King Kunta en andere personages: Kendrick Lamar’s grote parade

Rapper gebruikt helden en gevallenen om zichzelf te positioneren

Atze de Vrieze ,

Toen Kendrick Lamars album To Pimp A Butterfly half maart ineens uitkwam, wilde iedereen er dolgraag zo snel mogelijk iets over roepen. Dat gebeurde ook: de uitgebreide vijf-sterren-recensies vlogen je om de oren. Maar als het echt zo’n meesterwerk is, dan zijn we twee maanden later natuurlijk nog niet uitgeluisterd. Neem alleen al de vele iconische personages die Kendrick Lamar opvoert. Soms noemt 'ie er een heel nummer naar, soms hoor je alleen een bijzin of zelfs maar een bijnaam, maar het is nooit zonder betekenis.

Nu Kendrick Lamars King Kunta 3FM Megahit geworden is en de rapper ook nog eens aangekondigd werd voor Lowlands, is er helemaal meer dan genoeg aanleiding om nog eens goed die plaat in te duiken. Want wie is die King Kunta eigenlijk? En hoe zit het met al die andere namen die vallen? Huey Newton bijvoorbeeld, of Richard Pryor, Trayvon Martin en Oprah Winfrey. Wat blijkt, Kendrick Lamar gebruikt ze allemaal voor zijn grote doel: het positioneren van zichzelf als zwarte Amerikaan. Hij slijpt zijn opvattingen aan de grote helden uit de geschiedenis, spiegelt zich aan de daden en fouten van muzikale voorgangers en politieke leiders. Hij analyseert en vergelijkt, oordeelt hard over zichzelf en anderen, en hoopt aan het eind van de plaat een sterker mens te zijn. Een speurtocht door To Pimp A Butterfly aan de hand van King Kunta en andere personages.
 
Kunta Kinte (track: King Kunta)
Miljoenen Amerikanen keken in de jaren zeventig naar de tv-serie Roots. Opvallend, want het onderwerp was nogal gevoelig: de slavernij. Het was ook bepaald geen romantische vertelling. In de beroemdste scene wordt de hoofdpersoon - de vluchtgrage slaaf Kunta Kinte - met ontblote rug omhoog gehesen. “I want you to say your name, your name is Toby”, herhaalt de blanke slavendrijver tussen de zweepslagen door, maar ook tijdens die marteling weigert Kunta zijn echte naam en identiteit op te geven.

Een koning was hij dus absoluut niet, maar Kendrick zet hem wel op een voetstuk als standvastig Afro-Amerikaan die vecht voor zijn identiteit. Zo groeit Kunta uit tot hét symbool van de plaat. Uiteindelijk wordt Kunta’s rechtervoet zelfs geamputeerd na weer een vluchtpoging, iets wat Kendrick gebruikt als krachtig beeld voor de manier waarop Afro-Amerikanen ook anno nu geknecht worden.

Overigens had Alex Haley, de schrijver van het boek Roots, bijzonder nauwe banden met de burgerrechtenbeweging. In 1965 was hij de ghostwriter van Malcolm X’s autobiografie, die kort na zijn dood verscheen. Ook zijn naam komt in The Pimp A Butterfly voorbij, al noemt Kendrick hem bij een van zijn andere bijnamen: Detroit Red. 
 
Malcolm X, Martin Luther King, Jesse Jackson en Huey Newton (track: Mortal Man)
Malcolm X dus, enorm invloedrijk en omstreden in de jaren zestig. Kendrick Lamar is zeker niet de enige die graag en veel refereert aan de grote onrust in de jaren zestig. Natuurlijk doen de rellen in Ferguson, New York, Baltimore en op al die andere plekken denken aan de massale straatopstanden van die tijd. Het barst op The Pimp A Butterfly van de grote burgerrechtenleiders.

Natuurlijk valt ook de naam Martin Luther King. Hij en Malcolm X waren de beroemdste, en ook de twee die de twee belangrijkste kampen vertegenwoordigen: militante opstand versus vreedzame verzoening. Ook Huey Newton wordt genoemd, net als zijn organisatie The Black Panthers, en ook Jesse Jackson past in dat rijtje.

Interessant ook in welk kader hij hun namen opbrengt: “How many leaders you said you needed then left ‘em for dead”, stelt hij bitter. Onder die gevallen leiders schaart Lamar overigens ook sportheld Jackie Robinson (de eerste zwarte sporter in de honkbal major league), en Michael Jackson. “That nigga gave us Billie Jean, you say he touched his kids? When shit hit the fan, is you still a fan?”
 
Wesley Snipes (track: Wesley's Theorie)
Het is opvallend hoe sterk Lamar zich identificeert met gevallen zwarte helden. Zelf is hij er tot nu toe geen, maar de druk voelt hij, zoveel is duidelijk. Een ander slachtoffer: Wesley Snipes, gevierd Hollywood-acteur. Als zodanig een icoon van de Afro-Amerikaanse gemeenschap, en prooi van zijn succes.

