ADE16: Er is leven na de dood in technohemel Afterlife in de Mediahaven

Dixon de grootste man van door Tale Of Us gecureerde avond

Bas van Duren ,

Dat de Italianen van Tale Of Us goed bezig zijn, kan geen enkele danceliefhebber ontgaan. Het met ambient en house flirtende techno-duo is een graag geziene gast op Time Warp, Awakenings, Dekmantel en zelfs megafestival Coachella in de VS. Een eigen gecureerde avond was dan ook een kwestie van tijd en met het concept ‘Afterlife’ nodigde Tale Of Us de crème de la crème van de techno uit. Dertien edities kende de avond in club Space op Ibiza tot de sluiting enkele weken geleden. Geen einde voor Afterlife, maar wel een reïncarnatie hier op ADE in Mediahaven in samenwerking met Loveland. Een schot in de roos.

De setting van de Mediahaven aan de Moermanskkade is alvast perfect: het uitzicht op zware industrie aan de overkant van het IJ, zorgt er alvast voor dat je in de techno-mood komt voor je techno-ontmaagding. Buiten nog voor de rij wordt er al gesproken van ‘de eerste keer’ en ook tussen het voornamelijk uit twintigers en dertigers bestaande publiek, ontwaar je veel jonge gezichten waar de spanning van het gezicht is af te lezen.

Of diezelfde spanning meepeelt bij Somme, is de grote vraag in Studio 1. De hoofdzaal is dan nog maar amper gevuld voor de Italiaan die zich bedient van een verlegen soort techno. Te ingehouden om los te gaan en zo spaarzaam dat als er een high-passfilter over de muziek gaat, iedereen geen woord met elkaar durft uit te wisselen, want je kunt in principe een normaal gesprek houden met iemand die twintig meter verderop staat. Misschien dat daarom het al vroeg bijna vol staat bij het veel kleinere Studio 2 (500 man tegenover 1’s 2500). Daar draaien broekies SHDW en Obscure Shape drie tandjes harder met kneiterhit ‘Dark Manoeuvres’ van Envoy in hun eigen remix.

Een ideale opmaat voor Mind Against dat in de 1 staat te popelen om het stokje van Somme over te nemen. Pas dan merk je hoe kraakhelder het geluid is met het volume een stuk wijder open. Ook de lampen gaan goed mee op de set van de Italianen die een fantastische crescendo maken van uitgesponnen minimal aan het begin, tot zelfs een trance-momentje tegen het einde aan. Studio 1 staat dan inmiddels met de benen buiten en het is wringen om door de zaal te komen. De mokerslagen van Mind Against worden liefdevol in ontvangst genomen, een ideaal moment voor Âme en Rødhåd de palen nog dieper de grond in te heien. Dat doen ze met het soort techno waarmee je met gemak Pangea uit elkaar kan laten drijven.

Maar de drukte en warmte noopt veel mensen tot het kijken wat er verder nog te doen is in de Mediahaven. Terecht overigens, want met Locked Groove is het goed toeven in de 2. De Belg is een vaste waarde bij het vermaarde Hotflush Recordings en doet hier zijn best om iedereen te geselen met in electro doordrenkte techno. De hi-hats zijn scherp, de zoemgeluidjes hangen in de lucht. Zelfs voor disco is er plaats bij Afterlife, maar daarvoor moet je in de tot club getransformeerde, ondergrondse parkeergarage zijn. De ‘Basement’ is daar het toneel van blije Duitser Gerd Janson die obscure disco-gems draait voor de gezelligste ruimte van allemaal: het plafond is logischerwijze nog geen drie meter hoog en met het meest uitbundig gedans van de avond, hangt er een fijn zilt filtertje over de toch al zware lucht.

Maar het zijn allemaal opmaten voor de twee klappers van de avond: Dixon en daarna Tale of Us zelf. Vooral Dixon kroont zichzelf hier tot koning van de avond en blinkt uit met de meest puntgave mixen, perfecte platen en basdropmomenten die absoluut hemels zijn. De fistpumpers zijn in groten getale aanwezig en krijgen een uitsmijter van jewelste voor hun kiezen. De laatste plaat van Dixon kent een overdaad aan strijkers, maar het is de epische ‘PWOAAAARRR’ van een basdrop waar iedereen om staat te gillen. Knappe vent of in dit geval venten die dat moeten opvolgen. Dat lukt Tale of Us ten dele: ook zij bedienen zich van hetzelfde soort epische techno waar Dixon in grossiert, maar mede door de toch al wat galmende ruimte en de nodige delay op de muziek, schuiven de ritmes nog wel eens langs elkaar heen, vergezeld met íets te zware bassen. Een prima set, daar niet van, maar tippen aan Dixon, dat doet het niet.