Tja, de traditionele muziekindustrie is nog even wennen voor Will Toledo alias Car Seat Headrest (die naam ontstond omdat hij de vocalen van vroegere platen om privacyredenen niet in zijn studentenhuis maar in zijn auto opnam). Het nummer ‘Not What I Needed’ op de plaat heette eerst ‘Just What I Needed/ Not What I Needed’, waarvan het eerste deel een referentie is naar het nummer van The Cars. Label Matador dacht dat een sample uit dat nummer ‘gecleard’ was. Een sample is het eigenlijk nauwelijks te noemen, maar de oorspronkelijke gitaarriff was geleend van The Cars (een gedempt E-akkoord, afgewisseld met staccato uithalen) en in het tweede refrein zong Toledo echt een stukje van het nummer. Een week voor de release van Teens Of Denial begon Ric Ocasek van The Cars moeilijk te doen en moesten uiteindelijk 10.000 cd’s en lp’s vernietigd worden. Toledo gooide het nummer om en maakte snel een nieuwe versie.
Op de oorspronkelijke versie van de plaat stonden nog een paar ‘samples’, maar de enige waarvoor hij uiteindelijk de toestemming rond kreeg was een stukje uit Dido’s ‘White Flag’ in het depressieve ‘The Ballad of the Costa Concordia’. Hoe vrijelijk Toledo uit het werk van anderen citeert, zegt alles over zijn muzikale opvoeding. In interviews uitte hij al geregeld lof voor Kanye West’s The Life of Pablo, vanwege de manier waarop hij het album blijft verbeteren na de release. Opgegroeid in het internettijdperk zeggen hokjes en grenzen tussen verschillende genres hem niet zo veel. Zijn album is vergeleken met artiesten van Guided By Voices tot Belle & Sebastian, maar waar lijkt het nu echt op? Het is eigenlijk niet te zeggen, Car Seat Headrest laat zich in tegenstelling tot de meeste nieuwe artiesten nauwelijks vastpinnen op twee of drie belangrijke invloeden. Zelf noemt hij overigens - al dan niet ironisch - Green Day als voorbeeld voor de toegankelijke sound van Teens Of Denial.
3voor12 bespreekt Album van de Week (21): Car Seat Headrest
'Victims of the contemporary style’ maken gitaarplaat van het jaar
Ironie ten top: indiemuzikant rommelt eerst in zijn eentje 12 albums in elkaar met goedkope software. Hij zet ze gratis op BandCamp, die platen worden steeds beter, het internet begint te buzzen, een label pikt hem op, brengt een compilatie uit en nu de allereerste échte release, en dan… is er meteen 50.000 dollar verlies. Maar ook het geweldige album Teens of Denial, van een band die morgen ongetwijfeld indruk gaat maken op London Calling.
Waar hij het ook vandaan heeft, de ‘teenage angst’ van de 23-jarige Toledo klinkt lichtjaren overtuigender dan die van de 44-jarige Billy Joe Armstrong. Teen of Denial werd hoofdzakelijk geschreven tijdens Toledo’s laatste jaar op de universiteit. Een beetje een nare, onzekere periode: het is alweer bijna afgelopen, straks waait iedereen een andere kant op, blijven we elkaar nog wel zien? Nog even over dat 11,31 minuut durende ‘The Ballad of the Costa Concordia’, want dan hebben we het meest depressieve moment meteen gehad. Die zin van Dido is daar perfect op zijn plek: ‘There will be no more flags above my door / I have lost, and always will be’, maar zelf weet Toledo zijn somberheid ook prachtig uit te drukken: ‘I stay up late every night / Out of some general protest / But with no one to tell you to come to bed / It’s not really a contest’.
Niet dat Teens Of Denial een depressieve plaat is. Integendeel, het is een plaat die bol staat van de humor en de rake typeringen. Dat begint al vóór het knallende openingsnummer ‘Fill In The Blank’, met een opname van een podiumpresentator die de naam van de band heel even kwijt is. Over de hele plaat beschrijft Toledo met Alex Turner-achtige scherpte typische gebeurtenissen uit het studentenleven van een beginnende twintiger. Zoals zijn eerste ervaring met psychedelische drugs in de song – hou je vast – ‘(Joe Gets Kicked Out of School for Using) Drugs With Friends (But Says This Isn't a Problem)’: ‘So there I was, just another shitbag civilian / Afraid of the cops when I was outside, afraid of my friends when I was inside / And I grew tired of the scene / And then my dad showed up’. De politie, drugs en de bijbel blijven trouwens maar terugkeren, als merkwaardige drie-eenheid. ‘I will go to heaven / I won’t see you there’ schreeuwt Toledo in hoogtepunt ‘Cosmic Hero’, waarop zijn talent voor meeslepende popmelodieën pas echt goed duidelijk wordt.
Ook ‘Destroyed By Hippie Powers’ is één en al herkenbaarheid (‘My end goal isn’t clear / Should not have had that last beer’) en ‘Drunk Drivers/Killer Whales’ gaat volgens Toledo eveneens over zo’n melancholisch post-party gevoel als je in je eentje dronken naar huis probeert te komen. Dat laatstgenoemde nummer is typerend voor Car Seat Headrest-nieuwe-stijl. Een song bomvol ideeën, met een ingetogen begin dat al snel wordt afgewisseld met de ene brug na de andere, van dromerige synths en falsetto tot een bier-in-de-lucht-meezingrefrein.
‘We are just we are just we are just victims of the contemporary style’, mompelt Toledo als hij uit zijn acidtrip komt. Maar het is precies die moderne mindset die Car Seat Headrest tot zo’n goede band maakt. Wat maakt het uit dat alles in de gitaarmuziek al een keer geprobeerd is? Will Toledo is de laatste die zich erdoor laat tegenhouden. Het lijkt wel alsof hij de meest frisse rockplaat in tijden zomaar uit zijn mouw heeft geschud, en dat is een groot compliment. Nu nog zorgen dat de muziekindustrie hem bij kan benen, zodat hij de volgende keer geen noodgedwongen compromissen hoeft te sluiten.
Morgen speelt Car Seat Headrest op London Calling in Paradiso, volgende maand speelt de band op Down The Rabbit Hole.