Geld speelt in de cultuur zo’n belangrijke rol dat sommige mensen zelfs denken dat hiphop alleen daar om draait, onder het motto Get Rich Or Die Trying. Niet vreemd misschien, als je je bedenkt dat veel zwarte Amerikanen nu eenmaal in achterstandssituaties zitten. Geld maakte van Wesley Snipes een van de belangrijkste gevallen zwarte Amerikaanse sterren van de laatste jaren. De Hollywood-acteur (bekend van films als Blade, White Men Can’t Jump en Passenger 57) ‘vergat’ bij de belastingdienst aangifte te doen van de vele miljoenen die hij verdiende. In 2010 verdween hij daarom drie jaar achter de tralies, een straf die hij bijna helemaal uitzat.

Wesley’s Theory is het openingsnummer van To Pimp A Butterfly. Het is niet zozeer een verdediging van de acteur, als wel een kritische reflectie op de manier waarop de Amerikaanse maatschappij omgaat met succesvolle zwarte entertainers. Veelzeggende verwijzingen zijn er naar ‘white lies’ (leugentjes om bestwil), ‘white collar’ (witteboordencriminaliteit) en natuurlijk ‘the White House’.
 
Nelson Mandela (track: Mortal Man)
Hoe kan het toch dat Kendrick Lamar ermee weg komt zichzelf te in verband te brengen met allerlei legendes, vroeg een schrijver van LA Weekly zich onlangs af. Neem Kanye West, die wordt elke keer weggezet als hoogmoedig en knettergek, terwijl Kendrick Lamar zichzelf in Mortal Man vergelijkt met Nelson Mandela.

Hetzelfde nummer geeft meteen antwoord op die vraag. De tekst kwam tot stand na een bezoek aan Robbeneiland, een jaar na de dood van de grote Zuid-Afrikaanse burgerrechtenactivist. Maar Kendrick Lamar zet zichzelf niet op dezelfde hoogte als de legendarische leider, nee, hij streeft er slechts naar om zo te worden, en hij spoort zijn fans aan dat ook na te streven. Mortal Man is een worsteling met de vraag wat het vraagt om een echte grote leider te zijn, op te komen voor de onderdrukten, en daarmee hoogstwaarschijnlijk ook een martelaar te worden.
2Pac (track: Mortal Man)
Het is niet zo gek dat Kendrick Lamar voortdurend kijkt naar grote leiders voor hem. De woede en onrust over grote issues gieren door alle teksten op het album heen, maar altijd gekoppeld aan zelfreflectie en twijfel. Dan kun je wel een mentor gebruiken. Die komt er het meest letterlijk in de vorm van 2Pac, de koning van de West Coast rap, vermoord toen Kendrick Lamar elf jaar oud was. Aan het slot van Mortal Man gaan de twee met elkaar in gesprek. Letterlijk, minutenlang. Kendrick Lamar gebruikt doorvoor oude interviewopnames uit 1994.

De jonge rapper hangt in het geconstrueerde gesprek aan de lippen van de generatie voor hem, en 2Pac formuleert dit angstaanjagende beeld: “In this country a black man only have like 5 years we can exhibit maximum strength, and that’s right now while you a teenager, while you still strong or while you still wanna lift weights, while you still wanna shoot back. Cause once you turn 30 it’s like they take the heart and soul out of a man, out of a black man in this country. And you don’t wanna fight no more. And if you don’t believe me you can look around, you don’t see no loud mouth 30-year old muthafuckas.”

Lamar is zelf nog geen dertig, maar hij kan zich duidelijk ook nog weinig voorstellen bij een soort gedwongen berusting. Voor de generatie Kendrick Lamar voorspelt 2Pac ook nog een scenario dat ernstig uit dreigt te komen: “It’s gonna be bloodshed, for real.”
 
Trayvon Martin (track: The Blacker The Berry)
De slachtoffers zijn tot nu toe vooral onbekende jongeren, wiens namen de afgelopen jaren aan elkaar geregen werden als een ketting van protest. Trayvon Martin is een van hen, een 17-jarige jongen uit Florida. Hij werd doodgeschoten door een man die dienst deed als een soort vrijwillige buurtbewaker, die dacht dat hij iets gestolen had. De dader werd uiteindelijk vrijgesproken.

Maar Kendrick Lamar doet meer dan slechts zeggen hoe erg hij het vindt. The Blacker The Berry draait om het contrast tussen de ideale samenleving voor zwart Amerika met de harde realiteit, en vooral ook om de woede en frustratie die de twee werelden van elkaar gescheiden houden. Die woede en frustratie is in die song in elke noot en in elke zin te horen. De rapper refereert ook aan Afrikaanse stammen Zulu en Xhosa die met elkaar in strijd leven, wat hij vervolgens weer linkt aan het ganggeweld in de Amerikaanse steden.

Die interne strijd is misschien wel het grootste struikelblok op weg naar de oplossing. De rapper trekt het dan eens heel dicht naar zichzelf toe: “So why did I weep when Trayvon Martin was in the street? When gang banging make me kill a nigga blacker than me? Hypocrite!”
 
