Een paar weken terug bracht het Franse elektronicaduo Acid Arab eindelijk hun debuutalbum uit. Of nou ja, eindelijk. Zo lang zijn ze nog niet eens bezig. Amper vier jaar. Maar in hun muzikale hoek zijn ze in die korte tijd wel uitgegroeid tot een van de grote namen. Groot genoeg om vorig jaar op de vrijdag van Lowlands een mooie spot in de X-Ray nacht te bemachtigen, en dat vervolgens helemaal waar te maken bijvoorbeeld. Live doen ze hun naam meer eer aan dan op dat net verschenen album, waar acid iets meer naar de achtergrond verschoven is en het vooral Oosterse muziek is, waarin de accenten dik zijn aangezet met extra elektronica. Dat klinkt misschien verrassend, maar als je het album hoort, merk je dat het juist heel logisch aanvoelt. Nergens geforceerd, zoals je dat zo vaak ziet met acts die onverwachte genres combineren met dansbare elektronica.
Tussen talloze rekken met synthesizers, in hun Parijse studio, vertelt Hervé Carvalho enthousiast over hoe het allemaal begon. Inderdaad alleen hij, maar de helft van het duo. Guido Minisky heeft de trein gemist na een optreden in Londen en gaat het interview dus niet halen. ‘Ik produceerde al een poos, en deed al langer live dingen. Vooral covers van acid-klassiekers, die ik dan probeerde te reproduceren met dezelfde drumcomputers. Guido was DJ, en was vanwege zijn vaste avond in een Algerijnse club in Parijs al langer bezig met Oosterse muziek. Toen we samen in Tunesië waren, spraken we zo veel mensen daar uit de scene, dat we langzaam de overeenkomsten tussen de muziek daar en acid begonnen te zien. Terug in Parijs besloten we een avond te beginnen: Acid Arab, waar de de verschillende stijlen door elkaar zouden draaien. En om die avonden wat op te leuken, produceerden we ook een paar eigen tracks, die we maar onder naam van het feest uitbrachten. Op een gegeven moment hadden we zo veel van die eigen tracks, dat het heel logisch was om ze maar eens live proberen te spelen.’