Elke dj heeft zijn eigen verhaal, zo blijkt al na drie edities van deze nieuwe interview-serie. De een bereidt zich uitmuntend voor, de ander niet. De een draait heel technisch, de ander laat vooral de muziek het werk doen. En waar veel dj’s in zijn genre - op het snijvlak van house en techno - geduldig mixen, kennen we Robert Vosmeijer alias De Sluwe Vos als een meedogenloze aanjager van het publiek, iemand die rusteloos en supersnel platen kan klappen. En als je dan op bijvoorbeeld DGTL festival staat, waar slow mixen gangbaar was, val je direct op als hyper energiek. ‘Techniek kan op zo’n moment een manier zijn om het verschil te maken,’ zegt Vosmeijer. ‘Het is echt een stijl waar mensen me van kennen. Ik wilde dat ook graag: anders zijn dan de rest. Ik kan wel alle platen gaan draaien die drie keer per week op Raad de Plaat voorbij komen, maar die heeft iedereen al gehoord. Ik wil iets anders laten horen. Al draai ik toch liever wat langzamer.’
De kunst van de dj met De Sluwe Vos: ‘Ik kon wel door de grond zakken’
Jonge hond in de booth wordt langzaam volwassen
In de serie ‘de kunst van de dj’ spraken we ervaren dj’s Nuno dos Santos en Speedy J over hun voorbereiding en techniek. Maar hoe werkt dat eigenlijk bij een jonge hond als De Sluwe Vos? Vrijdag draait de Sluwe op de Serious Clubnacht in Breda, tijd om hem te vragen naar zijn geheimen in de dj booth.
Waar moeten we dit gesprek beginnen?
‘Ik denk bij Bandcamp. Dat is de laatste tijd mijn favoriete platform om nieuwe muziek te zoeken. Ik heb lang alles via Beatport gedaan, maar ik vind het tof dat je geen label nodig hebt om je muziek uit te brengen. Zo is er momenteel in Mexico een hele vette scene met gasten die van alles op Bandcamp zetten. Iemand anders die ik trouw volg is Alessandro Parisi, een Italiaanse producer die hele verhalen publiceert bij de filmachtige muziek die hij produceert. Echt heel erg vet. Dat is niet per se muziek die ik in de club kan draaien, hooguit bij all-nighters, en dan moet ik na afloop alsnog uitleggen waarom ik dat zo vet vindt. Maar die muziek inspireert me wel. Kijk, je kunt ook mensen volgen. Skream volg ik bijvoorbeeld. Hier kun je precies zien wat hij gekocht heeft, zijn hele ‘carte’.’
Vind je het belangrijk om dingen te draaien die niemand draait?
‘Niet per se, het kan heel goed werken om juist een hit te draaien, zo’n track als I Wanna Go Bang van Bjarki. Maar nieuwe muziek inspireert met vooral in de studio. Nog even naar Bandcamp: kijk, hier kun je tracks favoriten, en daar krijg ik dan ook mailtjes van. In mijn inbox staat het tabje Bandcamp boven mijn boekhouder en de facturen.’
Hoe orden je je muziek?
‘In mijn Recordbox stuur ik het naar het Sluwe Vos mapje of naar Haeken, mijn techno alias. Vervolgens heb ik ‘slimme mappen’, die ik ingedeeld heb naar de vier elementen. Ik deed het eerst op genre, maar dat werkt voor mij niet. Ik draai namelijk niet op genre, ik wil een hobbelige weg creëren. En dus heb ik nu: vuur, water, aarde en lucht.’
Hoe weet je dat een plaat ‘aarde’ is?
