BKS16: In de zweethut bij Ryley Walker

Hallucinaties zijn niet te voorkomen

Sjoerd Huismans ,

Best een mooie tent, die nieuwe Three, maar zodra de Eerste Zonnestraal van Best Kept Secret 2016 op het pikzwarte tentdoek valt is het er niet meer te harden. Maar het moet gezegd: in combinatie met de psychedelische folk van Ryley Walker werkt het best goed. Een zuiverende zweethut waar menig bezoeker zijn hergeboorte beleeft.

Ja hoor, de laatste dag van Best Kept Secret begint zowaar in de zon. Buiten de tent zitten mensen er heerlijk van te genieten, totdat Ryley Walker ze (letterlijk) naar binnen roept. Langzaam leutert het publiek naar binnen. Begrijpelijk. Door het donkere tentdoek is het binnen stikheet. Al snel maakt iemand een flap aan de zijkant open, maar veel helpt het niet. De muziek van Walker sluit er eigenlijk wonderwel op aan: mysterieuze psychfolk met dissonante gitaarstemmingen, jazzy toetsen en uitwaaierende baslijnen. Al in het eerste nummer pakt de toetsenist een mandolineharp erbij. Walkers zang gaat van zacht fluisterend naar luid blaffend, op het moment dat lange songs als ‘Primrose Green’ of ‘Summer Dress’ hun apotheose bereiken.

Die kennen we. Zat er ook nieuw werk tussen?
De nieuwe plaat Golden Sings That Have Been Sung van Walker is aanstaande. Er zitten vier fraaie – veelal wat langzamere – nieuwe songs tussen, het kalme ‘The Roundabout’ is de enige die aangekondigd wordt door Walker.

Klinkt wel als een show waarbij het sfeerverhogend zou kunnen werken als men erin slaagt het gebodene met de kaken op elkaar te aanschouwen. Gebeurt dat?
Wat denk je zelf? Een boze blik van Walker richting het publiek doet overigens wonderen.

Normaal gesproken is het anders best een vrolijke Frans. Had-ie geen lollige praatjes?
Nauwelijks, een enkele opmerking over stroopwafels daargelaten. Het had de lange pauzes tussen de nummers – bijna allemaal hebben ze een andere unieke toonstemming – wat kunnen opleuken. Maar echt nodig is het natuurlijk niet in een uur vol prachtsongs. Het blijft bijzonder dat iemand die aan één oor doof is (als gevolg van een fietsongeluk) zulke gedetailleerde, gelaagde muziek maakt.