LL16: The Range draait de tent vol

Amerikaanse knutselaar doet het tegenovergestelde

Tekst Ralph-Hermen Huiskamp, foto's Remco van Beurden ,

Naarmate de show vordert, lijkt The Range steeds emotioneler te worden. Telkens kijkt hij weer omhoog van zijn knoppen, ziet hij dat de X-Ray weer iets voller is dan ervoor, en wrijft hij weer even langs zijn voorhoofd of in zijn ogen. Hij heeft gelijk, het is een bijzondere show.

Het concert: The Range, Lowlands X-Ray, zaterdag 20 augustus 2016

De basis van de muziek van de Amerikaanse knutselaar wordt gevormd door samples. Geen bekende fragmenten uit muziek, maar vooral uit willekeurige YouTube-filmpjes. Soms hoor je dus een vocal, waarvan je eerst denkt dat het een rapper is maar dan blijkt het een dichter, of zelfs gewoon fragmenten uit een gesprek die ritmisch verknipt zijn. De onderlaag van de muziek: percussie, vlijmscherpe snares  of ratelende piano’s.

Dat klinkt allemaal abstract of niet?
Nee, gek genoeg niet. Dat komt doordat hij het vaak zo opbouwt dat het lijkt op hiphop. Het is geen verrassing dat The Range goede vrienden is met Nicolas Jaar, die hem hem ook hielp met zijn eerste album. Jaar zit dan wel veel meer in de dance-hoek, maar ze delen het talent om een ogenschijnlijk willekeurige sample een enorme lading mee te geven, zonder dat het ook maar ergens cheesy voelt. 

Maar wordt het niet eentonig, telkens weer random samples, piano en percussie?
Dat is mooie, hij schippert telkens tussen hele minimale beats, en grote kanonnen. Neem zo’n track als ‘Metal Swing’. Die vocal klinkt alsof hij van Steve Reichs tapes uit de jaren zestig is getrokken, net als de piano. Verder zit er niet veel meer bij, een basloopje en klepperende castagnetten. Zo lijkt hij wel vaker de minimalistische componisten uit de sixties te citeren. Maar vanaf daar bouwt hij door steeds meer galm toe te voegen, stemmen erover heen te leggen en de bas vol open te draaien, naar een soort futuristische r&b waar je tegen aan kunt leunen.

En dat allemaal in zijn eentje, dus hij staat non-stop krom over zijn apparatuur aan knoppen te draaien?
Dat maakt het helemaal goed; anders dan veel andere elektronische solo-acts is hij ook nog eens ongelooflijk goed om naar te kijken. Hij is charmant overrompeld door hoe zijn muziek ontvangen wordt, de X-Ray langzaam voller loopt en de schermen aan het plafond de loods laten oplichten. Hij lijkt af en toe zelfs een traantje te moeten wegpinken. Maar het beste is nog hoe hij alle vocale samples meezingt of schreeuwt. Soms lijkt hij zelf ook even verbaasd over hoe gek hij ze plaatst en herpakt zich dan snel. The Range is dan wel geen act die op korte termijn volle zalen gaat trekken, maar hij kan zijn zaal wel voller en voller laten lopen tijdens zijn show. En dat kunnen maar weinig experimentele acts zeggen.