Je hebt downtempo, en je hebt downtempo. De Chileense Amerikaan Nicolas Jaar weet tempo op zo’n manier te gebruiken dat je je als luisteraar extreem bewust wordt van de notie ‘tijd’. Als dj is hij in staat een club in slow motion tot ontploffing te brengen. Hij deed het bij zijn monumentale set tijdens de slotnacht van Trouw. Plaat na plaat zweepte hij de mensen op met een tempo rond de 100 bpm, veel en veel trager dan een gemiddelde house-set. Jaar is een meester van de dynamiek, die met de juiste ritmische verschuivingen en opbouw in track de handen omhoog kan laten gaan alsof hij een euforische techno-rammer draait.
In 'Killing Time', de opener van zijn nieuwe album Sirens, lijkt de producer in eerste instantie hetzelfde van plan te zijn. De eerste minuten van het album zijn nagenoeg stil, tot een plotselinge maar trage ouverture. En dan introduceert hij een jongen met de tijd in zijn tas: Ahmed Mohamed, een 14-jarige jongen die op school gearresteerd werd omdat een leraar dacht dat de klok die hij in elkaar aan het sleutelen was een bom was. ‘He was just building his own sense of time,’ zingt Nicolas Jaar heel zacht, haast onverstaanbaar. Van een klein maar tot de verbeelding sprekend incident op school transformeert Jaar ons meteen naar het wereldtoneel: hij zingt over Angela (Merkel) die de deuren op zette, en dan volgt een cruciaal statement: ‘We are just waiting for the old folks to die, we’re just waiting for the old thoughts to die.’
In interviews vertelde Nicolas Jaar al dat Sirens een persoonlijke, maar vooral ook politieke plaat is geworden, en dat de belangrijkste vraag die hij zichzelf recent stelde is of elektronische muziek politiek kan zijn. Dat kan het zeker, niet alleen de vocalen, maar ook de producties. Hoor de boosheid in de saxofoonsolo van 'The Governor', een nummer dat bijtende teksten (‘Alarm’s going off, oh can’t you hear’) combineert met razende drums. Na een minuut of vijf overstuurt alles en introduceert Jaar een piano die kalmte en bezinning brengt.
Sirens is bepaald geen comfortabele plaat. Dat was zijn debuutalbum Space Is Only Noise natuurlijk ook al niet, en het project Darkside al evenmin, maar met dit album probeert Jaar een paar stappen in complexiteit te zetten. Zowel muzikaal als tekstueel is het een puzzel, waarbij hulpmiddelen van buiten vaak wel nodig zijn. Zo verwijst het Spaanstalige 'No' (de meest 'typische' Jaar-productie op het album) naar een gebeurtenis uit de historie van zijn tweede thuisland Chili, het land dat zijn ouders voor zijn geboorte ontvluchtten vanwege de dictatuur van Augusto Pinochet. 'No' gaat over een referendum dat in 1988 plaats vond over de politieke toekomst van Pinochet, en waar kunstenaars een belangrijk stempel op drukten. Ook het meeslepende hoogtepunt 'Three Sides Of Nazareth' (met een Suicide-achtige intensiteit) gaat over de tijd van de dictatuur. Jaar voert zichzelf als klein jongetje op, in gesprek met zijn vader, de kunstenaar Alfredo Jaar.
Zo onderzoekt op deze complexe plaat de rol van het individu ten opzichte van het systeem, en dan ook nog eens bezien in een driedimensionaal landschap waarin tijd een factor is. Niet voor niets besluit hij zijn album met het reflectieve 'History Lesson', de meest open song op het album. Ineens klinkt Jaar als Patrick Watson, haast pastoraal, en hij geeft de Amerikaanse kiezer een geschiedenisles mee op weg naar de verkiezingen van 8 november. Wat Nicolas Jaar betreft staan de alarmsirenes op volle kracht te loeien.
"Chapter one: We fucked up.
Chapter two: We did it again, and again, and again, and again.
Chapter three: We didn’t say sorry.
Chapter four: We didn’t acknowledge.
Chapter five: We lied.
Chapter six: We’re done.
Oh..but..baby…Don’t you decide it?"
3voor12 bespreekt Album van de Week (41): Nicolas Jaar
Sirens onderzoekt de rol van het individu vs het systeem
Hij zat alles behalve stil, maar we moesten wel ruim vijf jaar wachten tot Nicolas Jaars debuutalbum Space Is Only Noise een opvolger kreeg. De koning van de downtempo legt de lat hoog, voor zichzelf en de luisteraar.