3voor12 Award genomineerde: Bewilder

De transformatie is volmaakt met Dear Island

Atze de Vrieze ,

Het was indrukwekkend om te zien hoe soepel Maurits Westerik op het podium stond, vorig jaar op Into The Great Wide Open. De voormalig GEM-frontman danste als Future Islands en kantelde zijn heupen als good old Springsteen. Er is een last van de schouders, en dat doet hem goed.

Er was een tijd dat Maurits Westerik de hipste rocker van Utrecht was, met de potentie om uit te groeien tot een nationale ster. Een beetje zoals Casper en Eloi van Kensington dat nu zijn. De Domtoren-Strokes, noemden we ze liefkozend, al was de connectie met Engelse bands als The Libertines en iets later Arctic Monkeys eigenlijk sterker. Ze maakten branievolle popsongs met veel energie. Pakkend en toegankelijk, maar niet te gelikt. Met hun debuutplaat was GEM een sensatie in de kleinste zaal van Noorderslag, en niet veel later scoorden ze met Good To Know You een klein hitje. Daar was nog wat om te doen, want het nummer was geschreven door een reclamebureau, niet door de band zelf. Maar wat maakte het ook uit, het had de juiste vibe, en GEM was bereid tot powermoves op weg naar de grote doorbraak.
 
Toch kwam die doorbraak er niet. GEM stond nooit in de Lowlands Alpha of op het hoofdpodium van Pinkpop, en bij album nummer drie begonnen de scheuren te ontstaan. Gitarist en drummer verdwenen, en GEM werd wat softer. Het derde album heette NEW (zoals het debuut al Tell Me What’s New heette), en precies dat was er een beetje vanaf bij GEM: het nieuwe. Eigenlijk was het daarna al over voor de band, want vierde album Hunters Go Hungry kende een heel nieuwe bezetting, die verdomd veel lijkt op die van Bewilder. Toch is het eigenlijk heel logisch dat GEM te grave gedragen is, en er iets nieuws voor in de plaats gekomen is. Met de bandnaam is namelijk ook de onrust en de obsessieve neiging vooraan te staan verdwenen. Wat we ervoor terug krijgen? Een zelfverzekerde band die wars is van hype, maar wel vooruit wil.
 
In Bewilder omringt Westerik zich met ervaren muzikanten. Bram Hakkens kennen we onder andere uit het Kyteman orkest, maar hij diende in de laatste fase van Kane ook onder Dinand Woesthoff. Simpelweg een hired gun? Niet in deze band, zo lijkt het. Bassist Jeroen Overman kennen we onder andere van Tim Knol, terwijl Arjan Kamphuis voor Utrechters bekend staat als de frontman van garagerockband Bobby Kingsize, in de begindagen van GEM al een goede vriend van Westerik. Arjan de Bock speelde bij o.a. Wooden Saints en The Black Atlantic. Samen hebben ze Bewilder een volwassen indiegeluid gegeven. Je hoort de tokkel van Kurt Vile in So It Goes, geduld en het vermogen te doseren in het langgerekte Tied Up, ingehouden funk in Safe. Regelmatig word je op het verkeerde been gezet, als nummers rustig beginnen en ineens opbloeien, of juist andersom. Uit de bocht vliegt de band nooit, maar die drang lijkt Westerik dan ook definitief achter zich gelaten te hebben. 
 
“28, growing up, I was dreaming of how it all ought to be”, zingt Westerik in Carry On, Carry On, een exemplarische song voor de transformatie van de songwriter. Even later, in Got It Made: “I’m chasing miracles somewhere deep inside me. Don’t lose your common sense.” Nog een nummer verder: “So it goes, straight ahead”. Het meest concreet is Westerik in het openingsnummer Forza (It Is): “It is done before. It is melodies, it is harmony, it is another me.” Oftewel: ook zonder volstrekt uniek en revolutionair te zijn, kun je iets eigens maken, iets met karakter. Je zou het als een capitulatie kunnen zien. In plaats van die aanstekelijke drang om de wereld te veroveren, maakt Westerik zijn wereld kleiner, net als zijn ambities. Toch hoor je met name in dat nummer Forza een enorme kracht. Het liedje telt maar liefst 21 coupletten en geen refrein, maar het wordt wel steeds krachtiger en opzwepender, met een gecontroleerde oer-kreet als special effect. Forza is het credo van de muzikant die midden in de spotlights van huid gewisseld heeft. En nu weer vooruit. “Anywhere the wind will blow, let it blow.”