je instopte, het linkje ergens postte, en vervolgens hard wegrende. Meneer Dotcom deed alsof zijn neus bloedde - weet ik veel wat mijn gebruikers doen - maar streek wel de miljoenen op. En dat uitgebreide koketteren met al zijn poen maakte Kim Dotcom tot een soort cultheld, zo fout als maar kon. Hij deed mee aan de Gumball 3000 straatrace en bood twee concurrerende dames een half miljoen als ze hem versloegen. Als hij sneller was zouden ze het bed met hem moeten delen. Man, ik wilde dat verhaal niet eens kapot checken. Schitterend om te volgen ook hoe de zwaarbewapende politie Kim’s imperium binnenviel op zijn verjaardag. De emotionele waarde van Megaupload is nul, de verhalen zijn goud. En toch kunnen we zijn val zien als het eigenlijke einde van het downloadtijdperk. Natuurlijk, er zijn nog steeds platforms waar je alles kunt vinden. Films en tv-series worden volop geript, maar muziekbestanden op je computer? Wat niet op Spotify staat, vinden we wel op Soundcloud of YouTube. Het piratentijdperk is voorbij, de pure drang om alles binnen te halen is gecounterd door serieuze alternatieven. Argh! (AdV)