Het is 17 oktober, de vrijdag van Amsterdam Dance Event, en het vocht staat op de ramen van Rush Hour, de platenzaak aan de Spuistraat. De hele week al is het druk in de winkel, die het hart vormt van de Amsterdamse underground scene. Na Masters At Work legende Louie Vega en de complete line-up van het Dekmantel-feest op woensdag en donderdag is er Nederlandse veteraan aan het werk: Orlando Voorn. Begin 2016 komt van hem een album genaamd In My World uit bij Rush Hour, en in de winkel laat hij zien hoe gretig hij is. Echt waar, zelden zie je een man zo bedreven achter zijn draaitafels staan als Orlando Voorn hier. Hij wappert zichzelf koelte toe met twee plakken vinyl, legt een van de twee op zijn draaitafel, mixt hem razendsnel in en danst er zelf het aller-hardst op. Zijn platen zijn pushy en rusteloos. On fire! Het is tegenwoordig een zeldzaamheid om Orlando Voorn achter de decks te zien in Nederland, en als je hem zo ziet, vraag je je af: waarom?
Orlando Voorn: Technopionier in den vreemde keert terug
Veteraan zag dj-carrière vervliegen, maar bleef produceren
In de jaren negentig was hij zo’n belangrijke vertegenwoordiger van de Detroit techno sound in Nederland, dat iconen als Juan Atkins en Blake Baxter wel met hem wilden werken. Begin deze eeuw vertrok hij zelfs naar Amerika om die muzikale connectie te verzilveren. Vijftien jaar later dreigen we Orlando Voorn met name als DJ bijna te vergeten. Produceren bleef hij altijd doen, maar nu is hij volop terug in de aandacht met een nieuw album bij Rush Hour. “Ik heb heel veel over gehad voor mijn muziek.”
Cool motherfucker
“‘Look at that cool motherfucker over there! He’s just reading a magazine, doesn’t ask questions, doesn’t look around what kind of equipment I have.’ Vanaf dat moment was ik vrienden met Michael Banks. Ik werd ontvangen als een broeder.” Met trots denkt Orlando Voorn terug aan zijn die gouden jaren, de vroege jaren negentig. House en techno waren nog in hun revolutionaire fase, en de robuuste Amsterdammer - opgegroeid rond de Churchill-laan en later de Bijlmer - was de eerste Amsterdammer die een belangrijke link legde met Detroit. “Blake Baxter draaide een keer in de RoXY, en KC The Funkaholic belde me om te vertellen dat een van mijn platen zijn nummer 1 van het moment was: Format #1 - Solid Session. Jeroen Flamman koppelde me aan Juan Atkins, die niet veel later bij mij op mijn slaapkamertje zat. Vanaf dat moment ging alles heel soepel.”
Die connectie met Detroit was volgens Voorn volkomen natuurlijk. Hij maakte simpelweg wat hij wilde, en toevallig lag dat volledig in de lijn van de technopioniers aan de andere kant van de oceaan. “Ik vertolkte mijn eigen gevoel. Altijd stond ik volledig achter wat ik uitbracht. Mensen zeiden soms: dit is niet goed, dat zou ik eruit halen. Dan zei ik: nee, zo wil ik het hebben. Dan is de kick des te groter als het lukt. Zo ging het bij Solid Session, maar ook bij Fix - Flash. Dat werden allebei vette knallers. Het gaat ook wel eens andersom, hoor. Mijn track In Da Jungle had ik in een hoek laten liggen, mijn ex vrouw vond het niks. Een publisher vroeg of ik nog wat had liggen en ik liet hem die track horen. Een dag later had ik een deal, twee maanden later stond ie op vijftig compilaties. Leuk om meegemaakt te hebben. Dan praat ik over 1995, rond die tijd.”
Geestelijk kapot
Maar het leven bleef hem niet toelachen. Ook niet toen hij besloot naar Amerika te vertrekken. “Ik wilde begin jaren negentig al die kant op, maar ik was getrouwd, had twee kinderen, voor mij de belangrijkste reden om niet te gaan. Twaalf jaar geleden zat ik een nare echtscheiding. Ik was geestelijk kapot en dacht: dit is voor mij het moment om mijn biezen te pakken en daarheen te gaan. Toen ik weg ging was mijn oudste een jaar of zestien, mijn jongste twaalf. Het was een moeilijke beslissing om weg te gaan. Ze vragen wel eens: hoeveel offer je op voor je muziek? Nou, ik dus een hele hoop. Gelukkig heb ik nu wel goed contact met ze.”
Voorn vertrok naar Amerika. Zijn carrière als dj was op een laag vuurtje, hij wilde meer maken als producer, besloot hij. De studio was zijn werkterrein, daar moest het gebeuren. “Ik kon niet anders”, zegt hij. “Ik heb vaak genoeg gedacht: ik moet misschien iets anders gaan doen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.” Het leidde de laatste jaren niet tot uitschieters in bereik en sales, en tot overmaat van ramp ging het met zijn dj-carrière echt bergafwaarts. “In 2008 draaide ik op Awakenings in de Gashouder. Het had mijn grote terugkeer moeten zijn als DJ, maar het ging helemaal scheef. Waar het mis ging? Ik weet niet, misschien was ik verkeerd geprogrammeerd. Ik stond op een speciale Amsterdam-avond, terwijl ik wellicht beter thuis was op de Detroit-avond, een dag later. Hoe dan ook: het werd online helemaal afgekraakt. Vanaf toen is het gekelderd.”
Uitvalsbasis Purmerend
Waar veel Detroit-legendes stilaan gestopt zijn met produceren en hun geld verdienen door te draaien, heeft Orlando Voorn de afgelopen jaren non-stop doorgewerkt. Hij maakt zelfs meer dan ie met goed fatsoen uit kan brengen. Het afgelopen jaar keerde hij zelfs een paar maanden terug naar Nederland - uitvalsbasis: Purmerend - om te kijken of hij zo de flow qua boekingen weer te pakken kreeg. “Ik wilde voorkomen dat ik over een paar jaar zou zeggen: wat nou als ik toch terug gegaan was naar Nederland? Al mijn contacten zeiden hetzelfde… kom terug naar Nederland! Na een jaar zag ik dat het weinig tot niks uitmaakte en besloot mijn biezen te pakken en weder terug te keren naar de States."
Enter Rush Hour. Antal Heitlager, eigenaar van het label, is Orlando Voorn helemaal niet vergeten. “Orlando is voor mij een van de beste Nederlandse technoproducers en zijn repertoire aan tracks is geweldig te noemen”, zegt hij. “Ik ben vereerd dat we met Rush Hour nu samen met Orlando deze release kunnen doen.” Rush Hour bracht de laatste jaren al meer werk uit. Zowel reissues van classic Fix en Format #1 releases als nieuw werk. In My World is het eerste album, en het bestaat voor 90% uit nieuw werk. Het zijn heel gevarieerde producties, waarop Voorn vooral zijn talent voor originele drumpatronen laat zien. Een standaard dansvloertrack is zijn eer te na. “Ik wil nog veel te veel muziek kwijt, het liefst op vinyl”, zegt Voorn. Iets anders verzinnen waarmee ik niet achter kan staan ten koste van mijn creativiteit? Dat zou zonde zijn en onecht.”