3voor12 bespreekt Album van de Week (31): Blossoms

De waakvlam van de Britse bandjescultuur

Atze de Vrieze ,

Je moet maar durven: je debuutalbum uitbrengen in de eerste week van augustus, als de straten overal uitgestorven zijn en de costa’s vol liggen. Blossoms, een vijftal uit Stockport, bij Manchester, doet het toch. Maar het werk was natuurlijk al verricht in het voorjaar: single Charlemagne groeide uit tot een van de grootste pop/rock radiohits van 2016. Wat heeft de band nog meer te bieden?

Een blik op de nominaties van de Mercury Awards leert dat het nog altijd droevig gesteld is met de Britse gitaarpop. Om nog maar te zwijgen over liedjes met echte zeggingskracht. Het zijn oudgedienden als Radiohead en ANOHNI (Antony Hegarty) die de meest fascinerende platen maken, en het zou zelfs zomaar kunnen dat de overleden grootvader van de Britse popmuziek - Bowie - er met de eer vandoor gaat. De eerste plaat van Blossoms verscheen pas na de deadline van de toonaangevende prijs, maar we kunnen ook wel rustig stellen dat we van deze band ook geen grootse artistieke statements mogen verwachten. 

Nee, Blossoms is meer als die vluchtige, bitterzoete vakantieliefde. Dat meisje, die jongen, die je kort genoeg kende om enkel de goede kanten te hoeven ontdekken. De eerste oogopslag van Blossoms toont vijf langharige jongens met jasjes en puntschoenen met losse liedjes vol pakkende melodieën, vol mijmeringen over ontluikende of uiteenvallende liefdes. ‘Let’s think it through,’ drukt Tom Ogden zijn geliefde op het hart in 'Smashed Piano’s', voor hij zijn woede koelt op zijn instrument. Die woede hoef je in het liedje helemaal niet te voelen, het is juist een opvallend frivool, fris nummer. Dat geldt al helemaal voor de song met de sinistere titel die volgt: 'Cut Me And I’ll Bleed', dat vrolijke handclaps op een wonderlijke manier laat samen komen met het kleine leed uit een tienerdagboek: ‘Cut me and you’ll see. I can adore this tricky love. In the night, it comforts me.’

Hoe je een pakkende song schrijft, weten de jongens van Blossoms wel. 'Black Rose' en 'Getaway' bijvoorbeeld zijn er twee, en ze doen denken aan de branievolle gitaarliedjes van de laatste Britpopgolf, met bands als The Kooks en The View. Afsluiter 'Deep Grass' is zowaar een licht-psychedelische groove-song, die zelfs wat technieken leent van Tame Impala. Al zijn het ook hier niet al te hoge sferen waarnaar Blossoms opstijgt, het blijft allemaal zeer behapbaar. Op zijn best is de band toch gewoon in de compacte hit 'Charlemagne': ijzersterke synth-hook met een sterke 80s feel, dansbare baslijn en een killer refrein. Voor de echte rockliefhebber zal het niet edgy genoeg zijn. Blossoms is echt een popband, maar wel een die zich vernoemde naar een pub en zich kleedt in leren jasjes. En zo is het toch de waakvlam van de Britse bandjescultuur. En daar willen we het best een zomer mee doen.