Met de aanslag in Nice vorige week staat ook het drama in de Bataclan weer vol op het netvlies. Terroristen schoten toen 89 mensen dood in de Parijse concertzaal, waar op dat moment de band Eagles Of Death Metal stond op te treden. Volgende maand speelt Eagles Of Death Metal op Lowlands, maar het onbezorgde rock ’n roll gevoel waar de band altijd om geroemd werd is verdwenen. Sterker nog: de alternatieve popscene verslikte zich aardig in de controversiële uitspraken die frontman Jesse Hughes na de aanslag deed. Waarom verrasten die uitspraken zo?
Als Jesse Hughes gevraagd zou worden om een reactie op het vreselijke drama in Nice, zou hij waarschijnlijk zijn statements over Bataclan herhalen: als de Fransen niet zo streng met wapens om zouden gaan, had die vrachtwagen vast niet zo dodelijk ver over de boulevard hebben kunnen rijden. ‘Until nobody has guns, everybody has to have them’, tekenden internationale media op uit de mond van de rockzanger. Zijn theorie over het beveiligingspersoneel van de Bataclan en zijn opvatting dat moslims misbruik maken van de westerse naïviteit zorgden voor veel onrust. Twee Franse festivals cancelden de band zelfs direct. Lowlands-directeur Eric van Eerdenburg (die Eagles Of Death Metal volgende maand ook ontvangt) had grote moeite deze uitspraken te geloven. Hij zei tegen 3voor12 het gevoel te hebben dat Hughes ‘erin geluisd’ was door het rechtse platform dat hem interviewde. Met andere woorden: getraumatiseerd, kwetsbaar geworden door de aanslagen en te grazen genomen.
Waarom de conservatieve denkbeelden van Jesse Hughes ons zo verwarren
Beeld verandert nu het lachen is vergaan
Vandaag begint in Cleveland, Ohio de Republikeinse Conventie, het congres waar Donald Trump officieel aangewezen zal worden als presidentskandidaat. Naast familieleden, acteurs en topsporters wordt ook een aantal muzikanten genoemd als aanwezigen: Gene Simmons van Kiss bijvoorbeeld, of countryzanger Kenny Rogers. En Jesse Hughes van Eagles Of Death Metal? Die verraste na de aanslagen in Parijs met zijn oer-conservatieve uitspraken. Waarom schrokken veel muziekliefhebbers daar zo van?
Dikke redneck
Toch was het voor trouwe volgers helemaal geen verrassing dat Jesse Hughes er dit soort denkbeelden op na houdt. Ook voor de aanslagen sprak hij zich al uit voor Donald Trump, noemde hij Barack Obama een ‘non-fucking American-born’ en George W. Bush een held. ‘A dude who does blow and likes ZZ Top is my kind of motherfucker.’ In zijn leven voor Eagles Of Death Metal was Hughes - in zijn eigen woorden - een dikke redneck die als freelancer speeches schreef voor de Republikeinse partij. Na een lelijke scheiding ging het mis met Hughes, werd hij depressief en moest hij door zijn oude schoolvriend Josh Homme (van Queens Of The Stone Age) uit het slop worden getrokken. Hughes: ‘Hij klopte op de deur, duwde me opzij, stopte al mijn geweren in een kussensloop en zei: “Wat ben je aan het doen, gast.”’
Die kant van Jesse Hughes komt ook heel nadrukkelijk naar voren in de film The Redemption Of The Devil (betaalde link), die Vice vorig jaar uitbracht. De film zou eigenlijk een week na de aanslagen op documentairefestival IDFA draaien, maar werd vanwege het drama teruggetrokken. Dat is misschien logisch, maar ook jammer, want het is de beste manier om de ‘echte’ Jesse Hughes te leren kennen. Waar eerdere uitspraken over ‘the second amendment’ of president Obama meestal een beetje verloren gingen tussen de supergrappige anekdotes over zijn penis-lengte en notoire drugsgebruik, diept de Vice-docu de denkbeelden van Hughes serieus uit.