‘Aarde is het bedje waarop alles binnen komt, een track waar ik iets op kan bouwen. Dat kan een Keri Chandler track zijn, iets meer house-achtig. Lucht is een track waarin als het ware ineens een windje opsteekt. Dat kan een duidelijke break zijn of een hele harde synth, in elk geval iets waardoor mensen denken: hier gebeurt iets. Dat kan hard zijn, maar het hoeft niet. Dan heb je vuur, dat is het handjes-in-de-lucht-moment. En water, dat mengt met alles, het zijn tracks die bijvoorbeeld onduidelijker zijn in te delen qua genre, waardoor je ze als bruggetje tussen twee tracks kan gebruiken. Deze indeling werkt voor mij veel efficiënter, vooral omdat ik er ook nog sterretjes aan meegeef om aan te geven in welk uur van de nacht ze passen. Het geeft me de mogelijkheid sneller te switchen; op een moeilijke Mick Wills plaat past bijvoorbeeld misschien wel een Joy Division of Suicide plaat, en dat was eerst veel ingewikkelder dan het nu is. Ik maak soms ook eigen tracks speciaal voor die overgangen. Soms mis ik iets in het nieuwe aanbod, en dan ga ik de studio in. Ik draai nu bijvoorbeeld al een tijdje een track die Tools For Fools heet. Ik heb nooit de intentie gehad die uit te brengen, maar misschien moet ik het toch maar eens doen.’
Heb je een vast ritueel bij de opbouw van je set, een soort akkoordenschema? Aarde, aarde, wind, vuur?
‘Nee, dat niet, maar ik ben wel een dj die een rollator nodig heeft: ik hou me altijd vast aan de eerste vijf platen die ik voorbereid had. Benny Rodrigues wil nooit wat voorbereiden. Hij noemt dat een ‘prognose op de seks’. Moet je niet doen, vindt hij. We vulden samen een nacht op Lowlands, en steeds zei hij tegen me: ‘zie je nou, zie je nou, dit is toch fucking vet? Dit hadden we toch nooit kunnen voorbereiden?!’ Maar ik ben dan heel zenuwachtig, mijn bureaublad is een mess, maar mijn muziek moet geordend zijn, ik moet houvast hebben. En ik vind: mijn mood moet het publiek niet beïnvloeden. Als ik moe ben of een keer geen zin heb, ga ik moeilijke platen draaien, dat is voor niemand goed. Na het voorbereide begin gaat het als het goed is vanzelf, als ik de energie uit de zaal terug krijg.’
Vorig jaar op DGTL viel me op hoe snel jij draait, vooral in vergelijking met andere dj’s in je genre.
‘Ik hou inderdaad heel erg van snel draaien. Ik heb ook drie decks op mijn rider staan en ben altijd een stap of twee verder dan wat je hoort. Die stijl heb ik zelf gecreëerd, maar ik draai nu liever wat langzamer. Laat de muziek zijn werk doen. Het kwam vooral doordat ik een jonge hond was. Ik was ongeduldig, wilde het allemaal. Ik heb er geen spijt van hoor, het is ook supervet om zo high energy te draaien, maar ik zou nu ook liever meer verhaal vertellen.’
Je zegt: high energy draaien. Betekent dat dat de techniek die je inzet ook een wapen kan zijn die per context verschilt?
‘Oh ja zeker, als ik vroeger de dag draai, neem ik vaak meer de tijd. Het hangt ook van je publiek af. Op Straf_werk bijvoorbeeld komt een jonger publiek dan op Drift. Ik bedoel het niet lullig, maar dat jongere publiek komt net om de hoek kijken, dan moet je niet te moeilijk draaien. Bij een feest als Drift komen meer mensen met geduld.’
Wat is je lievelingstempo?
‘Oe, lastig. Ehm, 126 BPM. Net wat sneller dan de meeste house-dj’s, al kan ik ook uren luisteren naar een dj die op 118 draait. Voor Haeken is het ideale tempo 134.’
Wanneer ben je begonnen met dat techno alias?
‘Een jaar geleden. Ik merkte dat ik met De Sluwe Vos meer techno ging draaien, dat vond ik lastig voor het publiek. Ik wilde zo graag iets anders, maar ik durfde het niet helemaal uit te werken. Mensen verwachten nu eenmaal van me dat ik house draai. Maar ik maakte toch een paar technoplaten, en daar kreeg ik hele goede reacties op, en uiteindelijk zelfs een paar boekingen.’
Draai je als Haeken anders dan als Sluwe Vos?
