Wat was er aan de hand?
Rotterdam vond dat 'een poppodium met een (boven-)regionale uitstraling ontbreekt' en ging op zoek een 'plaats waar lokale, nationale en internationale acts hun volgende stap kunnen zetten als ze de bestaande Rotterdamse podia zijn ontgroeid'. Voor de exploitatie van het podium stelt de gemeente subsidie beschikbaar (t/m het eind van het volgende cultuurplan 2017-2020). Elf partijen gaven gehoor aan de oproep, waaronder Popkantoor (in Tropicana), De Doelen (in de oude Baja Beach Club), Luxor Theater (in een drijvend paviljoen in de Rijnhaven), S.U.R. (in het oude Waterfront), Cell (in het politiebureau aan het Eendrachtsplein) en de poppodia 013 (Tilburg) en Paard van Troje (Den Haag). In februari zouden ze horen of ze tot de beste drie behoren. Die mochten hun plan dan verder uitwerken en aan het publiek presenteren. Daarna zou het RRKC een definitief advies uitbrengen en het College voor de zomer een besluit kunnen nemen. Het RRKC heeft het College van B en W nu echter geadviseerd de procedure stop te zetten en het stadsbestuur heeft dat advies 'in zijn geheel overgenomen'.
Geen groot Rotterdams poppodium: 'Initiatieven voldoen niet aan voorwaarden gemeente'
Wethouder: "Verder praten met partijen over toekomst pop in stad"
Rotterdam krijgt geen groot poppodium met gemeentelijke steun. Het College van B en W heeft de procedure stopgezet omdat 'geen van de initiatieven voldoet aan de voorwaarden'. Er waren elf initiatieven voor een nieuw podium ingediend. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) is duidelijk in haar oordeel: 'Ze hebben onvoldoende kwaliteit en onvoldoende toegevoegde waarde om de gestelde doelen te realiseren.' Wethouder Adriaan Visser (D66) bevestigt: "Het is jammer, maar we hebben de conclusie moeten trekken dat geen van de plannen voldoet om de ambities te realiseren." Visser is wel positief dat er "heel veel initiatieven zijn losgekomen. Dat stemt mij hoopvol voor de toekomst." De wethouder wil met alle partijen het gesprek aan en extra geld vrijmaken voor popprogrammering.
Einde oefening of nieuw begin?
Einde oefening dus zou je zeggen. Critici zullen zeggen dat de gemeente zich er zo mooi van af heeft gemaakt. "Dat zou onterecht zijn", reageert de wethouder. "Want de reactie zou moeten zijn: we hebben met elkaar een hoge ambitie geformuleerd, en terecht want we hebben een historie met een aantal mislukkingen, en er is veel concurrentie in Nederland. We hebben ons heel goed gerealiseerd waar we ons in hebben gestoken en daarom de procedure zo gestart. Critici kunnen dat zeggen, maar moeten vooral zien dat heel veel partijen er energie in hebben gestoken. Die initiatieven van zowel bestaande als nieuwe partijen bieden veel perspectief voor de stad Rotterdam."
De RRKC heeft een commissie samengesteld om de elf plannen te beoordelen. Het oordeel: "Uit de plannen spreekt een grote gedrevenheid om met popmuziek in Rotterdam aan de slag te gaan. Maar geen van de ingediende plannen scoort voldoende op de criteria en voorwaarden. Ze hebben onvoldoende kwaliteit en onvoldoende toegevoegde waarde om de gestelde doelen te realiseren. Op basis van het advies van de RRKC vindt het College het risico op tegenvallend programma en tegenvallende resultaten te groot. Daarom heeft het College besloten geen tweede fase in te gaan."
LEES ALLE ADVIEZEN HIER (PDF)
Wethouder Visser vult aan: "Dat is jammer, maar ik ben ook wel blij met de conclusies. We stappen dus niet in een risicovol project." De wethouder zegt hoopvol te zijn over de toekomst en "wat we allemaal kumnen realiseren. Alleen als we kijken naar stenen en dat gebouw; dat komt er niet." Een van de elf plannen vroeg toch juist niet om stenen? Met De Stad als Podium (Stichting PopUp Rotterdam) wilden de acht samenwerkende pop-instellingen Baroeg, BIRD, Grounds, Metropolis Festival, Motel Mozaique, Popunie, Rotown en WORM verdeeld over de stad popconcerten realiseren. De wethouder verwijst naar het advies van de RRKC: 'De RRKC heeft waardering voor de programmering op locatie zoals die de afgelopen jaren in Rotterdam is georganiseerd door een aantal organisatoren. Het uitbouwen van dit model is naar de mening van de RRKC echter niet de juiste oplossing voor een goede positionering in het landelijke popveld op de langere termijn. Het model van programmering op locatie kost relatief veel geld. Onzeker is of een toename van interessante grotere artiesten te verwachten is. De continuïteit van het aanbod van artiesten is onvoldoende geborgd.'
+ 250.000 euro beschikbaar voor eenmalige popinitiatieven
Uit het RRKC-rapport blijkt een deel op sommige punten heel goed te scoren, weet Visser. "Er is blijkbaar heel veel kennis en kunde bijeengebracht en ik zou het zonde vinden als dat weglekt. Ik ga daar graag mee verder en daar is ook geld voor. We hadden al 250.000 euro voor incidentele popprogrammering en daar bovenop willen we aanvullend budget beschikbaar stellen." Het gaat dan om een deel van het budget dat was gereserveerd voor het poppodium, dat vrijkomt voor eenmalige initiatieven binnen de popsector. "De vraag is: is dat nu genoeg voor 2015? Anders gaan we klijken of er wat bijkan."
Visser wil daarvoor het gesprek aan met de nu afgewezen kandidaten. "Wat mij betreft ga ik met alle initiatiefnemers en het RRKC op korte termijn praten over hoe het verder moet met de popcultuur en ontwikkeling van Rotterdam. Ik heb namelijk absoluut de indruk dat er nog heel veel te bereiken is. We gaan ook naar een nieuwe cultuurplanperiode, die in 2017 begint. Daarvoor moeten we in 2016 het budget verdelen. Nu nemen we de aanloop naar die verdeling met de uitgangspunten in het cultuurplan. Daar moet pop een aandeel in krijgen en ik wil samen op zoek naar hoe dat nu verder moet."
Private intiatieven en veel goede wil
Ondertussen zijn er ook partijen die het volledig op eigen kracht doen. Zo gaat Aziz Yagoub van Cultuurpodium Perron op korte termijn verder in de failliete Hollywood Music Hall met een pop- en cultuurpodium en plek voor 'live topacts en 1500 bezoekers'. Visser: "En ook in het havengebied zijn twee initiatieven die helemaal privaat gefinancierd zijn: de Ferrodome en het Katoenveem pand, waar Ted Langenbach plannen heeft."
De procedure is gestopt, de wilde plannen met gemeentelijke steun kunnen weer de kast in en zo is Rotterdam weer terug waar het begon: met een goede kleine en middelgrote pop-infrastructuur, incidentele initiatieven die door de gemeente financieel gesteund en veel andere partijen gedragen worden en veel goede wil. Dat laatste zou opgeteld bij de beloftes van de wethouder best tot een verdere versterking van het Rotterdamse popklimaat kunnen leiden. En zo is de opvolging van Watt, inclusief een eventueel nieuw debacle met publiek geld, voorlopig weer van de agenda verdwenen.