Maar laten we vooral de muziek niet vergeten. Tegen de tijd dat vierde plaat Let It Be verscheen, was de woede en de opwinding enigszins gekanaliseerd en durfde de groep zich ook van haar gevoelige kant te laten zien. Zo groeide de band gestaag, van ‘anarchy to angst to ache’, zoals David Carr in een profiel voor The New York Times treffend schreef. ‘I Will Dare’, met een gastrol voor R.E.M.-gitarist (en groot fan) Peter Buck, was een briljant openingsnummer. De ruige rockers van Let It Be, inclusief een cover van ‘Black Diamond’ van Kiss, waren de beste ruige rockers die de band had opgenomen. Speciale vermelding verdient het goeddeels instrumentale ‘Seen Your Video’. De enige tekst van de song luidt: ‘Seen your video. Your phony rock ‘n’ roll. Seen your video. We don’t wanna know.’ The Replacements en de bands op MTV werden duidelijk niet gescheiden door een rivier. Nee, er zat een oceaan tussen.
Drie songs van Let It Be vallen in het bijzonder op, mede omdat ze in feite solowerk zijn van Paul Westerberg, die steeds meer in zijn eigen talent was gaan geloven. ‘Androgynous’, geschreven op de piano, is een gloedvol loflied op anders zijn: ‘Here comes Dick, he’s wearing a skirt. Here comes Jane, y’know she’s sporting a chain.’ Felle gitaren en een drummachine bepalen de teneur op ‘Answering Machine’, waarin Westerberg telkens weer de legitieme vraag stelt: ‘How do you say “I love you” to an answering machine?’ En het meest meeslepend van allemaal is ‘Unsatisfied’. Daarop is weliswaar de hele band te horen, maar door het akoestische intro en de vertrouwelijke toon wekt het nummer toch de indruk van een persoonlijk gesprek aan de bar met alleen Westerberg, een talent dat geen enkele andere punkrocker voor of na hem bezit. Hij zegt: ‘Look me in the eye and tell me that I’m satisfied. (…) I’m so, I’m so unsatisfied, I’m so dissatisfied. Unsatisfied.’ Nog net geen twintig jaar na de hit van de Stones had Westerberg zijn eigen ‘(I Can Get No) Satisfaction’ geschreven, maar dan veel kaler en rafeliger. Een geraamte van een lied, in plaats van een lied. Een spiegel van de tijd.
Toen ik The Replacements eindelijk in Paradiso zag, waren ze alweer twee elpees verder. De band stond inmiddels onder contract bij major Sire. De eerste plaat van de twee, Tim, werd geproduceerd door een afgod van de band, Alex Chilton. Chilton was als tiener een ster geworden door met zijn toenmalige band The Box Tops één wereldberoemd liedje te zingen: ‘The Letter’. De zestienjarige (!) zanger klonk zo gruizig dat zelfs zwart Amerika dacht hij een van hen was. Afgeknapt op het schamele karakter van roem begon hij eind jaren zestig met Chris Bell een nieuwe band met veel hogere artistieke ambities. De platen van Big Star, met nu een engelachtig zingende Chilton, waren prachtig. Maar het succes bleef uit. Pas jaren later, zo ongeveer toen The Replacements opkwamen, werd de groep ontdekt. Big Star werd een cultband. Voor de opvolger van Tim, Pleased To Meet Me, schreef Westerberg een opwindend rockliedje over Chilton, waarbij hij diens mythische proporties lekker aandikte: ‘Children by the millions wait for Alex Chilton when he comes ‘round. They sing "I'm in love. What's that song? I'm in love with that song."’ Zijn advies aan de luisteraar lijkt niettemin gemeend: ‘Never travel far without a little Big Star’. Het is niet moeilijk voor te stellen dat Westerberg iets van zichzelf herkende in zijn held. Als er iemand in de popmuziek een carrière had gemaakt van glorieus verliezen, dan was het de even zwartgallige als gelaten Chilton wel.
Kort voor zijn overlijden in 2010 kwam ik Alex Chilton toevallig tegen op het vliegveld van zijn toenmalige woonplaats New Orleans. Daarover schreef ik
het volgende stukje.
Na Pleased To Meet Me was bij The Replacements de angel er wel uit. Bob Stinson, die de kransslagader van de band bleek te zijn, was toen al ontslagen door Westerberg. ‘Nadat ik was vertrokken’, zei Stinson ooit tegen Spin, ‘werden The Replacements een soort lichaam zonder gezicht.’ Hij had geen ongelijk. Zwanenzang All Shook Down uit 1991 was in feite een soloplaat van Paul Westerberg. Het laatste nummer van de laatste plaat van The Replacements heet ‘The Last’, een mooie Westerberg-ballad trouwens. Het ontbinden van de groep was na het verschijnen van All Shook Down nog maar een formaliteit.
Aan de vooravond van de laatste tournee door Nederland in datzelfde jaar, waarvan ik me vreemd genoeg helemaal niets kan herinneren, interviewde ik Westerberg in het Americain in Amsterdam. Nukkig was hij niet, eerder voorkomend, maar over de verrichtingen van The Replacements sprak hij op een toon die dicht in de buurt kwam van de bitterheid van zijn idool Alex Chilton. Wat moet een zanger ook met een mythisch verleden? Westerberg was 30 jaar oud. Hij maakte desgevraagd de balans op. ‘Dat wij bekend stonden om alle chaos, misbruik, geweld en destructie was precies één week grappig, ergens begin jaren tachtig. Op een gegeven moment zaten we in de val. We deden wat een stel halve garen van ons verwachten, namelijk nog belachelijker doen dan zij.’ Zucht.
Hij kon er toen nog zo laatdunkend over doen, voor mij blijven The Replacements een van de belangrijkste bands van de jaren tachtig. En Paul Westerberg is de meester van de eerste zin. Alleen al op Tim alleen staan prachtige voorbeelden. In ‘Bastards of Young’ luidt die: ‘God, what a mess on the ladder of success. When you take one step and miss the whole first rung.’ In ‘Here Comes a Regular’: Well, a person can work up a mean mean thirst, after a hard day of nothing much at all. En die van ‘Swingin Party’ mag er ook zijn: Bring your own lampshade, somewhere there’s a party.
In een interview met de Los Angeles Times zei Westerberg over de laatste song: ‘Een van de redenen dat we zoveel dronken was het feit dat het zo beangstigend is het podium op te gaan. Daar gaat ‘Swingin Party’ over.’ Het nummer is het meest tastbare bewijs dat een nieuwe generatie de muziek van The Replacements heeft ontdekt. ‘Swingin Party’ was eind vorig decennium het officiële debuut van de Engelse producer Kindness. Zijn versie leidde er weer toe dat ook het Nieuw-Zeelandse popfenomeen Lorde ‘Swingin Party’ opnam. Ze heeft inmiddels de platen van The Replacements beluisterd en heeft naar eigen zeggen honderd andere songs gevonden om te coveren.