Oprah Winfrey (track: i)
Ah, Oprah Winfrey, de grootste en rijkste talkshow host die Amerika ooit gekend heeft. Weet je nog het moment dat Common en John Legend een Oscar wonnen voor hun liedje in de Martin Luther King film, en Common Oprah straal negeerde terwijl hij iedereen om haar heen omhelsde?

Oprah is nooit bang geweest om zich uit te spreken over maatschappelijke issues, en dat heeft ze zeker ook kritisch gedaan over hiphop. Zo vond ze dat rappers veel te lichtzinnig omgaan met de term ‘nigger’, of beter: the N-word. Het voert allemaal terug tot een interview met de talkshowhost met Jay Z in 2009, waar ze de rapper er kritisch op aansprak.

Kendrick Lamar komt nu heel expliciet terug op die controverse. Daar is weer het centrale thema: black empowerment. “So many artists gave her an explanation to hold us. Well, this is my explanation straight from Ethiopia. N-E-G-U-S definition: royalty; King royalty - wait listen. N-E-G-U-S description: Black emperor, King, ruler, now let me finish. The history books overlook the word and hide it.”
 
Richard Pryor (track: King Kunta)
Pionier in de popularisering van het N-word in de jaren zeventig was comedian Richard Pryor, een man die zich onderscheidde met gedurfde en vulgaire, maar vooral intelligente sketches. Beroemd is ook de manier waarop hij later, in 1979, serieus afstand nam van de term.

Richard Pryor was een belangrijke zwarte stem, maar ook een rockster, die gevoelig was voor verleidingen. En juist daaraan refereert Kendrick Lamar in King Kunta. “When you got the yams (What's the yams?)”, rapt Lamar. Yams is een begrip dat zowel geld als macht als drugs kan betekenen, in sommige gevallen hebben die uiteraard alles met elkaar te maken. “The yam brought it out of Richard Pryor.”

Hij doelt er ongetwijfeld mee op een beroemd incident uit 1980, toen Pryor zichzelf onder invloed van freebase cocaine in brand stak. Door het album heen ontrolt zich een gedicht, dat uitmondt in net zo’n soort mentale breakdown in een hotelkamer. De volle impact van die inzinking voelen we pas een paar minuten later in het album, in het nummer u. 
 
Samuel L. Jackson (track: i)
Hoe beter je luistert, hoe sterker opvalt dat Kendrick Lamar met To Pimp A Butterfly vooral een interne discussie wil voeren binnen de zwarte gemeenschap, en een debat met zichzelf. Hoe moet je als zwarte twintiger uit L.A. omgaan met alles wat er om je heen gebeurt, zeker als je ook nog eens beroemd bent en voortdurend gevraagd wordt naar je mening. Misschien kom je er dan pas echt achter hoeveel kanten je nog op kunt.

In i memoreert een vriend van Kendrick Lamar de film Django Unchained van Quentin Tarantino. Samuel L. Jackson speelt daarin een zogenaamd ‘house negro’, een slaaf die boven de rest van de slaven verheven is en in het huis van de slavenmeester mag wonen. Sterker nog: hij volgt het systeem zo gedwee dat hij meedoet aan de folteringen van de lagere slaven, en de enige keer dat hij in opstand komt tegen zijn meester is wanneer die besluit de vrijgevochten slaaf Django in zijn huis te laten overnachten. Lager kun je niet zinken.

Samuel L. Jackson zelf zei over zijn rol: “Toen Tarantino me het script liet lezen, zei ik: ‘je hebt dit vijftien jaar te laat geschreven om mij nog Django te laten spelen, dus nu vraag je me de meest gehate ‘negro’ uit de filmgeschiedenis te spelen?’”
 
Uncle Sam (track: For Free?)
Altijd en eeuwig is er die ene man die over ieders schouder meekijkt. Of je nu arm en kansloos in de ‘projects’ van Compton woont, of rijk en beroemd als Richard Pryor of Wesley Snipes bent, altijd is 'ie er: Uncle Sam. De Amerikaanse staat dankt zijn personificatie al uit de onafhankelijkheidsstrijd van 1812, en het was ene Samuel Wilson die hem zijn naam schonk.

Uncle Sam, een vriendelijke, uitnodigende man, familie bovendien. Zo stelt Kendrick Lamar zich de overheid natuurlijk helemaal niet voor. Er zijn in feite twee abstracte personages die de rapper gedurende het album steeds om het hoofd vliegen: Uncle Sam dus, en Lucy, een vrouwelijke verleider die de duivel moet voorstellen. Dan weet je ongeveer hoe we de staatsbemoeienis met het leven moeten voorstellen.

De oorspronkelijke slogan ‘Uncle Sam wants you’ had natuurlijk alles te maken met het rekruteren van soldaten, Kendrick Lamar gebruikt hem vooral als de grote afrekenaar, figuurlijk, maar vooral letterlijk.