Bad boy in de hemel
Zo vertelt Hughes in de film uitgebreid over zijn nieuwe schaduwcarrière, die als katholieke priester. Hughes werd in 2013 beëdigd tot voorganger in de orde van St. Francis, waardoor hij onder andere officieel huwelijken mag sluiten. Een bizarre combi? Welnee, vindt Hughes zelf. ‘Alles wat ik als ‘bad boy’ kan doen om toch in de hemel te komen, grijp ik aan. Mensen vinden het raar omdat ik als rock ’n roller geacht word de duivel te aanbidden. Maar zoals de King Of Rock ’n Roll - Elvis - ons leerde: je moet God aanbidden. Meer dan de helft van zijn oeuvre bestaat uit gospelmuziek, en hij ging regelmatig naar de kerk. Ik treed in de voetstappen van Elvis en sla zondaren op hun hoofd met het heilige boek.’
Het is hem menens, vertelt hij even verderop in de film op bezoek bij zijn platenmaatschappij. Het is beslist geen grap, en hij is van plan tijdens de volgende Eagles tour communie en confessie aan te bieden aan wie wil. Hij ontrolt in de film zijn standpunt over de evolutietheorie, in dezelfde woorden die hij in andere interviews ook wel gebruikt: het is een sprookje over magische apen waar geen enkel bewijs voor is. Vrijzinnig kun je Hughes inderdaad niet noemen. Mocht hij ooit president van de VS worden - hij koesterde van jongs af aan die ambitie - dan is dit een van de eerste dingen die hij zou veranderen: ‘Ik zou het belastingstelsel zo aanpassen dat moeders niet meer hoeven te werken.’
Fuck you tijdperk
In zijn gloednieuwe christelijke radioshow als ‘reverend Jesse Hughes’ fulmineert hij: ‘Dames en heren, het is zover gekomen, we staan op het punt een nieuw tijdperk in de politiek in te gaan. Het ‘fuck you’ tijdperk. Want dat zeg ik tegen iedereen die deze wereld overdraagt aan ‘links’. En met ‘links’ bedoel ik iedereen die niet van Ronald Reagan houdt en die het ‘second amendment’ niet omarmt. Ik sla jullie helemaal in elkaar. Ik zie er naar uit beschuldigd te worden van holbewonersgedrag. Weet je: suck my dick, jullie verkloten de wereld, sterf!’
The Second Amendment, oftewel het recht voor iedere Amerikaan om een wapen te bezitten. Na God en Elvis is het de derde grote liefde van Jesse Hughes. Die combinatie van religie, patriottisme en het recht om wapens te dragen is natuurlijk niet ongewoon in conservatief Amerika. Hughes poseert in de film in een piepklein stars & stripes broekje met een automatisch geweer. Hij schiet ‘voor de lol’ in zijn achtertuin op de Chinese vlag en legt uit: ‘Ik doe alles om mijn vrijheden te beschermen, ik heb er zelfs mijn leven voor over.’ Om het even later een beetje lichtvoetiger te maken: ‘This is just good old-fashioned American fun. We doen niemand pijn.’ Tot slot een kleine shout-out naar de grote baas van de National Rifle Association (NRA): ‘Charlton Heston is mijn president.’
Progressieve tegencultuur
Vanuit Europees perspectief zijn dat heftige statements, op het extremistische af. Je zou kunnen zeggen dat er al oorlogstaal klonk voor er in Parijs schoten op hem gelost werden. Naar Amerikaanse begrippen is dit perspectief op de wereld lang niet zo ongewoon. De helft van de Amerikanen stemt immers op een Republikein, en de populariteit van Donald Trump is een realiteit. Toch wekt Hughes er verwarring mee in de rockwereld. Dat komt doordat we nu eenmaal niet gewend zijn dat popsterren conservatief zijn. De wortels van de hedendaagse popcultuur liggen in de progressieve tegencultuur van de jaren zestig. Anno 2016 zien we Beyoncé zich uitspreken tegen politiegeweld, we zien Killer Mike opstaan als ‘running mate’ van Bernie Sanders en Kendrick Lamar op bezoek in het Witte Huis. Indiebands als The National spraken zich uit voor Obama, en eens in de zoveel tijd horen we muzikanten als Bruce Springsteen of Tom Petty kwaad zijn als een republikein een liedje van ze in een campagne gebruikt.
