Het is een grote groep muzikanten die op het podium staat. Of zit, in het geval van de percussionisten, de harmoniumspeler en een van de zangers. Het grootste deel is ondedeel van de Rajasthan Express, een collectief van Indiase muzikanten uit verschillende delen van het land en uit verschillende muzikale tradities. Bij het rondje voorstellen wordt dat even onderstreept. Daarnaast zijn er twee mannen zonder tulband: frontman Shye Ben Tzur, die toen hij als Israelische muziekstudent voor het eerst Indiase muziek hoorde direct alles liet vallen, en naar India verhuisde. En helemaal achteraan, zoals gezegd, met de eeuwige lok voor de ogen en een simpele groene trui, Jonny Greenwood.
LGW16: Zeeziek van de deinende vloer bij Junun
Gedroomde afsluiter, met onder meer Radioheads Jonny Greenwood
Le Guess Who? weet hoe je een festival moet afsluiten. Deerhunter viel dan wel een beetje tegen, iedereen die twee jaar geleden bij Selda was heeft dat nog steeds in het geheugen gegrift staan. Dit jaar is het aan een bont gezelschap om af te sluiten. Muzikanten uit verschillende gedeelten van India, een componist uit Israel, en een componist uit Engeland. Die laatste staat tijdens het concert dan wel het meest op de achtergrond, maar is wel de bekendste van het stel: Jonny Greenwood heeft in zijn overvolle Radioheadschema een gaatje gevonden om naar Utrecht af te reizen.
Vlak voordat de show begint en het zaallicht nog aan is, klinkt er opeens geroezemoes achterin de zaal. Op de trappen van de grote zaal staan plotsklaps de blazers van de Rajasthan Express, om het vuur alvast aan te steken. Het blijkt een vuur dat het daarop volgende uur niet meer uit gaat. Vanaf de eerste tonen, gebeurt er iets unieks. Het hindert niets dat Greenwood de eerste paar nummers op gitaar nauwelijks te horen is, ondanks dat hij zich zichtbaar in het zweet speelt. De salvo’s vraag en antwoord tussen de percusionisten en zangers die vanuit kleermakerszit het uit hun tenen laten komen, doen al genoeg. Soms wordt er even gas teruggenomen, heeft de oudste percussionist even de tijd om aan zijn snor te draaien, en pakt Tzur er een dwarsfluit bij om wat zuurstof in de zaal te pompen. Maar als daarna de blazers opschakelen, ontploft de zaal keer op keer. De uitspraak dat je 'niet stil kan blijven staan' tijdens een optreden voelt bijna altijd als een cliché, maar hier is het letterlijk zo. De vloer deint zo hard op en neer, dat zelfs als je de voeten stug op de grond houdt, je ritmisch centimeters op en neer beweegt met de muziek mee.
Zeker als je als festival het bijbehorende album van het project nog niet gehoord hebt, is dit natuurlijk een tricky boeking. Hoe vaak voelt het wel niet ongelooflijk ongemakkelijk als een grote pop of rockmuzikant aan de haal gaat met niet-westerse muziek. Telkens weer zo’n zweem van mystiek, een verhaal over ‘echt pure muziek’, en dan vervolgens nauwelijks de moeite nemen om zich echt in de muziek te verdiepen. Vanavond blijkt dat het ook anders kan. Greenwood houdt zich vooral op de achtergrond. Het best is hij hoorbaar als hij de bas te hand neemt, en zijn eigen stempel drukt hij er eigenlijk alleen op als hij wat Kid A-elektronica als basis neerlegt. Kijk hem dan ook zitten met zijn laptop en apparatuur. Als kind met lego op de grond en af en toe tegelijk vragend en glunderend over zijn schouders kijken naar wat er om hem heen allemaal gebeurt. Dit is vooral het project van een Israelische componist die zich jarenlang verdiept heeft in verschillende muziekstromingen die in India te vinden zijn, die samenbrengt, ze durft te vieren met een moderne twist en toevallig een bekende muzikant die fan van hem is, heeft gevraagd eens mee te doen. Het resulteert in een gedroomde afsluiter van een festival waar vanuit de hele wereld mensen samen komen om zich eens te verdiepen in andere muziek. Noem het sentimenteel geneuzel, maar muziek is nog steeds een ideaal middel om je blikveld op andere vlakken ook wat te verruimen. En dat kunnen we best gebruiken.