LL16: Parkway Drive begint lafjes, eindigt recht in het hart

Australische metalcoreband is dan toch de hardste band van Lowlands

Tekst Ingmar Griffioen, foto's Tim van Veen ,

Op dit zelfde terrein vindt ook hardstyle festival Defqon.1 plaats, echt waar. Daar zul je normaal niet zo snel aan denken, maar bij Parkway Drive toch even. De show is met met lichtplan en vuur visueel zo overweldigend, dat het al ergens tussen EDM en een Rammstein-show hangt, maar muzikaal smeert het aanvankelijk dicht tot iets dat naar Defqon.1 stijl hardcore riekt.

Het concert: Parkway Drive, Lowlands Heineken, zondag 21 augustus 2016

Auw. We hadden ons die eerste keer Parkway Drive anders voorgesteld. We hebben het hier immers over een van de titanen van de metalcore, zo niet de grootste groep die genre ooit heeft gekend. Sinds 2003 bracht de band uit New South Wales, Australië vijf studioplaten uit, waarvan de laatste (Ire, 2015) misschien wat minder bruut is (en nummers bevat, die nogal naar Metallica en Rage Against The Machine hinten). Niettemin rekten we de nekspieren er nog aardig mee op, bovendien zagen we ter voorbereiding de show op Graspop 2015 en is Parkway Drive zo'n beetje de hardste band van Lowlands. 

Maar wat deed er dan zo'n pijn dude?
Het komt - afgezien van het visuele gespetter en vuurwerk - nogal lafjes over en we staan toch maar een paar meter verder recht voor de speakers. Daar moet het zelfs met doppen in een beetje pijn doen bij zo'n show, maar we kunnen het zonder doppen doen en elkaar nog verstaan. Aan de andere kant smeert het geluid - razendsnelle riffs en blastbeat drumroffelwerk - wel zo muurdicht dat we de nuances niet horen.

What's up met die groene krokodil?
Goede vraag, maar zanger Winston McCall vindt het opblaasbare reptiel een dingetje. En asjemenou; op Graspop was die er ook al bij. McCall vindt het belangrijk om alle oude (een man of honderd geeft aan Parkway Drive eerder te hebben gezien) en nieuwe vrienden te bedanken. Daar hoort blijkbaar ook een krokodil bij. . 

Komt het nog een beetje goed qua bruutheid?
Toch wel. 'Dedicated' (ook een nieuwe track) is al heel wat meer hardcore, die detonerende heavy metalsolo is 'Devil's Calling' is weer even slikken, maar wij en die driekwart volle Heineken beginnen 'm aardig te voelen. 'Bottom Feeder' bewijst dat Ire genoeg harde, true to the core tracks heeft. McCall waarschuwing dat ie wel een circlepit wil zien 'If you want the hammer to fall...', helpt vast ook en ook het 'snap your necks' advies wordt nu en masse opgevolgd. Na het hardste vuurwerk dat wij ooit in een tent hoorden, is het tijd voor een serieuze noot. 

Een serieus diep harde noot. McCall draagt het volgende nummer op aan Tom Searle, de gitarist van de Britse metalcoreband Architects die gisteren op 28-jarige leeftijd overleed aan melanoom (huidkanker). Tom bleef zo lang mogelijk spelen, maar verloor na drie jaar de stijd tegen de vreselijke ziekte. Shit, daar zijn we even stil van. Dit komt binnen. We besluiten ter plekke om McCalls adviezen ter harte te nemen: 'Keep your friends close, live every day like it's your last.' Met die oprechte boodschap voelen we die hardcore-recht-uit-het-hart-boodschap weer optimaal. 'Home Is For The Heartless', het had een John Coffey-titel kunnen zijn. De laatste track vliegt als een intense, boze droom voorbij. Ze moesten er hard voor vechten, maar na een uur hebben we Parkway Drive ferm in het hart gesloten.