Ze zijn er natuurlijk wel, conservatieve popsterren. Wie herinnert zich niet Meat Loaf die zichzelf tijdens een campagnebijeenkomst van Mitt Romney belachelijk maakte? We weten van Kid Rock en - verrassend - Azealia Banks dat ze Trump-aanhangers zijn. Gene Simmons van Kiss stemt Republikeins. Meest uitgesproken rechts is rocker Ted Nugent. Al jaren is hij bestuurslid van de NRA, en de ene na de andere über-rechtse uitspraak vliegt over het internet. Nugent suggereerde dat Hillary Clinton en Barack Obama opgehangen moesten worden toen een aantal Amerikanen stierf door een terroristische aanslag in Benghazi. Hij wekte ook woede toen hij een vrouwonvriendelijke grap deelde: tien redenen waarom geweren beter zijn dan vrouwen. ‘Wapens functioneren tenminste elke dag van de maand.’ Erg? Wat dacht je van deze: ‘Voor een pistool kun je een geluidsdemper kopen.’
War on drugs
Het meest tot de verbeelding sprekende verhaal van een popster met conservatieve denkbeelden is de spontane trip die Elvis Presley op een goede dag in 1970 ondernam naar het Witte Huis. Hij kwam niet met een entourage, maar helemaal alleen met het vliegtuig, iets wat de popster natuurlijk nooit deed. Aan boord schreef hij op papier van de vliegtuigmaatschappij een brief van zes kantjes aan de president. Hij schreef daarin onder andere dat hij The Beatles als een gevaar voor de Amerikaanse samenleving zag, dat hij Nixon wilde bijstaan in zijn beruchte ‘war on drugs’ en dat hij graag een rol als ‘federal agent’ zou krijgen. En wat doe je als The King voor je poort staat? Juist, dan laat je hem binnen. Wat volgde is een ontmoeting tussen Richard Nixon en Elvis Presley die zo beroemd werd dat de foto in het National Archive naar verluidt meer wordt opgevraagd dan die van Neil Armstrong die de Amerikaanse vlag op de maan plant. Zo beroemd dat momenteel een film over de ontmoeting wordt gemaakt, met Kevin Spacey als Richard Nixon. Elvis verliet het Witte Huis met zijn felbegeerde badge.
Je kunt het niet helpen er een beetje om te lachen, en dat terwijl Elvis het toch echt meende. Het is niet voor niets dat Jesse Hughes hem voortdurend noemt als zijn rolmodel. Dit is hoe het in zijn hoofd kan zijn, die mix van rock ’n roll en conservatisme. En toch is er natuurlijk een belangrijk verschil tussen Elvis en Jesse Hughes, waardoor veel mensen nu alsnog verrast zijn: Jesse Hughes doet en zegt alles met zijn tong in zijn wang. De heftige uitspraken over linkse mensen in zijn christelijke radioshow bijvoorbeeld brengt ie zo grappig en over the top dat je haast niet kunt geloven dat ze niet ironisch zijn. In de film ligt Hughes op een gegeven moment naakt met zijn vriendinnetje - een 25-jarige ex-pornoster - op een bed voor een fotoshoot, bedekt onder een lading wiet. Jesse legt ondertussen aan de fotograaf uit waarom hij echt geschikt is als dominee: ‘De meest geschikte persoon om je te helpen met je zonden, is een zondaar.’
De documentairemakers van Vice versterken dit gevoel van ironie. Hughes vertelt bloedserieus over zijn ambities als dominee en de camera zoomt in op zijn officiële diploma. Dan beweegt het beeld naar beneden en zien we een sierlijke stenen plaat met een rietje en een visitekaartje, overduidelijke drugs-parafernalia. Schitterend is ook de scene van Jesse Hughes in Austin tijdens SXSW. Eerst zien we een typisch spring break meisje dat dolgraag aan de cameraman haar ‘titties’ wil laten zien, dan Jesse Hughes die een katholiek snuisterijen-winkeltje opzoekt om de inauguratie van de nieuwe paus op tv te kunnen zien. Het is geestig en ontroerend tegelijk als Hughes de kassajongen van de winkel uitnodigt voor zijn show die avond.
Die Vice docu is zo slim en geraffineerd dat je aan het eind van de film nog steeds niet weet wat je er nu precies van moet denken. Is het nou allemaal waar? Is het een grap? Vermoedelijk allebei. Maar het lachen is Jesse Hughes logischerwijs vergaan na Bataclan. Nooit raakten zijn opvattingen over religie en ‘gun control’ zo aan de bittere realiteit, en nog nooit was het zo moeilijk om er een lolletje van te maken. Hoe gaat dat zijn, straks op Lowlands? Zien we de smerige rock ’n roll show van Eagles Of Death Metal zoals we die altijd gezien hebben? Zien we de lol en de pastiche, of is de vrolijke bende van Jesse Hughes voor altijd veranderd?