‘Ja, absoluut. Het sorteren is ook heel anders. Techno draaien is echt heel lastig, dat heb ik echt onderschat. Ik weet nog de eerste keer dat ik als Haeken draaide, op Chateau Techno in die hele grote Ahoy zaal. Ik had in de studio een track uitgekozen om mee te beginnen. Prima eerste plaat, heftig maar niet te heftig. Toen kwam de bas erin: zo tering hard. Ik dacht: ik heb het helemaal verkloot, ik kon wel door de grond zakken. Het is zo anders dan house, de galm in de zaal is genadeloos voor die bas. Ik weet nog dat ik thuis kwam en tegen mijn huisgenoot vertelde hoe het was gegaan. Hij zegt: ‘ja, dat is kut he’. Maar toen ik op het evenement keek bleek iedereen het geweldig te vinden.
Is je techniek ook anders?
‘Zeker. Als ik techno draai heb ik in principe altijd drie faders omhoog staan, ik heb constant drie dingen door elkaar lopen. En omdat de bas zo belangrijk is, komt dat heel nauw, het moet precies goed liggen. Je hebt de kick en de sub, en als die gaan schuiven hoor je het meteen. Maar ik vind het tof om zo’n brij van ‘space’ te creëren. Natuurlijk draai ik niet zomaar alles door elkaar. Van de hele haal ik de bas weg, de tweede heeft juist een hele heldere bas, van de derde maak ik een loop. Met mijn Rane MP2015 Rotary mixer kan ik het heel mooi over elkaar heen leggen, heel beheerst ook. Het wordt met die manier van mixen eigenlijk minder dynamisch: het leunt minder op breaks en snelle mixen, je moet idealiter niet horen dat de ene plaat in de andere overgaat. Wat dat betreft staat het echt haaks op wat ik doe als De Sluwe Vos.’
Deze techniek werkt ook niet met oude houseplaten, toch?
‘Klopt, I learned that the hard way. In Shelter tijdens ADE bijvoorbeeld draaide ik de eerste twee uur allemaal oude funk en disco. Ik had net het artikel met Nuno dos Santos gelezen, waarin hij vertelde over dj’s die de mist in gaan met scheve loops, en wat gebeurt er: ik zit er helemaal naast. Ik dacht nog dat ik hem goed recht getrokken had in Recordbox - dat kan door je eigen pijltjes te plaatsen. Maar op de een of andere manier was ie helemaal niet recht en klonk het helemaal verkeerd. Toch probeer ik het wel, en vaak verzin ik dit soort dingen thuis.’
Dat kan Benny Rodrigues dus niet doen?
‘Hij kan het wel, maar hij doet het niet. Hij heeft wel altijd heel veel muziek bij zich, wel een stuk of tien usb-sticks.’
Heb je altijd op deze manier gedraaid?
‘Ik heb heel lang met cd’s gedraaid, daarna met Traktor vinyl, vervolgens helemaal digitaal met Ableton. Daarna terug naar vinyl only en weer even naar cd’s en Ableton. En nu dit, eigenlijk al vanaf het moment dat ik meer gigs begon te krijgen. Ik vind het nog steeds lastig dat Pioneer als enige een softwareprogramma heeft dat mijn usb’s compatible maakt met de CDJ’s. Als dat nou open source zou zijn, had ik vast minder gezeik met die dingen.’
Hoe kan het dat mensen jouw eerste gig als Haeken fantastisch vonden, terwijl jij het zelf niet goed vond?
‘Het was hard, en hard is voor de meeste mensen goed genoeg. Dat is het lastige: je wilt je verhaal vertellen. Dat klinkt afgezaagd, maar dat is het wel: house en techno is zoveel meer dan beuken en breaks. Ik merkte dat zelfs bij all-nighters een deel van het publiek daar het geduld niet voor heeft. Dan draaide ik de eerste twee uur ambient, funk en andere ‘saaie’ muziek, en dan kwamen een paar gasten al vooraan staan: Sluweee! Maar ik moet geduld hebben, je kunt dat niet dwingen. Ik had de neiging om vingerwijzend te vertellen dat het de verkeerde kant op gaat, maar het is cool zo. Het is voor mij een leuke uitdaging om diepgang te brengen.’
Aanstaande vrijdag 23 december draait de Sluwe Vos in Mezz Breda tijdens de Serious Clubnacht, een feestje gekoppeld aan 3FM Serious Request. De opbrengst van die avond gaat uiteraard naar het goede doel. Naast Sluwe Vos hoor je die avond ook Olivier Weiter, Wouter S, Remy Unger en onze eigen Roosmarijn Reijmer. Kaarten voor die avond koop je hier.