ADE16: de uitheemse samples van synthpopper Jessy Lanza

'Het liefst zou ik een hele band om me heen hebben, maar dan moet ik net wat meer verdienen'

Flip Kloet ,

Nog een kleine week voordat het grootste dance-evenement van Nederland losbarst. Met dit jaar een nieuw element: ADE live. Het doel: live-acts een prominenter aandeel geven in het programma van Amsterdam Dance Event. Op die manier krijgen synthpop-artiesten als Jessy Lanza de kans om de kracht van live-shows te tonen in zalen als Paradiso, de Melkweg en Sugarfactory. In juni bracht ze het synthpop-album Oh No uit.

Het begon allemaal met flinke collectie instrumenten in het Canadese stadje Hamilton in de buurt van Toronto. 'Mijn moeder geeft pianoles. Ze speelt dus veel binnenshuis, maar niet echt meer op het podium. In de seventies speelde mijn ouders in een rockband. Denk aan Crosby, Stills & Nash. En in de eighties gingen ze meer de Eurytmics-achtige kant op. Mijn vader speelde eigenlijk gitaar, dus die collectie was groter, maar hij had ook een paar hele goede synthesizers. Ik keek daar vroeger niet naar om. Ik wilde alleen piano spelen en had geen flauw idee hoe zo’n ding werkte tot ik veel ouder was.'

Lanza verhuisde naar Montreal voor haar opleiding tot jazzmuzikant en startte aan welgeteld één semester muziekgeschiedenis. ‘Ik kwam er al snel achter dat ik dit niet wilde en dat ik me heel slecht ging voelen als ik hiermee door zou gaan. Het was een grote stap om terug te gaan naar mijn ouderlijk huis in Hamilton, maar als ik erop terug kijk is het de beste keuze ooit geweest.’

Uiteindelijk wonnen de synthesizers en drummachines het toch van de piano. ‘Toen ik stopte met studeren, verhuisde ik terug naar het huis van mijn moeder in Hamilton. Een ding wist ik zeker: ik wilde muziek maken en had niet echt geld om de studio in te gaan. Ik wist dat al die apparatuur van mijn vader nog op zolder stond en mijn moeder zei: als jij er niets mee gaat doen, verkoop ik het. Daar had ik echt geluk mee. De meeste muzikanten moeten al hun materiaal verzamelen in de loop der tijd en ik kon direct aan de slag.’

Toch is haar opleiding zeker niet voor niets geweest: ‘Het meest waardevolle dat ik daar leerde was de mogelijkheid om anderen te kopiëren en hoe bijvoorbeeld akkoordprogressies in elkaar steken. Het eerste wat je leert op een jazzopleiding is het spelen van een solo van een artiest die je heel erg goed vindt, maar dat is niet alles. Daarna moet je het uitschrijven in muzieknoten. Zo leer je luisteren naar zowel melodieën als de ritmes die erin verborgen zitten. Als ik een nummer hoor dat ik tof vind, dan begin ik meestal met een rip-off ervan.’

Zo stuitte ze bijvoorbeeld op Japanse elektropop en het Afrikaanse genre shangaan, een van de grote inspiratiebronnen voor haar laatste album Oh No. 'Ik wist een tijdje niet wat ik met mijn muziek wilde. De Japanse band Yellow Music Orchestra duwde me opeens een bepaalde richting op. Ik ben er altijd al fan van geweest, maar toen ik begon te graven in hun zijprojecten, het werk van Haruomi Hosono en Miharu Koshi werd het pas écht interessant. De muziek waar ik van houd is vaak sample-based en een sample is altijd het startpunt van mijn tracks. Of het nu drums of vocals zijn. Daarom ben ik ook groot fan van DJ Rashad bijvoorbeeld. Al zijn muziek is compleet opgebouwd uit samples.'

Die inspiratiebronnen hoor je overduidelijk terug op tracks als ‘It Means I Love You’, die bijvoorbeeld is ontstaan uit de sample van de Afrikaanse Shangaan-artiest Foster Manganyi. Zowel haar eerste als het tweede album werd gemaakt met de hulp van Jeremy Greenspan (Junior Boys) en uitgebracht op Hyperdub (het Londonse label van Kode9). Maar hoe uiteenlopend de inspiratiebronnen ook zijn, Lanza weet de samples perfect om te toveren tot een samenhangend geheel. “Tijdens het maken van het album voelde ik mij echt niet goed. Slecht slapen, veel stress, angstig. Het laatste dat ik wilde maken was muziek die een weerspiegeling was van die gevoelens. Ik wilde muziek maken die mijzelf en anderen goed liet voelen. Dat was de reden dat we het album licht wilde maken. Het moest de tegenpool zijn van die gevoelens.”

Vroeger speelde Jessy Lanza haar shows als one-man band op haar synthesizers en loopmachines. Tegenwoordig speelt ze samen met drummer Tori Tizzard. Het vertalen van haar sample-sound naar het podium is volgens haar niet echt moeilijk, maar het blijft een trail and error. 'Er zijn zoveel manieren waarop je een studiogeluid kan vertalen naar het podium, maar het gaat erom dat de muziek op het podium het waard is om naar te kijken. We hebben heel veel gerepeteerd voor we gingen touren. Toch zijn er altijd dingen waarvan je verwacht dat ze geweldig werken, maar dat toch niet zo blijkt te zijn. Je kan repeteren wat je wilt, maar je weet pas na je eerste grote show hoe het wordt ontvangen. Het liefst zou ik een hele band om me heen hebben, maar dan moet ik net wat meer verdienen, haha. Uiteindelijk is veel optreden de beste manier om erachter te komen of iets goed is of moet veranderen. Jammer genoeg sta je dan wel voor een grote massa mensen.'

Jessy Lanza speelt vrijdag 21 oktober in Paradiso tijdens ADE Live.