Het is op z'n minst opmerkelijk dat Douwe Bob in korte tijd zo'n populariteit heeft weten te vergaren binnen een genre dat in Nederland relatief weinig teweeg brengt. Daar zullen zijn stijlvolle voorkomen en jongensachtige charme ongetwijfeld iets mee te maken hebben gehad. Live hoor je in zijn countryliedjes de seventies powerpop van bands als Big Star; de sound is melodieus, vol en sentimenteel. Dit jaar zullen de schijnwerpers nog feller op de Amsterdamse songwriter gericht zijn door zijn deelname aan het Eurovisie Songfestival. Wie er vandaag bij is in Grote Zaal van de Oosterpoort zal die keuze niet als een verrassing zien: Douwe Bob past precies in het rijtje van minder extravagante, meer credible muzikanten die we ons land in de laatste jaren hebben laten vertegenwoordigen. Net als bij Anouk en The Common Linnets wordt er uitstekend gemusiceerd en serieus gekeken. Maar echt cool is het nog steeds niet.
Hoezo dat nou weer niet?
Er is niets rauws, scherps of emotioneel aangrijpends aan Douwe Bob. Het is luchtige muziek op een perfect presenteerblaadje. Daar is in principe niets mis mee, maar het raakt ook niet.
Maar mensen vinden dit toch juist prachtig?
Dat is goed mogelijk, maar in de Oosterpoort is het publiek in elk geval behoorlijk mild. Rustig klappen en wiebelen, maar we zien geen uitbundigheid of vallende tranen.
Hoe gaat dat dan straks op het Songfestival? Gaan onze Europese buren wel stemmen?
Na een lange periode van acts in de categorie 'hoe gekker hoe beter', zijn ze bij het Songfestival inmiddels dol op gezapige acts en zwoele blikken. Wij voorspellen voor Douwe Bob alvast een groot succes.